De wonderlijke wereld van bomen
Illustraties: Claire McElfatrick
Tekst: Jen Green
Je ziet het al aan de omslag: niet alleen bomen, ook dieren krijgen aandacht in dit boek.
Maar zo zit de wereld dan ook in elkaar, mensen, dieren en planten, alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden! We hebben elkaar hard nodig!
Het boek is verdeeld in vijf delen met per onderdeeltje eigen hoofdstukken. ‘Wat is een boom', ‘Bloemen, vruchten en zaden', ‘Bevriende bomen', ‘Boomgebieden' en ‘Bomen en wij'.
Er wordt aangegeven waar je een bepaalde boom kan vinden en in wat voor soort habitat (dit woord staat in de woordenlijst) de boom staat, Eventuele bijzonderheden kun je vaak terugvinden (met hulp van de inhoudsopgave).
We hebben op onze aarde verschillende soorten gebieden met een ander klimaat. En in die verschillende gebieden voelen andere bomen zich thuis. Maar ook andere dieren. Hun band met bomen wordt uitgelegd. Een eucalyptus bijvoorbeeld groeit in droge gebieden, met name in Australië. Koala’s zijn afhankelijk van deze boom, zij eten niets anders. Maar een eucalyptusblad heeft weinig voedingswaarde! Dat verklaart waarom een koala een ogenschijnlijk lui dier is.
Bomen zijn sociale levende wezens, net als wij. Zij reiken elkaar hun takken en wortels, om hulp te kunnen bieden. Ze bieden bescherming aan de jonge boompjes en nog meer. De wetenschap heeft dit nog maar net ontdekt, en doet nog volop onderzoek, maar dit staat vast: 'als een boom beschadigd is en dreigt te sterven, krijgt hij eten van de buren om hem in leven te houden.'
In feite zijn er twee soorten bomen, loofbomen en coniferen; binnen deze twee soorten zijn er talloze verschillende vormen. Dat betekent dat ook de takken, de stam en de bast, de wortels en de stronk anders kunnen zijn. Wat is het nut van deze onderdelen? Hoe groeit een boom? Welke dieren en andere organismen hebben er profijt van? Hoe gedragen bomen zich in de verschillende seizoenen? Zulke weetjes staan er volop in, maar er is ook een vrij ingewikkeld verhaal over hoe bomen kunnen eten – en hoe het zit met de afhankelijkheid van de mens van een boom. Fotosynthese, een lastig onderwerp, dat redelijk duidelijk uitgelegd wordt.
Er valt ontzettend veel te vertellen over bomen, en gelukkig is er ook een hoofdstuk aan gewijd, waarom wij mensen ze maar beter kunnen beschermen. Ook al gebruiken we hun hout, eten we hun vruchten en moeten ze wijken vanwege onze welvaart, we kunnen niet zonder bomen, en moeten er voor zorgen dat ze blijven. Hoe meer hoe liever zelfs.
In het het boek vinden we prachtige kleurrijke levensechte illustraties, foto’s gecombineerd met tekeningen. De informatie staat verdeeld over de pagina’s, steeds twee per thema – soms moet je het boek draaien. Het zijn kadertjes met tekst, in verschillende lettertypes. Als je de pagina’s goed bekijkt, kun je ze niet missen. Vaak, maar niet altijd staat er bij de afbeeldingen van dieren en planten ook de naam.
Het boek is gemaakt in samenwerking met de Royal Horticultural Society.
Voorin staat de inhoudsopgave, achterin een lijst met bomen die symbool staan voor een land of regio en een woordenlijst met lastige woorden. Het boek pretendeert niet volledig te zijn, en dat is het dan ook niet. Maar er staat genoeg informatie in voor het weetgierige kind.
Het boek begint met de definitie van een boom: grappig wel: ‘Een boom is een grote plant die ons boven het hoofd groeit.’ Volwassenen begrijpen de dubbele betekenis wel, kinderen waarschijnlijk niet. Dat is vaker het geval met de informatie die in het boek staat, de leeftijdsaanduiding vanaf 6 jaar is nogal optimistisch. Een jaar of tien, denk ik, of anders onder begeleiding.
Jen Green (1955), een Britse auteur, heeft al heel wat non-fictieboeken voor kinderen en volwassenen op haar naam staan.
ISBN 9789000367658 | hardcover | 80 pagina's | Fontaine/Van Halewyck | mei 2019
Leeftijd vanaf 10 jaar (vind ik)
© Marjo, 24 juli 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER