Hele verhalen voor een halve soldaat
Benny Lindelauf
Een land in oorlog. Zes broers die hun leven leiden zonder ouders. En zes maal een brief van het Ministerie van Oorlog, van steeds ongeveer deze strekking.
‘Dat het hun ONTZETTEND speet.
Dat NIEMAND een oorlog zou mogen worden in gestuurd.
Dat het misdadig was.
Dat ze er zelf ook ’s nachts SLECHT van sliepen.
Maar dat er ook GOED nieuws was.
Oorlogen veranderen namelijk
ALTIJD weer in VREDES!!!
En vaan VEEL SNELLER dan gedacht.
Maar dat oorlogen dat niet vanzelf deden.
Veranderen in vredes.
Helaas.’
Of de betreffende broer zich naar wachtpost 7787 wil begeven en vooral niet wil vergeten een gift mee te nemen.
Oudste broer gaat zonder protest. Tweede Oudstebroer trekt zonder te morren zijn laarzen aan. Derde Oudstebroer en Vierde Oudstebroer volgen. En na Vijfde Oudstebroer is Jongstebroer aan de beurt.
Als hij bij de wachtpost aankomt wordt hem net als de anderen gevraagd om een gift. Maar geen van de broers had een gift, geen fysieke gift tenminste. Maar de gave om een verhaal te vertellen hebben ze wel, en in ruil voor het verhaal mogen ze dan door. De oorlog in.
De vijf broers vertellen hun verhaal onder een voorwaarde, die ze in het oor van de wacht fluisteren.
Jongstebroer zal ontdekken wat die voorwaarde was, als hij op zijn beurt aankomt. Wat zal zijn gift zijn?
Het boek is een raamvertelling. De verhalen over een behekst meer, over een poppenspeler die over lijken gaat om succes te hebben en over een jongeman die zo mooi is dat de mannen uit zijn dorp hem van pure jaloezie het liefst een kopje kleiner maken vormen de hoofdmoot.
‘Er zijn mensen met paleizen,’ riep ze. ‘En met zoveel geld dat ze erin kunnen baden. En wat hebben wij? Niks!’
Niksnut III had haar een moment peinzend aangekeken.
‘Wij hebben lege borden’, zei hij toen, alsof dat het mooiste was dat bestond. En hij legde uit dat koningen en keizers zo rijk konden zijn als ze waren, maar dat wat op hun bord lag, lag op hun bord. Hadden ze fazant, dan hadden ze fazant. Aten ze varkenspootjes, dan lagen er varkenspootjes.
‘Maar op een leeg bord kan nog van alles komen te liggen!’
‘Er zit maar één ding op,’ zei de dorpsoudste. ‘De zoon van de pottenbakker moet trouwen. Nadat hij is getrouwd, zullen onze vrouwen, dochters en sommige van onze zonen vanzelf weer bij zinnen komen.’
Wie Lindelauf kent verwacht ook nu een pareltje, en wordt dan ook niet teleurgesteld: prachtige zinnen, rake typeringen, het is een feest om te lezen. De verhalen zijn sprookjesachtig, je kan ze lezen als gewoon ‘een verhaal’, maar zoals echte sprookjes dat hebben, zit er ook hier een grimmige kant aan, en ze hebben een diepere laag voor wie die wil ontdekken.
Dan zijn er nog de tekeningen, pagina vullend, van Ludwig Volbeda, die perfect passen bij het verhaal.
ISBN 9789021414713 | hardcover |288 pagina's | Uitgeverij Querido| oktober 2020
Illustraties van Ludwig Volbeda | Leeftijd vanaf 13 jaar
© Marjo, 18 januari 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER