jeugd 10-12 jaar

Jij en ik
verhalen over vriendschap en vluchtelingen
Diverse schrijvers


Een boek vol verhalen over vluchtelingen uit allerlei gebieden en in diverse tijden. Een paar verhalen spelen zelfs in de toekomst! Dan zijn de vluchtelingen degenen die onze aarde ontvluchten, een aardbol die zwaar beschadigd is, waar niemand meer kan wonen. De laatste aardbewoners komen aan op de maan of op Mars, maar zijn niet welkom in de kolonies die daar eerder gesticht zijn.
Het merendeel van de verhalen gaat over een ander soort vluchteling: mensen die hun land moesten verlaten vanwege oorlog. Omdat ze er niet veilig zijn.


Dat is niet alleen van deze tijd: ook in de Eerste Wereldoorlog moesten mensen vluchten. In Nederland kwamen toen de Belgen, op de vlucht voor de Duitsers. Het verhaal, geschreven door Joyce Pool, verhaalt over hoe zij opgevangen werden in Gaasterland (Friesland), waar men de vluchtwegen versperde door de bruggen op te halen! Er werd ook bewaking bijgezet.


Douwe, een Friese jongen heeft de stoet zien komen, en is er niet blij mee als zijn baas hem vertelt dat een van de mannen net als hij als knecht komt werken in de meubelmakerij. Het blijkt reuze mee te vallen: hij kan het best vinden met de vrolijke Sjefke. Maar de Vlaming heeft heimwee. Hij wil naar huis…


Eigenlijk gaan de meeste verhalen zo: de hoofdpersoon, meestal een kind, ontmoet een leeftijdgenoot, die ergens anders geboren is als hij of zij zelf en na aanvankelijke vijandigheid, ontdekt hij of zij dat die ander eigenlijk precies hetzelfde is. Er groeit langzaam begrip, en dan vriendschap.

In het verhaal van Arienne Bolt:


‘Er vliegen ook veel kraanvogels over Nederland, vooral nu in oktober.’
Stern geeft bijna licht. ‘Ze zijn onderweg naar Syrië en naar landen daar in de buurt.’
‘Kraanvogels brengen geluk,’ vervolgt Stern.
‘Echt waar?’ Dubbel wow. ‘Naar Syrië?’
‘Overal, In het voorjaar komen ze trouwens weer terug.’
’Zijn het dan Nederlandse of Syrische kraanvogels?”


En ook: ’Je mag mijn vader wel lenen.’
Van een kind dat al zo vaak moest verhuizen: ‘Mijn voorraad vriendschap is bijna op.’


Het zijn verhalen over bijzondere maar ook eigenlijk heel gewone vriendschappen. Maakt het iets uit waar je wieg heeft gestaan? Of hoe je er uit ziet? Het is immers zo tussen mensen: het klikt, of het klikt niet. Maar je moet het wel een kans geven.


Het verhaal van Peter-Paul Rauwerda is ook heel mooi: over de jongen die een rups als huisdier heeft en die in een potje meeneemt als hij moet vluchten uit een land in oorlog, Papillon heet de rups, naar het boek en de film over de gevangene Papillon. (Henri Charrière)


In deze verhalen – en enkele gedichten - wordt verteld dat het de moeite loont om vreemden met open vizier tegemoet te treden. Dat geldt overigens voor alle hoofdpersonen, van welke nationaliteit ook.


Behalve die twee sciencefictionverhalen en een drietal gedichten is er nog een verhaal met een magisch tintje, en in de meeste verhalen zitten feiten verwerkt. Jan Terlouw kan het niet laten natuurlijk: zijn verhaal over de hongerwinter eindigt op een licht belerend toontje. Helemaal niet erg overigens.


De schrijvers zijn: Jan Terlouw, Gijs Wanders, Margaretha van Andel, Ariënne Bolt, Alyze Bos, Pieter Koolwijk, Joyce Pool, Jesse Goossens, Mireille Geus, Carolien Ceton, Anna van Praag, Jowi Schmitz, Peter-Paul Rauwerda, Ellen van Velzen, Lenneke Westera, Eva Moraal, Marloes Morshuis, Sjoerd Kuyper en Annet Huizing.


Het boek is mooi vormgegeven, Het ballonnetje van de omslag komt overal in het boek terug. En er zit een blauwe pagina als afscheiding tussen de verhalen.
Het valt op dat de verschillende schrijvers niet eenzelfde verhaal vertellen. Er wordt steeds net een ander aspect van het vluchtelingenleven aangekaart. Zouden ze de verhalen in opdracht hebben geschreven?
Een deel van de opbrengst gaat naar  het vluchtelingenprogramma van UNHCR.


ISBN 9789047710738 | hardcover | 248 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juni 2018 |Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 27 juli 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER