Non-fictie jeugd

Mel White

Angry Birds
opvliegende verhalen over venijnige vogels
Mel White


Voor mij was de associatie niet meteen duidelijk, maar ieder kind uit de doelgroep zal instemmend knikken; Angry birds. Een populair computerspel bestaande uit woeste agressieve vogels. Zij vormen het uitgangspunt voor dit boek over boze vogels. Boze vogels in de échte wereld wel te verstaan. Wij moderne burgers hebben nogal eens de neiging de natuur als een zoet oord van melk en honing te zien, maar in het echt gaat het er vaak behoorlijk agressief aan toe. Ook in het rijk van de vaak zo idyllisch fluitende bontgekleurde vogels. Dit boek behandelt ze stuk voor stuk,  verdeeld in vier oplopende categorieën; de geïrriteerde vogels, de opvliegende vogels, de kwade vogels, en de withete vogels.
Ieder hoofdstuk heeft in de inleiding één van de virtuele angry birds, en verder komen er échte exemplaren aan bod. Met naam en bijnaam, verblijfplaats, afmeting, anekdotes en aanvullende informatie over agressieve wapenfeiten. Wat ons meteen brengt bij het sterke punt van dit boekje; het is én ontzettend toegankelijk, ik kan het zonder enige moeite cadeau doen aan mijn niet al te dikke boeken lezende neefje van tien, én het is ontzettend informatief. Ook voor grote mensen trouwens. Ik heb me al lezend enorm vermaakt. Ook al omdat de informatie vaak ontzettend grappig is. Het vogelrijk zit namelijk nogal innovatief in elkaar. Vogels hebben door de eeuwen heen de meest vindingrijke strategieën bedacht om aan eten te komen, te overleven, of hun jongen te beschermen. Zo heb je bijvoorbeeld de Kramsvogel, die zijn vijanden op afstand weet te houden door effectieve schijtbombardementen, je hebt de Parelhoenders, die zo hard schreeuwen bij gevaar, dat ze door een bedrijf in Londen aangesteld zijn als beveiligers,  je hebt de Kardinaalsvogel, die vooral zijn mannelijke soortgenoten aanvalt, en die daardoor in autospiegels nogal eens het gevecht aan gaat met zijn eigen spiegelbeeld,  je hebt de Kuifdikkop die een haag van giftige rupsen om zijn nest verzamelt zodat geen vijand er meer bij durft te komen, en je hebt de spotlijster die gezichten onthoud, en vooral bekenden aanvalt, zodat er postbodes zijn die hun wijk niet meer in durven, omdat ze alsmaar aangevallen worden door dezelfde spotvogel.

Ook grappig is dat niet alleen de grote roofvogels agressief zijn, ook de kleine vogeltjes kunnen er vaak wat van. De kolibrie bijvoorbeeld. Niet groter dan tien centimeter, maar hij gaat moeiteloos de strijd aan met vogels die vele malen groter zijn dan hijzelf. Net als het winterkoninkje, zelfs nog iets kleiner dan de kolibrie, die in zijn eentje weliswaar niet zo heel dapper is, maar die collectief gerust een havik aan vallen. Tot slot heb je natuurlijk ook de grote alom bekende agressievelingen. De zwaan bijvoorbeeld, die ik zelf kort geleden met adembenemend geweld bijna een rivaliserend mannetje  zag verdrinken, en die zich ook nogal eens tegen mensen, en kano’s, wil keren. De Roodstaartbuizerd, die  er  gemakkelijk vandoor kan gaan met een kat van zeven kilo in zijn klauwen. De Wigstaartarend die regelmatig in de lucht paragliders aanvalt, en de áller agressiefste van allemaal... de zwartrugfluitvogel. Deze laatste  komt vooral voor in Australië en Nieuw Guinea en is berucht om zijn  aanvallen  op wandelaars, joggers, ruiters en motorrijders. Ze vallen gelukkig ‘alleen’ maar aan in de broedtijd, maar omdat ze volop in de steden en buitenwijken nestelen, maken ze ieder jaar duizenden slachtoffers. Wat schijnt te helpen is een afbeelding van ogen op de achterkant van je hoofddeksel plakken, of een kartonnen doos of plastic ijsbeker op je hoofd zetten. Maar de doelgroep van dit boek voelen zich dan waarschijnlijk zó voor schut staan dat ze liever een flinke sprint maken.


ISBN 978 90 488 1544 9 paperback 160 pagina's | National Geographic | augustus 2012
Vertaling Paul Heijman Leeftijd 12 jaar en ouder

© Willeke, 17 september 2012

Lees de reactiesop het forum en/of reageer, klik HIER