jeugd 6-9 jaar

Munkel Trog en de Wonderezel
Janet Foxley


Wie of wat is Munkel Trog? vraag je je af bij het lezen van de titel en wat doet die Wonderezel? Munkel Trog is een mislukte reus, hij is namelijk net zo groot als een Kriel. Krielen zijn de vijand van de reuzen, ze hebben toverkracht, denken de reuzen.
Munkel heeft de akelige Krielen verjaagd en daarom heeft de koning Munkel als nieuwe Wijze Man aangewezen maar niemand wil luisteren naar de kleine Munkel, ze lachen hem eerder uit. De Wonderezel is het enige wezen waar ze wel ontzag voor hebben.


Munkel Trog weet inmiddels dankzij zijn Krielvriendin Emilie, die Munkel in het geheim ontmoet, dat de Krielen helemaal niet weg zijn. Ze wonen in de stad onderaan de vulkaan de Bulderberg. De reuzen wonen bovenop de Bulderberg. Het is ook Emilie die Munkel komt waarschuwen, er komt steeds meer gloeiende Drab naar boven en dat is gevaarlijk. Er hangen ook steeds vaker stofwolken in de stad van de reuzen, waarvan ze overigens elkaar de schuld geven, de buren hebben vast weer het eten aan laten branden.
Emilie vertelt dat in de stad onderaan de Bulderberg alarmfase geel is uitgeroepen. En vermoedelijk gaat het over op alarmfase rood. De vulkaan staat namelijk op het punt om uit te barsten! De reuzen moeten weg zegt Emilie, het is te gevaarlijk... Zij moet zelf ook weg uit de Krielenstad.


Munkel probeert de reuzen te waarschuwen maar tot zijn wanhoop wil niemand naar die kleine reus luisteren. Ze zijn juist blij met de warme Drab, het is lekker makkelijk, nu hoeven ze geen vuurtje meer te stoken om eten te koken en het water komt gelijk warm uit de pomp...
Gelukkig is Munkel niet voor niets - dankzij Emilie - tot Wijze Man uitgeroepen. Hij bedenkt een plan waar iedereen zeker aan mee wil doen want de Wonderezel wil het, zegt hij. Maar ze geloven Munkel niet, waar is die Wonderezel dan? Ook daarop weet Munkel raad...  Maar of zijn plan op tijd uitgevoerd kan worden is nog maar de vraag...


Voorin het boek staat een afbeelding van het reuzenstadje bovenop de Bulderberg. Je beseft dan hoe gevaarlijk het is om daar te wonen. Ze wonen echt diep in de krater! Dat maakt het verhaal ook lekker spannend want je weet dat àls de vulkaan uitbarst het een grote ellende zal worden. Je leeft mee met Munkel en Emilie die er van alles aan doen om iedereen te overtuigen dat ze weg moeten gaan. Het plan is ook leuk bedacht en je hoopt heel erg dat het gaat werken.


Omdat ik deel één, getiteld Munkel Trog, niet gelezen heb was ik aanvankelijk een beetje overdonderd door alle bijzondere namen, Kriel, Munkel, Drab enz. ook de beschrijving van het eten was behoorlijk smerig en ik vroeg me af of de schrijfster niet al te veel haar best had gedaan om grappig over te komen. Maar langzamerhand merk je dat die namen en woorden heel goed passen bij het verhaal. De reuzen zijn niet al te slim en met de hygiëne nemen ze het ook niet al te nauw. De woorden die ze gebruiken passen precies bij deze simpele wezens. Ook leuk is dat je pas later in het boek ontdekt wie of wat de Krielen zijnen wat hun 'toverkracht' is. Uiteindelijk blijkt het een bijzonder onderhoudend verhaal vol humoristische vondsten. Het boek is ondanks mijn eerdere 'overrompeling' overigens uitstekend als afzonderlijk deel te lezen.


Extra bijzonder zijn de geweldige afbeeldingen van Georgien Overwater, ze benadrukt op een fantastische manier de viezigheid en lompheid van de reuzen en de elegantie en netheid van de Krielen. Haar afbeeldingen zijn de kers op de taart, de slagroom in de moorkop, de honing in de koek.


ISBN 9789047705819 | Hardcover | 229 pagina | Uitgeverij Lemniscaat | juli 2015
Prima vertaald door Karin Breuker | Leeftijd 8+

© Dettie, 8 augustus 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER