Non-fictie jeugd

Ruth Wielockx

Mijn ogen zijn jouw ogen
Dagboek van een geleidehond
Ruth Wielockx & Julius Schellens


Wat een schat van een hond staat er op de cover van dit boek!  Die zou je meteen willen aaien…
Maar dàt mag nu juist niet, niet als hij aan het werk is tenminste. Want deze hond is opgeleid tot blindengeleidehond.


Wat er zoal gebeurt in een week tijd vertelt de hond zelf. Rino is zijn naam en hij helpt Lucas die blind is bij diens bezigheden.
Natuurlijk zijn er veel dingen die iedere dag terugkomen. Als Rino vertelt over hoe hij iedere dag naar het hondentoilet achter in de tuin gaat, vertelt hij meteen hoe dat in zijn werk ging als pup.


‘Toren ik nog een pup was, woonde ik bij Peter. Daar deed ik mijn plasje en drolletje ook in huis, net als de mensen. Ik ging het liefst op het wollen tapijt, dat voelde als lekker zacht gras. Telkens als ik dat deed, tilde Peter me op. Dan stopte ik vanzelf met plassen! Hij droeg me dan naar de kiezeltjes in de tuin. Als ik daar een drolletje of een plasje deed, riep hij: ‘Flink zo!’ en dan kreeg ik lekkere snoepjes en veel knuffels.’


Op deze toon vertelt Rino ook over het verbod op aaien, over het tuig dat hij aan moet - ‘zijn uniform’ - en hoe hij zijn baas op straat bijvoorbeeld de trap op en af leidt.
Hij krijgt zijn eten precies afgemeten, want hij mag niet te dik worden, en hij mag pas beginnen met eten als Lucas op het hondenfluitje blaast. Hij brengt Lucas naar de bank, waar hij op de balie springt met zijn voorpoten. De juffrouw die er achter zit, schrikt zich wild! Bij de bakker en de slager  - de patéwinkel - moet Rino zich natuurlijk netjes gedragen. Schooien is er niet bij. Mensen mogen hem ook niets geven.
Op straat weet Rino precies wanneer hij zijn baas mag laten oversteken.


‘Als het licht op groen springt, klinkt er een luid en snel ratelgeluid. Zo kan Lucas horen dat het groen is en hoe lang het groen blijft. Nu mag ik verder lopen. Vaak is er geen verkeerslicht met rateltikker, dan moet Lucas horen wanneer de auto’s stoppen. Er zijn voetgangers die oversteken bij rood licht. Dat is zo gevaarlijk! Lucas denkt dan dat hij over kan lopen. ‘Vooruit!’ zegt hij dan. Als ik een auto zie aankomen, blijf ik koppig staan. Dan luister ik niet naar Lucas.’


Als Rino uitverteld is, is ook de vertelling voorbij. Dan komt de informatie, met foto’s van een echte hond. Er wordt verteld wat voor soort hulphonden er zijn en voor wie. Je leest hoe de opleiding in elkaar zit, over het pleeggezin en het opleidingscentrum. Wat er gebeurt als de hond toch niet geschikt is, of als hij te oud wordt en met pensioen mag.
Heel uitgebreid wordt verteld wat een hond allemaal moet leren en hoe dat in zijn werk gaat. Ook welke bevelen hij leert, zelfs het bevel pipi (voor een plasje en/of hoopje). Als hij klaar is wordt er gezocht naar een match. Hond en mens moeten elkaar wel aardig vinden!
Met Rino is dat alvast gelukt. Hij is helemaal tevreden bij Lucas.


Behalve leerzaam is het ook een mooi vormgegeven boek. Een goede keuze ook om eerst de hond op een ludieke manier te laten vertellen over zijn leven en dan de ‘officiële’ informatie te geven, waar overigens behalve foto’s ook tekeningetjes bij staan.


Ruth Wielockx (Mol, 1971) studeerde Voedings- en dieetleer aan de Universiteit van Leuven en Southampton. Ook gaf ze een tijdlang les. Het toeval leidde haar naar het tekenen, en dat gecombineerd met een passie voor boeken had tot resultaat dat ze intussen al meerdere prentenboeken op haar naam heeft staan.
Julius Schellens (1949, Westerlo) is ervaringsdeskundige: hij werd op zijn 40ste blind. Overigens schreef hij zelf ook een boek ( ‘Mijn Moeder is mijn Mama niet’)


ISBN9789044835489| hardcover | 320 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2019
Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 27 mei 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER