jeugd 13-15 jaar

Tom Avery

https://toomuchavery.wordpress.com

 

De schaduw van mijn broer 
Tom Avery


‘Hak mij doormidden. Wat valt daar te tellen? Kun je zien hoeveel jaar ik ben? Of zit er iets anders vanbinnen?


Zou je in mij alle gemis vinden, alle pijn? Zou je in mij een geheim vinden, zo groot als een heel dik boek? Kun je aan onze pijn zien hoeveel jaar we zijn?
Hak in een boom, en als hij dan verder groeit, groeit het litteken mee. Het gaat niet dicht. Het geneest niet. Het groeit gewoon met de boom mee.
Mij littekens lijken groot. Even groot als ik. Ik wil groeien, maar groeien zij dan mee? Of genezen ze?
Ik bevries zoals ze nu zijn, want ze mogen niet groter worden. Ik bevries alles hier.’


Ze kent ze allemaal, de bomen in Londen, want het is het enige boek dat ze nog leest, het boek over bomen met hun moeilijke namen, hun eigenschappen. Het bijzondere boek, omdat het van een speciaal iemand komt.
De elfjarige Kaia, de ik-verteller, zit in de klas als ze de jongen voor het eerst ziet.


‘Het was winter toen hij kwam. De ijzige wind blies dwars door zijn haveloze kleren. Zijn huid was ruw en rood en zijn kapotte kleren bloedden. Hij drukte zijn gezicht tegen de ruit.’


Enkele klasgenoten noemen haar een freak, maar ooit had ze vriendinnen en las ze dezelfde boeken als zij. Ze deed nog mee in de klas. Nu zit ze er wel, maar ze is er niet.


‘Ik, Kaia, ben voorgoed bevroren.
Voorgoed bevroren Kaia ben ik.
Ik, voorgoed Kaia, ben bevroren.’

Zo is haar leven sinds ze haar oudere broer Mozes dood vond op zijn kamer. Ze is alleen, totaal alleen, want het enige andere gezinslid, haar moeder, kan evenmin omgaan met het verlies van haar zoon. Ze is haar baan intussen kwijtgeraakt en drinkt. Het is Kaia die voor haar moeder zorgt, en dat maakt alles nog erger.
Maar nu is er de jongen. Hij praat niet, zit stil naast Kaia. Maar hij is haar troost, de uitweg uit een wanhopig, haast uitzichtloos leven. Hij geeft haar de warmte waardoor ze langzaam kan ontdooien.


We lezen over het meisje vanuit haar eigen perspectief. Het is ontzettend aangrijpend hoe ze vertelt over haar eenzaamheid, haar onvermogen nog aansluiting te vinden in de wereld die natuurlijk gewoon doorgaat. Over de leraar en haar klasgenoten die niet weten hoe ze met haar moeten omgaan. Het enige lichtpuntje is haar broer die af en toe nog met haar praat, maar haar aanspoort hem los te laten.


Niemand kan dit verhaal lezen zonder een brok in de keel, je zou het meisje zo graag willen helpen, maar je moet het doen met haar verhaal. En met de sfeervolle tekeningen door het hele boek heen, soms dubbele pagina’s, in wazige zwart-grijstinten, perfect het verdriet en de wanhoop van het kind vertolkend. Deze tekeningen zijn van Kate Grove, kunstenares in Londen. Prachtig hoe zij met bladeren en bomen precies de juiste sfeer weergeeft.


Is het verhaal op zich al heel mooi en aangrijpend, Tom Avery geeft de innerlijke wereld van het meisje invoelend en treffend weer, en heeft ook nog een mooie schrijfstijl met veel vergelijkingen, een schrijfstijl die hij laat behandelen in de lessen op school. Het is ook een schoolopdracht die er voor zorgt dat het boek - gelukkig - een positief einde krijgt.


Het boek werd genomineerd voor The Carnegie Medal 2015.


Tom Avery groeide op in Londen, in een grote, luidruchtige familie. Hij volgde een opleiding tot leraar en heeft les gegeven op scholen in Londen en Birmingham. Inmiddels woont hij in Amsterdam met zijn vrouw en twee zoontjes.


ISBN 9789025867904 | Paperback | 176 pagina's | Leopold | september 2015 | Vanaf 10 jaar.
Illustraties van Kate Grove | Vertaald uit het Engels door Aleid van Eekelen-Benders

© Marjo, 30 december 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER