Blikvanger
Victor Kammeijer
De 13-jarige Bruno lijkt niet echt vrienden te hebben, hij zit op zijn kamer en speelt spelletjes: ‘een paar uur zonder medelijden zinloos moorden’ geen wonder dat hij zich verveelt. Gelukkig blijkt al snel dat dit gewelddadige begin niet de voorbode is van een verhaal vol geweld! De schrijver wil de lezer even op het verkeerde been zetten, maar we hervinden snel weer ons evenwicht, als Bruno een meisje leert kennen, dat totaal andere interesses heeft. De ontmoeting vindt plaats in een supermarkt waar Bruno geen winkelmandje heeft gepakt zoals dat hoort...
Als hij vraagt of zijn zak kroepoek in de winkelwagen van het meisje mag weigert zij dat tot zijn verbijstering: ‘In m’n karretje komen geen spullen die door dierenbeulen zijn gemaakt’ en ze legt uit dat hoe kroepoek gemaakt wordt. ‘Een garnaal voelt ook pijn hoor.’ Bruno’s fantasie slaat op hol:
‘Hij stelt zich een garnaal met pijn voor. Een garnaal die jankend naar zijn moeder zwemt voor een pleister, omdat hij z’n staart ergens aan heeft gesneden toen hij aan het spelen was. Zijn moeder zegt dat-ie zich niet zo moet aanstellen en stuurt hem zonder pleister weg. Bruno ziet de garnaal nu eenzaam door de zee zwemmen, met z’n bloedende staartje en huilerige oogjes, waardoor het diertje niet goed oplet en rechtstreeks een sleepnet in zwemt.
Doodsbang grijpt de garnaal de randen van een maas van het net vast, alsof het de tralies van een gevangenis zijn.‘
Zonder boodschappen staat hij even later weer buiten en als hij een loempiakar ziet, besluit hij daar maar wat te kopen. Een andere klant zegt tegen hem: ‘Zo, dus jij gaat ook lekker je bekkie branden aan een in deeg gerolde pekinees?’’ waardoor Bruno begint te twijfelen. Wat zit er eigenlijk in die loempia?
Even later ziet hij het meisje uit de supermarkt weer, ze is op een minigolfbaan en slaat zomaar dat balletje in één keer in de putjes!
‘Yes!’ zegt ze. 'Is m’n vierde al vandaag.’
’Wat?’
‘Hole-in-one.’
’Hoolinwan?’ vraagt Bruno aarzelend. ‘Wat bedoel je? Als de vierde keer in één keer?’
‘Zeg ik toch?’
‘O, het klonk meer als een gerecht van de afhaalchinees,’ zegt Bruno, waarna hij z’n arm omhoogsteekt en ‘Mag ik éénmaal holinwàn?’roept.
Het meisje giechelt. ‘Ik bedoel hole-in-one, op z’n Engels dus…’
‘Ok. Speel jij vaker midgetgolf?’
‘Het heet minigolf hoor,’ antwoordt het meisje een beetje kattig. ‘Een midget is een dwerg.’
’O, nou, ik zag anders wel dat er dwerggeitjes over de baan lopen. Midgetgeitjes, bedoel ik.’
Misschien klinkt het vreemd, maar na dit gebekvecht groeit er een vriendschap tussen de twee kinderen. Iris blijkt vegetariër, en is een fel tegenstander van dierenproeven, jacht en andere oorzaken van dierenleed. Bruno heeft daar nog nooit zo over nagedacht, maar doet dat nu wel. Hij stelt vragen die best lastig zijn voor Iris. Want waarom wel schoenen? En slaat ze wèl een mug dood?
Maar als ze horen dat er in de stad een bedrijf is dat proeven doet op dieren, slaan ze de handen ineen, en gaan op zoek naar dat bedrijf.
Intussen wordt Bruno Iris’ caddie, hij helpt haar met de training voor het Nederlands Kampioenschap minigolf. Net zo min als hij zal de lezer weten dat er zoveel soorten ballen zijn! Hij heeft ook een vegertje om de baan schoon te poetsen en een doek om de ballen schoon te houden. Soms is het saai, maar Bruno denkt graag na over van alles, en wil daar ook over praten. Over racisme en discriminatie bijvoorbeeld praten ze. En over de toekomst die Iris heeft: ze heeft beperkt zicht (kokerzicht) en kan ook blind worden. Daar komt de titel van het boek om de hoek kijken: als de kampioenschappen zich gedeeltelijk in het donker blijken af te spelen, waar Iris dus niets ziet, is er een onverwachte ‘blikvanger’ om haar te helpen.
Het is een spannend verhaal waarbij Victor Kammeijer nogal wat onderwerpen aan de orde wil stellen. Naast reeds genoemde thema’s is er ook nog beginnende puberteit en alcoholisme, de problematiek van eenoudergezinnen en architectuur. Toch brengt Kammeijer alles op een dusdanige avontuurlijke wijze, met vooral ook veel humor dat het allemaal wel te behappen blijft. In feite komt alles neer op die ene gemene deler: vooroordeel.
Als je eerst eens verder kijkt dan je neus lang is, ontdek je dat de wereld heel interessant is.
Je kan het boek lezen als een lekker spannend verhaal maar het is mooi meegenomen als bijvoorbeeld de kleine filosofietjes, waarbij onderwerpen van meer kanten belicht worden, de lezer aan het denken zetten.
En het blijft een jeugdboek: soms gaan de dingen erg makkelijk, en het einde is nogal sprookjesachtig.
Victor Kammeijer (1972) studeerde eind jaren negentig Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie ging hij aan het werk als freelance copywriter en tekstschrijver van vooral zakelijke teksten.
ISBN 9789044833485 | hardcover | 204 pagina's | Clavis | oktober 2018 | Vanaf 13 jaar.
Geïllustreerd door Roman Plaghki
© Marjo, 29 december 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER