De rode vrijbuiter
Aangezien ik een zwak heb voor schepen, duikboten; kortom alles wat men water te maken heeft, heb ik weer een boek genomen dat met schepen te maken heeft. Het draagt de titel "De rode Vrijbuiter", geschreven door James Fenimore Cooper in 1759, vertaald in het Nederlands door J.J.A. Goeverneur en uitgegeven in Antwerpen, 1951.
Ik hoor het merendeel al zeggen: "Wat een oud boek; het staat toch vol archaïsmen en voldoet toch niet meer aan de huidige taalnormen?" Juist. Taalkundig kunnen we dit volledig wegcijferen naar een oud, bijna geschiedkundig boek. Maar er moet ook bijgezegd worden dat niet alleen het tijdstip telt waarop het geschreven is, maar ook de context. En dat is toch waarom het te doen is. Het verhaal bevat dan enkele archaïsmen, geen enkel ervan was onvertaalbaar naar het huidige Algemeen Nederlands.
Het begint met een korte beschrijving van de kleine zeestad Newport in Noord-Amerika. Fenimore beschrijft in het kort de nabije geschiedenis van Newport, wat een toch niet onbelangrijk detail is om een verhaal mee aan te vangen. Hoe meer men geïnformeerd wordt, des te beter. Men heeft immers een solide fundering nodig om dan de verwijzingen in het verleden - die in het verhaal voorkomen - beter te kunnen begrijpen.
Het verhaal speelt zich dus af in de kleine zeestad Newport, in de ook zeer kleine Noordamerikaanse staat Rhode-Island, in het jaar 1759. Het begint op een heldere morgen waar drie mannen slenteren op een wegje niet ver van Newport. Het zijn Guinea, Richard Fid en Wilder. Guinea wordt wel eens Scipio Afrikanus genoemd en Wilder wordt Heinrich Arf of Heinrich De Lacey genoemd; Wilder gebruikt hij echter het liefst.
Ze bekijken bewonderend het schip "Koningin Carolina". Enkele ogenblikken later voegt een heer, advocaat Sunder, zich bij het gezelschap. Via die advocaat Sunder krijgt Wilder de kans om kapitein van het schip te worden. Omdat de kapitein van het schip een been had gebroken, was tijdelijk zijn plaats vacant; er moest dus ook snel iemand gevonden worden. Wilder aanvaardt dit aanbod maar al te graag en wordt zo kapitein van de "Carolina".
Aan boord van de "Carolina" reizen ook twee vrouwen; mevrouw Willis, gouvernante van de dochter van generaal Grayson en mevrouw de Lacey, zuster van de generaal en weduwe van admiraal de Lacey. Deze dames, het drietallig gezelschap, scheepsvolk en de waard van "Het onklare Anker" beleven in dit verhaal dolle avonturen.
Het schip "Carolina" maakt water na een storm, het scheepsvolk vlucht met boten en laten een reddingsbootje achter, waarvan het mechanisme, nodig om de boot in zee telaten, volledig vernietigd wordt door de storm. Dit bootje is achtergelaten voor Wilder en de dames, die het verzuimen mee weg te vluchten met het ruwe scheepsvolk.
De beide dames gaan samen met Wilder in dat bootje, zetten zich erin en wachtten tot het dek onder water stond. Zo lieten zij zich van de boot wegdrijven. Enkele uren later worden zij opgepikt door "De dolfijn", bijgenaamd de "Rode Vrijbuiter". Daarna, wanneer de dames zich al aan boord van "De dolfijn" bevinden, wordt het schip aangevallen door "De Pijl", het moederschip van Wilder. Op "De Pijl" is Wilder opgedragen te spioneren en op het schip "De Carolina" en "De Dolfijn", wat hem trouwens zeer goed gelukt is.
Wanneer het drietal, waarover ik in het begin al gesproken heb, veroordeeld wordt wegens verraad, komt mevrouw de Lacey tot de ontdekking dat Wilder haar vermiste zoon is. Zo worden ze gespaard van de dood, maar helaas sterft Guinea toch; hij wordt geraakt door een kogel tijdens het gevecht tussen "De Dolfijn" en "De Pijl". Zo komt toch nog alles op z'n pootjes terecht en Wilder vindt z'n oom Walther Walladmor terug. Hij is de broer van mevrouw Willis, de gouvernante van Gertrude Grayson. Ook wordt ontsluierd dat Walther Walladmor de gevreesde Rode Vrijbuiter is...
Fenimore schrijft heel krokant; wat zorgt dat het verhaal heel vlug te doorlezen is. Toen ik dit boek aan het lezen was, had ik er totaal geen benul van hoe vlug ik eigenlijk aan het lezen was, ik was immers volledig weggenomen uit de echte wereld naar de haven van Newport, tijdstip 1759. Maar toen ik eens op de klok keek, zag ik hoe vlug ik eigenlijk aan het lezen was, zonder het zelf te beseffen.
Fenimore gebruikt wel veel directe rede, iets te veel naar m'n zin. Maar daarentegen staat dan dat die zinnen wel lucht geschreven zijn; makkelijk te lezen. Naar het einde toe raak je soms wel even de draad kwijt tussen de verschillende verbanden tussen de personen. Bijvoorbeeld hoe het nu zat met die oom van Wilder of met die gouvernante van de dochter van generaal Grayson. Maar waneer je dan de eerste twee hoofdstukken weer even vluchtig doorneemt, ben je wel weer bij de pinken.
"De Rode Vrijbuiter" is echt een van die stoere zeemansverhalen, die volgens mij zeker een herdruk verdient.
(vanaf 13 jaar)
ISBN: 9789041200082
© tomaski
Voor meer informatie over de schrijver (Engels) klik op de afbeelding. Cooper is vooral bekend om zijn boek 'De laatste der Mohikanen'.
Lees de reacties op het forum, klik hier!