Het geheim van Chandra Taal
Deel 2 uit de serie M.
Helena Daelman
O ja, M.! Meteen komt het eerste avontuur, De Magische reis, weer in het geheugen terug. Matthias’ vader is verdwenen toen hij een zeereis aan het maken was. Met behulp van de schilderijjongen M. gaat Matthias op zoek naar zijn vader. M. is een magisch personage. Hij is een geschilderde jongen, moet dus oppassen voor water, maar wat hem vooral bijzonder maakt is dat hij magische gaven heeft. Hij kan reizen door de tijd. Door alleen maar een plaats aan te wijzen op een wereldbol of kaart reist hij zo naar de gewenste plek. Als Matthias zijn hand vasthoudt, kan hij mee. Zo heeft de jongen ontdekt dat hij in Mud, een dorpje in de Himalaya een halfzusje heeft. Thuis vertelt hij daar niets over, maar als hij nu in het tweede deel – het is een jaar later – bericht krijgt dat er iets met Gawe, het zusje, aan de hand is, gaat hij opnieuw met M. op reis.
Dit keer gaat het meisje Rinske ook mee. Zij wordt wel gewaarschuwd: de reis kan gevaarlijk zijn, en ontberingen zal ze ook tegenkomen. Ze wil toch mee, ze is nieuwsgierig en de jongens verzekeren haar dat niemand thuis zal merken dat ze weg geweest zijn. De taal is ook geen probleem: M. hoeft maar met zijn vinger over hun voorhoofden te strijken en ze begrijpen en spreken de taal van de plek waar ze zijn. Met z’n drieën arriveren ze bij een dodelijk ongeruste Pema, de moeder van Gawe. Zij laat hen de boodschap zien, die opgesteld is in Chinese tekens. Vertaald:
’Geef ons het geheim van Chandra Taal in ruil voor het kind. Eens de klok middernacht heeft geslagen, in de nacht van het laatste maankwartier zal de uitwisseling plaatsvinden onder het alziend oog van de witte dame met duizend armen.’
Zeven dagen hebben ze om het geheim te vinden, en ze hebben geen idee. Wat is Chandra Taal? Wat voor geheim bedoelen die ontvoerders?
De eerste vraag wordt beantwoord: Chandra Taal betekent meer van de maan, het bevindt zich op het plateau van Samudra Tapu, en het is de bron van de Chandra rivier. Maar wat voor geheim daar mee verbonden is, niemand heeft een idee.
Als ze op pad gaan naar het meer, neemt Matthias de rugzak van zijn vader mee, die nog bij Pema lag. In de tas ontdekt hij het visitekaartje van ene Dr Amit Tekwani, de man met wie zijn vader op expeditie was. Ze weten niet beter te doen, dan die man op te zoeken, en dan begint het avontuur pas echt. Hij vertelt hen over een raadselachtig wezen dat hij tijdens een expeditie met Jean, Matthias’ vader, gespot had bij Chandra Taal. Hij had foto’s die hij Jean liet zien. Ze dachten dat het een buitenaards wezen was, een andere verklaring was er niet. Hun onderzoek ter plaatse leverde niets op en toen ze terugkwamen in New Delhi, werden ze opgewacht door de veiligheidsdienst en moesten ze al hun gegevens en foto’s afgeven. Een jaar later wilde Jean Dr Tekwani bezoeken, maar verdween op zee.
Dr Tekwani wil de kinderen best helpen, maar waarschuwt: het is erg gevaarlijk. Helaas blijkt dat maar al te waar. Toch gaan ze verder op onderzoek, en komen in Mexico, waar ze de jongen Pablo ontmoeten. Matthias probeert de hallucinante stof Peyote, ze raadplegen een sjamaan, reizen door naar China en intussen tikt de klok door. Zullen ze het meisje op tijd terugvinden?
‘Ik voel me rot. Mijn zusje zit ergens aan de andere kant van de wereld, gevangen gehouden, in omstandigheden die we niet kennen. Hier zit ik dan, machteloos, het spoor bijster, zonder aanwijzing of gids… was mijn pa er maar om me de weg te wijzen, net als de vorige keer.’
Er zijn nog een heleboel open vragen aan het einde van deel twee, dus we zullen deel drie af moeten wachten. Het is weer een erg avontuurlijk en spannend verhaal, waarbij aandacht besteed wordt aan sagen en legenden. Het taalgebruik is nogal Vlaams, en ik begrijp bijvoorbeeld niet waarom de schrijfster in plaats van het woord raadsel, dat ook gebruikt wordt, ineens het woord enigma gebruikt.
Maar Helena Daelman bezit genoeg fantasie om er een aantrekkelijk verhaal van te maken, dat je met graagte uitleest. Teleportatie via Google! Je moet er maar op komen.
Helena Daelman (1972) behaalde een master in de "Journalistiek en Audiovisuele Media" aan het RITS in Brussel. Dertien jaar werkte ze als journaliste en eindredacteur voor de Vlaamse televisie (1995 - 2008) en daarna koos ze bewust voor de zachte sector, waar ze als vormingsmedewerker (2008 - 2013) aan de slag ging in een centrum voor volwassenen met een mentale beperking.
In 2015 verscheen haar eerste jeugdroman M - De Magische Reis, waar dit boek een vervolg op is.
ISBN 9789462420526 | Paperback met flappen | 191 pagina's | Uitgeverij Kramat | augustus 2016
Leeftijd vanaf 13 jaar
© Marjo, 15 februari 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
M - De magische reis
Deel 1 uit de serie M.
Helena Daelman
Het is al acht jaar geleden dat de vader van Matthias op zijn zeilreis verdween. Ergens bij de Kaap-Verdische eilanden moet hij geweest zijn, denkt Matthias. Al is hij zestien nu, hij kan er nog steeds niet mee leven dat zijn geliefde vader - zijn maatje, zijn held - verdwenen is. Zijn moeder vindt dat hij nu eindelijk eens moet verwerken, en ze dwingt hem haast om het atelier van zijn vader binnen te gaan. Hij moet iets kiezen om op zijn kamer te hangen, dat zou een eerste stap zijn, vindt ze.
‘In elke penseelstreek vind je zijn ideeën, zijn geest, zijn humor, zijn glimlach terug... Zijn werken houden hem een beetje in leven. Dàt is toch wat je wilt?’ zucht ze diep.’
Het is al met tegenzin dat Matthias mee gaat, en haar gedram loopt uit op tranen en ruzie. Als hij later door de stad loopt maakt hij een paar keer iets vreemds mee. Hij ‘ ziet’ zijn vader, en iemand sist hem toe dat hij terug moet naar het atelier. Maar er is niemand!
Op school wachten zijn kwelgeesten hem op en de les verbruit hij. Gelukkig is daar Rinske, het mooiste meisje van de klas - dat vindt hij - die hem niet met rust laat. Mede door haar aandringen gaat hij inderdaad terug naar het atelier, en blijft staan voor dat ene onafgemaakte schilderij. ‘Magie’ heet het. Wat er dan gebeurt is inderdaad pure magie... De speurtocht naar de verdwenen vader begint. De jongen en zijn metgezel komen in Haïti, in Congo en Angola, en zelfs in de Himalaya! Vindt hij zijn vader? En wie is zijn maatje eigenlijk?
Het is een bijzonder verhaal. Over vriendschap en samen problemen oplossen. Over omgaan met rouw. Het verhaal is echt magisch, alles kan zomaar. En het leest als een trein, waarbij de informatie over de genoemde landen mooi zijn meegenomen. Het enige minpuntje vind ik dat de schrijfster een echt Vlaams taalgebruik hanteert, waarbij menig Nederlandse jongere toch zijn wenkbrauwen zal fronsen. Ook is het nogal een popi-jopistijl. Tja, moet ieder boek keurig ABN zijn? Ik ben er wel een voorstander van. Maar toch: het is een verhaal dat je meesleept op zijn magische reis!
'Holderdebolder, dit is niet het circuit van Zolder. M en ik krijgen aan de Congolese grensstrook een lift van een vrolijke bende in een versleten vrachtwagen. Eén goedlachse man zit achter het stuur en twee handlangers zitten in de laadbak achteraan. Dankbaar posteren we ons mee achter het dashboard. Hier hebben we een redelijk goed zicht op de weg. Maar een wiegende maagd Maria aan de achteruitkijkspiegel leidt onze blik van links naar rechts. Erger dan een pingpongwedstrijd. Onder deze dreigende kerkelijke hypnose zetten we onze reis verder, het binnenland van Angola in. De zwevende maagd schijnt onze chauffeur totaal niet te deren. Opgewekt en fier stelt hij zich voor als ‘ Firmin, le chef du chemin’ en de vliegende Maria is zijn trouwe copiloot. Zij behoedt hem voor pech onderweg.’
Helena Daelman schreef het eerste deel van een reeks voor "young adults". De schrijfster is journaliste, werkte voor de VRT en woont in Frankrijk.
ISBN 9789462420267| Paperback| 172 pagina's| Uitgeverij Kramat| maart 2015
Leeftijd vanaf 13 jaar
© Marjo, 24 augustus 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER