Non-fictie jeugd

Martin Jenkins

Ontdek...
Dierengereedschap
De slimste trucjes uit de dierenwereld
Illustraties: Jane McGuinnes
Tekst: Martin Jenkins


Als je namen van dieren of planten kent dan wordt jouw wereld groter. Het weiland is dan bijvoorbeeld niet één grote grasvlakte maar de madeliefjes, paardenbloemen of klavertjes worden dan ook gezien. En als je ook nog weet wat dieren allemaal doen dan wordt het allemaal nóg leuker en interessanter. Als je een kind daarover vertelt, en helemaal als ze het zien, dan vergeten ze dat nooit meer.

In dit boek lees en zie je over allerlei dieren die bijzondere dingen doen of gebruiken om bijvoorbeeld hun nest te bouwen of om aan eten te komen.
Er zijn bijvoorbeeld vogels die blaadjes aan elkaar naaien! In het kommetje wat ontstaat maken ze hun nestje.
Er zijn vissen die heel hard spugen naar insecten die op een tak zitten, daardoor vallen ze in het water en hap weg spinnetje, regelrecht de maag in van de vis.
Heel apart is de krokodil die takken op zijn kop legt in de hoop dat vogels die willen oppikken voor hun nest. Hap zegt de krokodil dan.
Er zijn ook vogeltjes waarvan het mannetje prachtige huisjes boven met een dakje. Hij legt er ook nog allerlei bloemen en schelpen bij zodat het vrouwtje verleid wordt om bij hem te gaan wonen.

Het is heel grappig om te lezen wat dieren allemaal verzinnen of doen om te verleiden of aan extra eten te komen.
De korte teksten zijn in heel duidelijke letters afgedrukt en de afbeeldingen laten heel goed zien wat voor trucjes de dieren allemaal bedacht hebben.
Jammer dat niet alle dieren in Nederland te zien zijn, maar het is al helemaal leuk dat ze in dit boek kunnen laten zien wat ze allemaal bedenken en gebruiken.


Martin Jenkins werd geboren in Surrey, maar groeide op in Spanje, Ierland en Kent. Hij studeerde biologie aan Cambridge University en werkte voor onder meer de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds. Hij is de auteur van talloze natuurboeken voor kinderen en volwassenen.


ISBN 9789047714743 | Hardcover | 32 pagina's | Lemniscaat | 11 april 2023
Afmeting: 23,8 x 27,7 cm | Vertaald door Steven Blaas | Leeftijd 4+

© Dettie, 6 juli 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Papegaaiduiker
Illustraties: Jenni Desmond
Tekst: Martin Jenkins

Een papegaaiduiker? Wat is dat voor iets?
Het is niet gek als je dat niet weet: een papegaaiduiker is een zeevogel, die we hier in ons koude landje maar zelden zien. Heel af en toe kun je hem spotten aan de kust. Maar dan kun je hem ook haast niet missen: het is de grootste (26-29 cm lang, 50 cm spanwijdte), de snelste maar ook de luidruchtigste zeevogel. Zijn poten zijn feloranje, hij is mollig en ze hebben een aparte snavel. Ze leven vooral aan de Noord-Atlantische kusten en in de winter bevinden ze zich ver op zee.


Als het voorjaar wordt vliegen ze terug naar hun hol, en als het goed is ontmoeten ze dan hun partner van een jaar eerder. Papegaaiduikers zijn namelijk monogaam, ze hebben steeds dezelfde partner. Als ze elkaar zien slaan ze hun snavels tegen elkaar. Die snavels zijn dan felgekleurd. Ze zoeken hun hol op – eventuele indringers worden verjaagd – en maken de boel schoon. En dan wordt er een ei gelegd. Eentje maar. Papa en mama komen om de beurt uit het hol en vliegen dan naar zee. De achtergebleven vogel zit op het ei, dat na weken eindelijk openbarst. En dan begint voor de ouders het harde werk: hun jong voorzien van eten. Ze kunnen wel tot honderd kleine visjes, vooral zandspieringen,  in hun bek meenemen! Natuurlijk zijn er ook vijanden: grotere vogels zoals meeuwen die hun gevangen buit afpakken.


Wil je echt veel te weten komen over deze vogel, dan kun je beter elders zoeken. Er wordt namelijk niet verteld dat ook vossen en ratten deze vogels bedreigen, en dat vooral de mens hun vijand is. Als die geen jacht maken op de papegaaiduiker voor het vlees en de huid, dan vissen ze wel de zee leeg.
Maar het is zeker een prachtig boek, vooral door de mooie illustraties van Jenni Desmond.
Je raakt vast en zeker gecharmeerd door dit koddige beest. Vooral de papegaaiduikerkuikens zijn leuk om te zien!


Martin Jenkins studeerde biologie aan Cambridge University en werkte voor onder meer de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds. Hij schrijft veel prijswinnende non-fictietitels voor kinderen, maar heeft bijvoorbeeld ook Don Quichot en Gullivers reizen herschreven.

Jenni Desmond studeerde Engels, kunstgeschiedenis én kinderboekillustratie. Met haar debuut Red Cat, Blue Cat won ze in 2013 de Cambridgeshire Picture Book Award. Bij Lemniscaat verschenen van haar hand onder meer Zoevende Zebra, Alberts boom, De ijsbeer, De olifant en het met een Vlag & Wimpel bekroonde De blauwe vinvis.

ISBN  9789047714354 | Hardcover | 32 pagina’s | Uitgeverij Lemniscaat | december 2022
Afmetingen: 25 x 28 cm |Leeftijd vanaf 5 jaar| NUR 223 | Illustraties door Jenni Desmond

© Marjo, 14 maart 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Een wereld vol planten
illustraties: James Brown
tekst: Martin Jenkins


Het eerste wat ik dacht toen ik dit boek zag was Wow! Het is namelijk een behoorlijk groot boek (27,5 x 37,5 cm) en alle voorwerpen, planten en letters op de mooi gekleurde cover zijn in een licht reliëf uitgevoerd. Je voelt ze als het ware.


Zo gauw je de inhoudspagina leest, snap je al dat het niet zomaar een boek over planten is. Onderwerpen als; de chemie van de plant, plantennetwerk, koolstofkringloop, de strijd om licht, de korte en lange plantenlevens, stelende planten enz. tonen gelijk dat het een gedegen en serieus boek is dat echt alles over planten en hun bestaan verteld wordt. 


De eerste hoofdstukken zijn vrij pittig, daarin wordt o.a. fotosynthese in woord en beeld uitgelegd - met hun Latijnse namen erbij - . Fotosynthese is het proces waarmee een plant voedsel en zuurstof maakt. Ook de koolstofkringloop wordt behandeld. Een plant kan namelijk koolstof omzetten in zuurstof. Hierdoor blijft de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer beperkt vertelt de schrijver ons. Maar de mens vervuilt de lucht heel erg en het wordt steeds moeilijker om de atmosfeer in evenwicht te houden.


Het hoofdstuk 'Het geheime leven van bloemen' is fascinerend. Daarin wordt precies verteld hoe de bevruchting van de bloemen plaatsvindt met een prachtige, paginagrote verklarende afbeelding erbij. Het is ook bijzonder om te lezen hoe de vogels, bijen, vleermuizen en wind er voor zorgen dat die bevruchting ook plaats kan vinden. Daarover lezen op de volgende pagina's.
Verder gaat het over zaden, die ook voor de voortplanting zorg dragen, en op veel verschillende manier verspreid worden. Een varen heeft daarentegen sporen en die produceren wonderlijk genoeg sperma dat naar de eicel zwemt!


We lezen over bomen en klimplanten, en over de wortels van de planten, hoe zij o.a. om obstakels heen kunnen groeien.
Frappant is dat bepaalde planten ook samenwerken met elkaar bijvoorbeeld schimmels en de wortels van een plant. 'De schimmel neemt water en minerale voedingstoffen uit de aarde op en geeft een deel daarvan door aan de plant. In ruil daarvoor voorziet de plant de schimmel aan zijn fotosyntheseproducten.'


Planten kunnen zich ook 'verdedigen' bijvoorbeeld omdat ze stekels hebben. En sommige passiebloemen hebben stippen op hun bladeren die op vlindereitjes lijken. Vrouwtjesvlinders die een plek zoeken om hun eitjes te leggen - waar rupsen uitkomen die de bladeren opeten - vliegen deze planten voorbij.


We leren hoe woestijnplanten overleven, hoe waterplanten kunnen bestaan zonder weg te rotten en hoe de tropische regenwouden kunnen functioneren en nog véél meer. Het is echt enorm wat dit boek allemaal te bieden heeft.


De taal die gebruikt is, is echter niet makkelijk. Je moet ook zeker bij het begin beginnen met lezen anders mis je de uitleg van dingen die later opnieuw ter sprake komen, zoals bijvoorbeeld fotosynthese.  Maar een kind die erg in planten geïnteresseerd is, heeft met dit boek een prachtig, licht wetenschappelijk werk in handen.

De afbeeldingen zijn ronduit subliem. Ze zijn schitterend uitgevoerd en verklaren uitgebreid wat er in de tekst verteld wordt. De wisselwerking tekst - afbeeldingen is daardoor uitstekend.

Kortom, een prachtig boek voor de jonge biologen onder ons.


Martin Jenkins studeerde biologie aan Cambridge University en werkte voor onder meer de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds. Hij schrijft veel prijswinnende non-fictietitels voor kinderen, maar heeft bijvoorbeeld ook Don Quichot en Gullivers reizen herschreven.


ISBN 9789047711735 | Hardcover | 64 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | november 2019
Vertaald door Jesse Goossens | leeftijd 12+

© Dettie, 19 december 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Bedreigde dieren
Tekst: Martin Jenkins
Illustraties: Tom Frost


Er worden waarschijnlijk meer dieren bedreigd, maar Martin Jenkins beperkt zich hier tot dertig diersoorten.


Dieren van over de hele wereld krijgen ieder twee pagina’s aandacht. Er wordt verteld over de voornaamste kenmerken, waar ze leven – met een kaartje erbij – en bij ieder dier staat ook vermeld hoe het komt dat er nog maar zo weinig exemplaren van zijn.
Dat komt er - weinig verrassend - op neer dat de mens de schuldige is. Dat kan direct zijn: door dieren te veel te bejagen, hetzij om op te eten, hetzij omdat ze iets hebben wat mensen willen bezitten – denk aan ivoor of een mooie vacht – maar ook indirect: de mens eist meer leefruimte waardoor het gebied voor de dieren kleiner wordt of de dieren leggen het loodje vanwege milieuvervuiling, waar de mens ook verantwoordelijk voor is. En ook de klimaatverandering wordt in feite grotendeels veroorzaakt door de mens.


Als je de redenen opsomt waardoor dieren bedreigd worden, lees je daar meteen ook wat de mens er aan kan doen om de populaties weer groter te maken. Niet meer bejagen. De ruimte geven, hetgeen ook kan door ze een nieuw leefgebied te bieden. Een fokprogramma opzetten in dierentuinen, en zelfs bijvoeren kan helpen.


Bij ieder dier worden in een apart staatje gegevens vermeld: hun officiële naam, tot welke familie ze behoren, de IUCN-status, indien bekend het aantal dat nog op de aardbol rondloopt, -zwemt of -vliegt. En waar ze nog voorkomen.
Achter in het boek wordt uitgelegd wat de IUCN-status is. Deze letters staan voor een dierenbeschermingsorganisatie, die regelmatig onderzoekt hoe het gesteld is met de dieren: kritiek, bedreigd, of kwetsbaar is de aanduiding die ze dan toekennen. Er staat overigens ook bij wanneer er het laatst geteld is, en dat betekent soms dat het zomaar zou kunnen zijn dat er vandaag al geen redden meer aan is.

We lezen over dieren waarvan we allemaal wel weten dat er niet veel meer van over zijn: de blauwe vinvis, de ijsbeer, de zwarte neushoorn, het gouden leeuwaapje (alleen in dierentuinen!) en over de minder bekende indri of de fijileguaan, de pardellynx en de numbat. En de kakapo, een soort papegaai.
Wist je dat de paling, onze eigen populaire vis, zich in een kritieke fase bevindt? De anguilla anguilla zwemt helemaal naar de Sargassozee bij de Verenigde Staten om kuit te schieten, om dan weer als jong visje terug te zwemmen naar Europa. Maar zeeën, oceanen en rivieren zijn sterk vervuild, er worden dammen gebouwd en er worden er te veel gevangen. De steur is ook een bedreigde vissoort, maar omdat die gekweekt kan worden, blijft de soort wel bestaan, al is het dan misschien niet in het wild. Dat geldt helaas niet voor de paling.


Het verhaal over de Oostelijke Gorilla ‘Gorilla Beringei’ is ook triest. Deze gorillasoort kan alleen gered worden door hem in contact te brengen met de mens via toerisme. In natuurreservaten raken de dieren gewend aan de mens, en dat brengt geld in het laatje, zodat de leefomgeving in stand kan worden gehouden. Nogal krom...

De okapi is aan het uitsterven ondanks het feit dat ze in reservaten wonen, en in andere beschermde natuurgebieden is de bescherming van olifanten en neushoorns ook niet genoeg. 
Dan zijn er nog de soorten waarvan je misschien denkt ‘die kunnen we wel missen’. Maar ook die zijn onderdeel van de biodiversiteit: het Javaans schubdier, de Koreaanse rombout (een soort libelle) of de alpenboktor.


Martin Jenkins studeerde biologie aan Cambridge University en werkte voor onder meer de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds. Hij schrijft veel prijswinnende non-fictietitels voor kinderen, maar heeft bijvoorbeeld ook Don Quichot en Gullivers reizen herschreven.
Voor dit boek heeft Jenkins samengewerkt met Tom Frost en het resultaat is prachtig! Frost heeft van ieder dier een postzegel gemaakt, in een licht vintage-effect, paginagroot op een van de twee pagina’s afgebeeld. De inhoudsopgave bestaat eveneens uit deze ‘postzegels’.


Een deel van de opbrengst gaat naar het Wereldnatuurfonds om te voorkomen dat we deze dieren straks alleen nog maar op een postzegel zien.


ISBN 9789047710455 | Hardcover |160 pagina's | Cactus | oktober 2018| Vanaf 13 jaar
Vertaald uit het Engels door Jesse Goossens

© Marjo, 18 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER