Mijn lieve vergeetopa
illustraties: Els Vermeltfoort
tekst: Ilona Lammertink
In dit mooie, ontroerende verhaal ontdekt Melle dat zijn Opa Kapitein verandert en dat vindt hij moeilijk, want zijn opa is de leukste opa van de wereld.
Elke keer als Melle naar Opa Kapitein ging dan liepen ze samen naar opa's schuurtje waar opa zijn schilderijen maakte. Opa schilderde altijd allerlei soorten boten zoals zeilboten met bolle zeilen of grote vrachtboten. Maar het was niet voor de schilderijen dat ze in het schuurtje gingen zitten. Nee, opa vertelde daar altijd zijn verhalen over de tijd dat hij nog vaarde. Opa zette dan zijn kapiteinspet op en pakte zijn verrekijker, zodat alles nog veel echter werd. Opa tuurde dan door zijn verrekijker alle schilderijen af tot hij stopte bij een van zijn zelf geschilderde schepen. Over dát schip zou het verhaal dan gaan. Melle vond de verhalen helemaal geweldig. En altijd als het verhaal afgelopen was dan zongen ze samen hun zeemansliedje en hadden ze dikke pret.
De laatste tijd doet opa wel een beetje vreemd, de ene keer is hij de weg kwijt, de andere keer gaan ze naar de hertjes maar dan eet opa het oude brood zelf op. Maar dat is helemaal niet erg, vindt Melle, want opa blijft de allerliefste, geweldigste opa die er is.
En dan komt de dag dat papa en mama aan Melle vertellen dat opa ziek is, vergeetziek. Melle kan het nauwelijks geloven. Zijn opa? Opa die zoveel vertelt over zijn reizen? Opa die altijd zegt dat hij een schatkamertje vol herinneringen in zijn hoofd heeft, die opa is vergeetziek? Dat kan niet!
Maar helaas het is waar. Als Melle weer bij opa is, weet hij zelfs niet wie Melle is! Melle is boos en verdrietig tegelijk. Zijn lieve, leuke opa mag helemaal niet ziek zijn.
Maar Melle geeft niet op. Als hij opa bezoekt in het verpleeghuis, waar hij nu een kamer heeft en waar allemaal mensen met de vergeetziekte wonen, dan heeft Melle iets bij zich wat hij helemaal zelf gemaakt heeft... Vol spanning geeft hij het aan opa, en toen...
En toen had ik kippenvel, wat een geweldig goed, mooi en lief idee van Melle!
Ilona Lammertiink heeft al veel boeken voor kinderen geschreven waarin op een heldere en liefdevolle manier een probleem behandeld wordt en opnieuw weet ze de juiste toon te treffen. Op een verhalende maar toch informatieve manier vertelt ze aan kinderen wat er gebeurt met iemand die dement wordt. Kinderen zullen dit verhaal heel goed begrijpen en snappen dat hun opa of oma er ook niets aan kunnen doen.
Bij dit verhaal heeft Els Vermeltfoort warm gekleurde, toelichtende afbeeldingen gemaakt waardoor het verhaal je nog meer aanspreekt.
Achterin het boek staat veel informatie over dementie en wordt toegelicht hoe ouders of leerkrachten dementie aan kinderen kunnen uitleggen. Dat is belangrijk omdat ze anders mogelijk zelf naar - verkeerde - antwoorden gaan zoeken of verkeerde conclusies trekken als ze zien dat er iets vreemds aan de hand is met opa of oma. Er staat bijvoorbeeld wat een kind kan voelen als iemand waar ze veel van houden dement wordt. Ook staat er een lijstje symptomen waaraan je kunt merken dat de hele toestand een kind teveel wordt en vooral wat je er dan aan kunt doen. En zo staat er nog veel meer informatie op de 2 grote pagina's vol uitleg, tips en toelichting. Een prima boek!
ISBN 9789044828894 | Hardcover | 29 pagina's | Clavis Uitgeverij | januari 2017
Formaat: 29,7 x 21,6 cm | Leeftijd 5+
© Dettie, 1 maart 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mijn papa is op jouw mama
illustraties: Eline van Lindenhuizen
tekst: Ilona Lammertink
Job is helemaal blij, hij heeft supergeweldig leuk nieuws en kan niet wachten om het op school te vertellen. Als hij eenmaal in de kring zit en de juf hem eindelijk aanwijst om te vertellen over zijn weekend knalt Job zijn grote nieuws eruit. 'Mijn papa is op haar mama, roept hij blij, al wijzend naar zijn allerbeste vriendinnetje Roos.
Maar de reactie van Roos is helemaal niet zoals hij verwacht had. Roos vindt het helemaal niet leuk! 'Mijn papa is nog altijd op mijn mama,' gilt ze. Juf Ellen grijpt gelukkig gelijk in en neemt de kinderen even apart.
De mama van Job is een tijd geleden overleden maar de papa en mama van Roos zijn een jaar geleden gescheiden. Juf Ellen begrijpt de reacties van Roos wel. 'Jij hoopte vast dat ze weer bij elkaar gingen wonen,' zegt juf. En dat is precies wat Roos inderdaad gehoopt had. Nu ze apart woonden waren papa en mama veel leuker tegen elkaar. Daarom kan ze ook niet echt blij zijn met het nieuws van Job.
Juf Ellen is een fijne juf, ze weet precies wat ze doen moet. Ze zorgt ervoor dat Roos haar mama, Roos en haar broertje ophaalt en meeneemt naar het strand, daar vertelt mama dat ze inderdaad verliefd is op de papa van Job en hij op haar. Maar dat er verder niets verandert want papa en zij houden heel veel van Roos en haar broertje. Dát zal nooit anders worden. Ze hebben het fijn op het strand en even later komen ook Job en zijn papa naar het strand...
Ik vind het nog wel gek, hoor, jouw papa op mijn mama...'
'En jouw mama op mijn papa,' vult Job aan.
'Dan moeten wij maar niet op elkaar zijn,
want anders snapt niemand het meer,' fluistert Roos.
'Nee,' beslist Job,
'Wij blijven gewoon allerbeste vriendjes, voor altijd.'
Het moge duidelijk zijn dat dit boek bedoeld is voor kinderen waarvan de ouders een nieuwe relatie aangegaan zijn. In het verhaal wordt op een heldere manier uitgelegd hoe zo'n situatie voor kinderen kan zijn. Ook is het goed dat er verschillende achtergronden bij de kinderen spelen. Bij Job is de moeder overleden. Bij Roos de ouders gescheiden. Dat maakt verschil, het ene kind had om een andere reden verdriet dan het andere kind. Voor Roos is het ook lastig dat er nog een papa is, ze hoopte - zoals zoveel kinderen - dat haar ouders weer bij elkaar zouden komen. Door het nieuws van Job spat die droom uit elkaar. Dat heeft ook even zijn tijd nodig om te accepteren en te verwerken. Het verhaal maakt dit alles op een mooie, integere manier duidelijk.
Achterin het boek staat allerlei nuttige informatie rond dit thema voor ouders, stiefouders en leerkrachten.
Doorheen het boek staan vriendelijke, sfeervolle, pastelkleurige afbeeldingen van Eline van Lindenhuizen die mooi inspelen op de tekst.
Opnieuw een prettig en inzichtgevend boek van Ilona Lammertink rond een voor kinderen lastig onderwerp.
ISBN 9789044826920 | Hardcover | 27 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2016
Afmeting: 26,9 x 25,7 cm. | Leeftijd vanaf 4 jaar
Dettie, 27 mei 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Voor dat geheim ben ik te klein
illustraties: Nynke Talma
tekst: Ilona Lammertink
Een mooi, ontroerend verhaal over een akelig onderwerp.
Het begint allemaal erg gezellig. Mama roept Joost bij zich en vertelt dat hij een broertje of zusje krijgt, maar het is nog wel een geheimpje, dus mondje dicht. Joost vindt het best wel spannend om een geheimpje te hebben en hij moet oppassen dat hij het niet verklapt.
Ook het cadeautje wat hij voor vaderdag gemaakt heeft, is een leuk geheimpje.
Maar op een avond komt Frank oppassen, dat vindt Joost altijd leuk want dan stoeien ze of doen ze spelletjes. Maar die avond als Joost in bad zit, zegt Frank dat hij hem wel even helpt met wassen. Dat is raar want Joost kan zich best zelf wassen. Frank doet dan een 'spelletje' dat Joost helemaal niet leuk vindt. Hij geeft allemaal zoentjes op Joost zijn billen en pakt zijn plasser en houdt die een tijdje vast, dat wil Joost helemaal niet. 'Dit mag je nooit aan iemand vertellen, ook niet aan je papa en mama. Dit is ons geheim!' zegt Frank.
Maar Joost vindt dit helemaal geen leuk geheim, hij is heel erg bang en in de war. Heeft hij zelf iets gedaan waardoor Frank dat deed? Hij wilde toch ook zelf dat Frank kwam oppassen... Joost is verdrietig en weet het allemaal niet meer zo goed. Hij denkt, voor dit geheim ben ik te klein!
Gelukkig merken papa en mama dat er iets is met Joost en als ze vertellen dat Frank weer komt oppassen, raakt Joost in paniek en rent weg. En dan komt het hoge woord eruit en vertelt hij hen het hele verhaal. Papa en mama zijn ook erg geschrokken, dat was heel stout van Frank zeggen ze. Joost heeft niets verkeerd gedaan maar Frank wel! Dat mag hij helemaal niet doen. Joost is helemaal opgelucht.
En Frank? Frank komt noooooooit meer oppassen!
Achterin het boek wordt duidelijk uitgelegd wat seksueel misbruik is, hoe je de signalen kunt herkennen, en hoe je met het kind kunt praten over dit onderwerp.
Het verhaal wordt erg integer gebracht en kan een goede opstap vormen tot een gesprek bij een vermoeden van seksueel misbruik. De afbeeldingen zijn eveneens integer en niet angstaanjagend. Integendeel. Ze tonen wel het verdriet van Joost maar dan zoals verdriet is, niets wordt overdreven. Joost is gewoon eventjes een bang, verdrietig jongetje dat gelukkig fijne ouders heeft en dat is te zien op de mooie warmgekleurde illustraties. Als zo'n akelig onderwerp toch besproken moet worden dan is dit boek een erg vriendelijke, begrijpende handreiking naar het kind (en de ouders) toe.
ISBN 9789044826487 | Hardcover | 27 pagina's | Uitgeverij Clavis | november 2015
Onder begeleiding voor kinderen vanaf 4 jaar.
© Dettie, 29 november 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pientje krijgt een eetmachientje
illustraties: Lucie Georger
tekst: Ilona Lammertink
Pientje wil het liefst elke dag spaghetti met appelmoes eten. Groentes vindt ze heel vies. Maar mama zegt dat ze die toch moet eten, dat is goed voor haar, anders wordt ze niet groot, gezond en sterk. Dus daar zit Pientje dan met een bord vol worteltjes voor zich en ze is heel boos, want ze mag pas haar toetje pakken als de worteltjes op zijn. Als mama even niet kijkt geeft ze gauw de worteltjes aan de hond. En zo verzint Pientje elke keer wat als ze iets moet eten wat ze niet lust of niet kent.
Maar op een dag komen opa en oma en oom Pim. Oom Pim is uitvinder en als hij merkt hoeveel moeite Pientje met groente eten heeft, maakt hij voor haar een prachtig eetmachientje. Zo leert Pientje spelenderwijs al dat 'enge, vreemde, vieze' eten te proeven en te waarderen.
Dit verhaal kan een opening zijn of een aanleiding geven om met peuters en kleuters te praten die niet of moeilijk eten. Bij het verhaal staan allemaal vrolijke tekeningen in kleur zodat het niet al te zwaar wordt allemaal. De eetmachine is erg grappig maar natuurlijk niet realistisch. Maar... bedacht ik me, je kunt misschien wel samen met kinderen bedenken wat voor eetmachine zij kunnen maken, bijvoorbeeld met doosjes met daarin een aardbei of een radijsje en nog veel meer dingen en dan de kinderen dat laten proeven en/of laten raden wat het is. Je kunt daarvan met een beetje fantasie een heel spannend spel maken.
Achterin het boek is een 'bijsluiter' afgedrukt die vol informatie en tips voor ouders en begeleiders staat.
Je kunt daarin o.a. lezen wat eventueel de oorzaak van dat slechte eten kan zijn en hoe je kunt voorkomen dat elke maaltijd een drama wordt. Veel kinderen vinden bijvoorbeeld eten wat ze niet kennen nogal griezelig, ze zijn er een beetje bang voor.
Je kunt dan een kind bijvoorbeeld mee laten helpen bij het koken zodat al
dat eten niet meer zo vreemd is. Of versier het eten leuk, door
gezichtjes te maken, met bijv. haren van wortelsliertjes.
Een kind net zo lang laten zitten tot het zijn of haar eten op heeft,
werkt meestal niet goed. Ook appelmoes of ander lekkers door het eten te
roeren is niet raadzaam, zo leert het kind nooit aan de smaak van
groente wennen.
Om het toch die gezonden dingen te laten eten kunnen ouders/begeleiders allemaal
plaatjes van eten in een boekje plakken en daarna aftekenen af of een stickertje
erbij plakken als een kind die groente of dat fruit gegeten heeft. Na bijv 10
stickers kun je als beloning samen koekjes gaan bakken of iets anders leuks gaan doen.
En zo is er nog veel meer aan tips en informatie te lezen.
Kortom, een informatief en vriendelijk opgesteld boek dat mogelijk helpt om moeilijke eters groenten te leren proeven en gezond te leren eten.
ISBN 9789044819809 Hardcover 32 pagina's Uitgeverij Clavis augustus 2013
Uit de serie Bobbels & Bubbels Leeftijd vanaf ca. 4 jaar
© Dettie, 7 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Gijs en zijn Hurzels
illustraties: Lucie Georger
tekst: Ilona Lammertink
Gijs is vijf en heel trots dat hij al een wiebeltand heeft. Hij is gek op voetbal en speelt graag buiten met zijn grote skelter. Gijs is een leuk joch maar hij heeft wel een probleem. Gijs wordt namelijk heel snel boos...
Als hij lekker een heel hoge toren met zijn blokken aan het bouwen is, komt zijn kleine broertje aangekropen en die stoot de toren om! Gijs wordt dan woest, hij is dan gillend, laaiend kwaad en gooit de blokken door de kamer, die stomme Wouter! Mama probeert hem te troosten maar Gijs is zo boos dat hij helemaal niet getroost wil worden. Hij is dan zo boos dat het lijkt of er zijn hoofd vol zit met allemaal kleine mannetjes die vonkjes geven. Gijs noemt die mannetjes Hurzels. Ze plagen hem en hij kan niet tegen ze op, daar wordt hij heel verdrietig van.
Ook op school plagen de Hurzels hem als Gijs laaiend kwaad is. Als juf ziet dat Gijs weer zo vreselijk boos is neemt ze hem mee naar binnen. Maar wat gek is dat, juf is helemaal niet boos! Ze is juist heel lief voor Gijs en hij vertelt haar over de Hurzels die hem steeds plagen en daardoor wordt hij zo vreselijk boos. De Hurzels worden de baas in zijn hoofd. Samen met juf bedenkt hij wat hij tegen die akelige Hurzels kan doen. En juf geeft hem ook een krachtspreuk die hij kan zeggen als de Hurzels hem weer plagen, en het helpt! Gijs is nu de baas over zijn boosheid en daar kunnen de Hurzels helemaal niet tegen!
Achterin het boek staat een bijsluiter voor ouders en begeleiders. Daarin staat te lezen hoe je het best een kind dat snel boos is op kunt vangen. Het voornaamste is rustig blijven en het kind serieus nemen. "Wanneer de peuter/kleuter begrip en erkenning ervaart van zijn ouders en/of begeleiders op zijn boze bui, verdwijnt die vaak als sneeuw voor de zon."
Af en toe boos worden is heel gezond volgens de schrijfster, die tevens integratief kindertherapeute is. "Het is belangrijk dat kinderen hun boosheid met woorden en lichaamstaal leren uiten, en niet met slaan, schoppen of schelden." Verder adviseert ze "keur het gedrag af, maar nooit het kind zelf." Ook wordt er ingegaan op de mogelijke reden van de boosheid. Misschien wordt er wel veel te veel verwacht van het kind of worden er te weinig grenzen aangegeven. Er staat nog veel meer informatie in de 'bijsluiter'. Verder zijn er enkele doetips die samen met het kind gedaan kunnen worden zodat het kind inzicht krijgt in hoe boosheid werkt en wat hij of zij tegen de boosheid kan doen.
Het is een boekje uit de 'Bobbels & Bubbels' serie. Die staat voor sterke, emotionele verhalen waarin elke negatieve emotie (een bobbel) zoals boos, bang en verdrietig zijn op een mooie manier verwerkt wordt, zodat er weer positieve gevoelens (bubbels) ontstaan.
Het verhaal over Gijs is goed en het maakt een kind prima duidelijk hoe boosheid voelt en ook wat je er eventueel aan kunt doen. Dit verhaal samen met een kind lezen dat vaak boos is kan leiden tot een verhelderend gesprek daarover. De krachtspreuk vind ik nogal 'ouderwets', dat kan best wat speelser en spannender. Maar de bobbel wordt inderdaad een bubbel. Gijs is erg opgeknapt nu hij zijn boosheid de baas is.
Wat er in de bijsluiter staat vind ik persoonlijk minder. Het is allemaal heel verstandig, en erg lief naar het kind toe. Komt zo'n bui sporadisch voor dan kun je denkelijk inderdaad reageren zoals de schrijfster aangeeft maar een boekje als dit koop je niet als jouw kind 'wel eens' een boze bui heeft. Er staat dat je op het hoogtepunt van zo'n bui het kind niet kunt bereiken. Probeer het kind af te leiden en zeg bijvoorbeeld "Ik zie dat je boos bent, wat naar voor je". Ik vraag me af of je, als jouw kind zo'n enorme driftbui heeft en met spullen staat te gooien, dat zo vriendelijk kunt zeggen. Het lijkt me sowieso moeilijk om te reageren zoals in dit boekje staat.
Toon begrip, wees vriendelijk staat er, laat zien dat je evengoed van het kind houdt, en nog veel meer. Natuurlijk wil je dat, maar als er een krijsende enorm kwade kleuter - met eventueel huilende kinderen er omheen - in de huiskamer staat dan denk je niet och, dat arme kind, dit gaan we even vol begrip en liefdevol aanpakken. Je zegt dan niet: 'Wat naar voor je'. Ik denk dat zoiets niet eens in je opkomt op zo'n moment.
In de therapieruimte en op school zal deze aanpak denkelijk wel prima werken, het is dan immers niet je eigen kind en het kind is niet constant om je heen, maar of je het thuis, na de zoveelste boze bui, ook zo aan kunt pakken is nog maar de vraag. Maar niet geschoten is altijd mis dus iemand kan het altijd proberen. Te beginnen met de doetips bijvoorbeeld.
Het boekje is verder mooi verzorgd en er staan duidelijke afbeelingen in die goed illustreren wat er in het verhaal bedoeld wordt.
ISBN 9789044817898 Hardcover 28 pagina's Clavis oktober 2012
Afmeting 268 x 258 x 9 mm. Leeftijd 4+
© Dettie, 20 november 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Reactie van Ilona lamertink
Beste Dettie,
Uit je reactie begrijp ik dat je het boekje geschikt vindt voor scholen, therapieruimte etc, maar dat je verwacht dat het in de thuissituatie wat lastiger is.
Natuurlijk is het niet het eerste wat er in je opkomt als ouder, om een kind, wat een enorme driftbui heeft en de boel behoorlijk verstiert of erger gedrag vertoont, te erkennen in de boosheid. Het is ook zeker niet de bedoeling dat je het gedrag, wat het kind vertoont, goedkeurt. Boosheid is een afweermechanisme. Een kind dat boos of driftig gedrag vertoont is niet autonoom. Het reageert vanuit een gekwetst, getraumatiseerd deel. Hoe groot of klein dat ook is. Het heeft ook te maken met de draagkracht/ draaglast op dat moment van het betreffende kind. Op het moment van de boosheid -piek is het vaak nog niet duidelijk waardoor de boosheid opkomt. Daar kunnen allerlei gevoelens aan ten grondslag liggen. Dat gevoel erken je, ik vind het naar of vervelend voor je dat je je zo boos voelt...
Een kind, dat om welke reden dan ook, volledig door het lint gaat, is op de piek van de boze bui niet bereikbaar. Iedere tegenreactie werkt op dat moment averechts, komt niet binnen en is vaak olie op het vuur gooien. vaak met gevolg dat er een machtstrijd ontstaat. Afhankelijk van de situatie moeten kind en omgeving beschermd worden voor de gevolgen die de bozebui of woedeaanval kan oproepen. M.a.w. Het moet stoppen door ingrijpen van een ouder of verzorger.
Het stappenplan is als volgt:
Inventariseren, hoe is de situatie op dit moment, wat moet ik als ouder voor actie ondernemen...
Erkennen, ik zie je, Wat vervelend voor je dat je zo boos moet worden. zonder te ( ver) oordelen
Begrenzen, Het moet stoppen en daarvoor is nodig dat ik je even vast ga houden, naar boven stuur, op de gang zet etc. totdat je je weer rustiger voelt.
Als de rust is teruggekeerd, samen met het kind kijken wat er gebeurd is en welke gevolgen het heeft gehad. Wat was de trigger? Moeten er acties worden ondernomen, bijv naar een ander kind of school, ( excuus aanbieden? ) Heeft het kind hier een straf voor verdient? Wat is er voor dit kind ( of de omgeving) nodig om in de toekomst herhaling te voorkomen.
Als volwassene inventariseer je eerst wat de situatie is en welke maatregel je moet nemen om de situatie weer onder controle te krijgen voor alle partijen. Het kan zijn dat je daarvoor het boze kind vast moet pakken tot het weer rustig is, het kan zijn dat je het kind even naar een andere plek moet brengen. Het erkennen van de boosheid is niets anders dan aangeven aan het kind dat je zijn of haar gemoedstoestand ziet. " ik zie dat je heel boos bent, dat vind ik heel vervelend voor je, dat wat er gebeurd is moet stoppen, daarom breng ik je even naar de gang/ hou ik je even vast om je tot rust te laten komen. Als je rustig bent dan kunnen we er over praten.
Als ouder of verzorger geef je nog steeds geen oordeel over de gebeurtenis. Dat komt in het stadium waarop het kind weer rustig is en je kan praten over datgene wat er gebeurd is. je inventariseert wat het triggermoment is geweest, of wat een onderliggend gevoel kan zijn waardoor het kind deze reactie vertoont. In dat stadium geef je ook heel duidelijk de grenzen aan en ook de eventuele concequenties ( excuus aanbieden, straf) die een bebaald gedrag hebben veroorzaakt. Ik ben het helemaal met je eens dat er duidelijke grenzen aangegeven moeten worden aan kinderen en dat agressief gedrag niet geaccepteerd kan en mag worden. Daar gaat het erkennen ook niet over. Erkennen is aangeven dat je ziet dat het kind niet in zijn of haar autonome positie is en dat het een afweer gedrag vertoont. Je wil als ouder weten wat het kind nodig heeft om herhaling te voorkomen. Daarvoor is het belangrijk dat het kind de ruimte krijgt om ook zijn of haar kant van het verhaal te vertellen. je krijgt dan inzicht in het functioneren van de afweer van dat kind en zijn of haar gedachtengang. Daarna kan je het kind troosten en helpen en het weer in zijn kracht te brengen door bijv. tips en trucs aan te bieden.
Door te begrenzen en kaders aan te geven krijgt het kind weer duidelijkheid en leert het omgaan met boosheid en machteloosheid
Ik hoop dat ik je hiermee wat meer duidelijkheid heb kunnen geven over mijn visie op erkennen van boosheid.
Mocht je nog vragen hebben dan hoor ik het heel graag van je.
Hartelijke groet en een fijne dag,
Ilona Lammertink
Het tri-tra tranenboek
illustraties: Lucie Georger
tekst: Ilona Lammertink
Julie is een heel leuk meisje met heel mooie lange vlechten met strikken erin. Ze heeft een lieve papa en mama en een leuke grote broer Ties en een schattig klein broertje Mees. Ze is gek op de kleur geel en pannenkoeken met stroop en appel. Maar Julie heeft ergens last van. Ze moet elke dag wel om iets huilen, vaak weet ze zelf niet eens waarom. Zoals toen die ene keer dat ze in haar mooie nieuwe jurk naar het feestje van Eef ging. Onderweg kreeg ze weer dat rare gevoel en moest ze huilen. Ze wilde wel stoppen maar wist niet hoe.
Op een dag is opa Teun er. Hij vertelt aan Julie dat er help-tranen en niet-help-tranen zijn. Samen met Ties en opa bedenkt Julie dat tranen-omdat-je-uien-snijdt of tranen-door-de-wind of tranen-omdat-je-zo-blij-bent, help-tranen zijn. Maar tranen-omdat-je-niet-naar school-durft of tranen-omdat-je-bang-bent zijn niet-help-tranen. En Julie heeft veel last van deze niet-help-tranen weet opa. 'Maar hoe kom ik er nou van af?' vraagt ze, want ze vindt die tranen helemaal niet leuk. Opa weet daar wel iets op. Hij geeft haar een krachtspreuk en elke keer als ze die tranen weer voelt kriebelen dan moet ze die krachtspreuk zeggen, dat mag ze zachtjes of hardop doen.
De volgende dagen probeert Julie het uit, en het helpt! Julie is er helemaal blij om. Natuurlijk moet ze af en toe nog huilen, dat moet iedereen wel eens, maar als ze haar krachtspreuk zegt dan zijn haar niet-help tranen snel weer weg. Julie is nu de baas over haar tranen geworden!
Ilona Lammertink is integratief kindertherapeute. Integratieve Kindertherapie is een korte en intensieve vorm van psychotherapie voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, die een probleem hebben op sociaal emotioneel vlak. De grondgedachte van de therapie is dat het kind uiteindelijk zelf, bewust of onbewust, weet wat het nodig heeft om het probleem tot een oplossing te brengen. Kinderen krijgen veel ruimte en erkenning voor wat ze op dat moment belangrijk vinden, mede hierdoor vinden ze de therapie vaak leuk.
In dit boek heeft Ilona op een leuke speelse manier het probleem van niet-help tranen onder de aandacht gebracht. Als je dit boekje samen met het kind leest zal het kind zich herkennen maar niet aangevallen voelen. Er wordt heel gewoon over de tranen gedaan en opa heeft een erg leuke oplossing bedacht met zijn spreuk. De spreuk zelf had van mij wat minder 'volwassen' mogen zijn -hoewel ik zelf ook geen andere weet te bedenken- maar deze spreuk zal een kind wel een heel eind verder helpen.
Achterin het boek staan tips van Ilona voor ouders en begeleiders om een kind dat last heeft van niet-help-tranen bij te staan om die vervelende tranen te leren overwinnen.
Eerste boekje uit de Bobbels & Bubbels serie, een nieuwe serie boekjes om kinderen emotioneel sterker te maken als dat nodig is.
ISBN 9789044815818 Hardcover 32 pagina's Uitgeverij Clavis december 2011
Formaat: 25 x 26 cm Leeftijd: Vanaf 4 jaar
© Dettie, 12 januari 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER