Denken in beelden
Tineke Verdoes
Dat mensen en dus ook kinderen, niet allemaal hetzelfde zijn dat weten we wel.
In dit boek lees je over kinderen die beelddenkers zijn: als je het woord hond noemt, ziet dat kind een plaatje van een hond. Een taaldenker denkt in woorden.
Niet helemaal duidelijk wordt het of die dan ook een beeld ziet, maar dan van het woord, maar dat wordt dan ook meteen duidelijk gemaakt: het kan bij iedereen anders zijn. Er wordt gewerkt met een indeling, die grofweg duidelijk moet maken waarom je mensen niet in een hokje kan stoppen, maar wel rekening kan houden met de eventuele problemen waar zij tegenaan lopen.
Als verderop twee jongens worden opgevoerd om aan te geven waar het verschil zit, dan moet je er rekening mee houden dat dit de extremen zijn. Als er staat: Rick is taaldenker en gaat later studeren, terwijl er bij Wouter, de beelddenker, staat dat hij creatief is en emotioneel of spiritueel begaafd, is dat verschil dus geen wet van Meden en Perzen.
Dat is lastig, omdat het boek ook geschreven is voor kinderen, die dan eigenlijk nog niet echt te weten komen hoe het precies zit. Want ‘precies’ bestaat niet.
Ik stel dat het boek ‘ook’ geschreven is voor kinderen, omdat het duidelijk ook gericht is op ouders en verzorgers. Er staan testjes in, die gericht kunnen zijn op ouders, en andere voor de kinderen zelf. En dan natuurlijk ook tips over de manier waarop je er mee om kan gaan. Hoe je je staande moet houden in een wereld die duidelijk gericht is op taaldenkers.
Intussen weet men dat beelddenken vooral ook voorkomt bij kinderen die last hebben van dyslexie, ADHD, of aan autisme verwante stoornissen.
Daar is al veel meer informatie over en er zijn hele programma’s, waar vaak al gewerkt wordt met de ideeën uit dit boek. Voor sommige kinderen – veelal beelddenkers dus – is het moeilijk te begrijpen wat het nut is van een bepaalde les. Dat moet extra uitgelegd worden. Zo kan het ook lastig zijn dat een leerkracht opdrachten geeft op de volgende manier: ‘we pakken straks ons potlood en gaan dan werken aan die opdracht.' Hoeveel kinderen zijn er niet die meteen dat potlood pakken en dus niet horen wat er verder gebeuren moet? Kind denkt goed bezig te zijn, maar juf is boos.
Voor dit soort situaties staan er heel veel tips in het boek. Er staan ook wel tips in voor de kinderen zelf: over het maken van een mindmap bijvoorbeeld, maar dat is weinig vergeleken met de rest. Daarom vind ik het eigenlijk meer een boek voor volwassenen, die met kinderen werkt.
Er staan veel casussen in, en het geheel wordt opgefleurd met eenvoudige tekeningetjes.
Het is dubbel: aan de ene kant een prima boek met veel uitleg, maar als die te veel gericht is op volwassenen hebben kinderen er niet veel aan.
ISBN 9789085606536 | hardcover |79 pagina's | Uitgeverij Nino | januari 2013
Leeftijd vanaf 10 jaar
Illustraties door Saskia Masselink
© Marjo, 2 maart 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER