jeugd 13-15 jaar

Ivan Petrus Adriaenssens

Oorlog in Waregem
De laatste weken van de Groote Oorlog
Ivan Petrus Adriaenssens


Waregem is een stad in het zuidoosten van de Belgische provincie West-Vlaanderen, grofweg tussen Gent en Kortrijk gelegen. Het werd tijdens de Eerste Wereldoorlog bezet gebied en lag vlak bij het steeds wisselende front. In 1918 voerden Amerikaanse en Franse troepen een hevige strijd om de bevrijding van de gemeente. In de laatste maanden lieten de Duitsers een paar belangrijke gebouwen opblazen, waaronder het station en de kerktoren, want dat kon een uitkijkpunt zijn. Ook het vliegveld, Deselgem werd zwaar beschoten, waardoor het stadje eveneens schade opliep. Er vielen ook burgerslachtoffers.
Een aantal kinderen kwam in maart 1918 om het leven door een tragisch ongeluk. Zie uitzending van  vrt.be over dit onderwerp)


De 91ste en 37ste divisies van het Amerikaanse leger raakten betrokken bij de gevechten in en rond de Spitaalsbossen waardoor er veel slachtoffers vielen. De meesten van hen, zij niet niet gerepatrieerd werden, liggen begraven op het Flanders Field American Cemetery, de enige Amerikaanse militaire begraafplaats in België met gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Toen Ivan Petrus Adriaenssens gevraagd werd door de stad Waregem om de laatste weken van die oorlog in en rond deze stad in beeld te brengen, ging hij aan het werk om het verhaal in een graphic novel te vertellen, speciaal voor jongeren.


In ‘Oorlog in Wargem’ laat een leraar zijn studenten uit een bak een papiertje pakken met daarop een opdracht. Op het briefje van Jim staat: ‘de 4 ruiters van de Apocalyps (dat zijn de dood, oorlog, honger en ziekte)’ en op dat van Sophia staat ‘historisch dagboek.’
Omdat in 2018 in Waregem de oorlog en wat er in Waregem honderd jaar geleden gebeurde herdacht wordt, besluit Sophia te zoeken naar een dagboek dat daar bij past. En ze wil wel samenwerken met Jim.
Hoewel Jim zijn onderwerp best lastig vindt, lijkt dat samenwerken hem helemaal goed. En dus gaan ze op zoek, in de bibliotheek, op internet, en in de archieven.
Sophia vindt het dagboek van Edwin J. Tippet, dat begint vanaf het moment dat de mobilisatie in de Verenigde Staten een feit was, juli 1917.


Ze stuiten op het verhaal van de ontplofte obus waarbij de kinderen omkwamen, lezen verhalen van Amerikaanse soldaten die op het Flanders Field Cemetery liggen, Jim stuit op een advertentie waarin een S.I.W armband te koop is (Self-Inflicted Wound, soldaten die zichzelf verwondden en als lafaards juist ingezet werden op de gevaarlijkste plek aan het front. Hij koopt een armband voor Sophia, zonder te weten wat voor gevolgen dat zal hebben voor hen tweeën.
Sophia neemt Jim mee naar het museum in Waregem, de renbaan, waar het verhaal verteld wordt van al die paarden in de oorlog.
Dit voor het verhaal.


In een graphic novel is natuurlijk ook de vorm belangrijk. De tekeningen zijn vrij groot en duidelijk, spreken voor een deel ook voor zich. Zo niet, dan staat er in spraakballonnen een dialoog. Voor het heden worden heldere kleuren gebruikt, en als er flashbacks zijn - bijvoorbeeld ook over de aanleiding van de Amerikaanse deelname, de Lusitania, die door de Duitsers gebombardeerd werd en verging – worden sepiatinten gebruikt.  
Voor meer informatie vind je aan het einde van het getekende verhaal informatie, ook over hoe dit boek tot stand is gekomen.


Eerder maakte tekenaar en animator Ivan Petrus Adriaenssens (1969) al graphic novels over de Eerste Wereldoorlog: Afspraak in Nieuwpoort, Elsie en Mairi en de laatste Braedy.


ISBN 9789401456661 | Hardcover | 119 pagina's | Uitgeverij Lannoo | oktober 2018

© Marjo, 30 juni 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER