Non-fictie

Paul Jankowski

Allen tegen allen
De lange winter van 1933 en het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog
Paul Jankowski


Het scharnierpunt van dit boek is het jaar 1933. Het internationale overleg na WO I over herstelbetalingen, schuldensanering en ontwapening mislukte. De Volkenbond verloor zijn grip op de wereldpolitiek. Japan, Italië en Duitsland konden ongehinderd een agressieve buitenlandse politiek voeren. Landen konden het nergens meer over eens worden. Vandaar de titel van dit boek. Vanaf 1933 bevond de wereld zich op de weg die naar de Tweede Wereldoorlog leidde.


Maar wie zag dat aankomen? Het antwoord is: vrijwel niemand. Zodra Hitler aan de macht kwam, voerde hij censuur in, arresteerde hij politieke tegenstanders, vervolgde hij de Joden, verbood hij partijen en verenigingen. En toch schreven kranten in binnen- en buitenland dat Hitler had beloofd de grondwet te zullen respecteren en dat men op die garantie moest vertrouwen. De Angelsaksische pers besteedde amper aandacht aan het toenemend geweld in Duitsland. De Daily Express schreef het antisemitisme in Duitsland toe aan Joden die zich wereldwijd verenigden om een economische en financiële oorlog tegen Duitsland te voeren (blz. 334). De Times vond dat het geweld in Duitsland in de eerste plaats een zaak van de Duitsers zelf was (blz. 335). De New York Times berichtte dat uit niets bleek dat Hitler zich in zijn buitenlands beleid onredelijk zou opstellen (blz. 342).


Wereldwijd sloot men de ogen voor wat men niet wilde zien. Kranten die wèl over de excessen in Duitsland berichtten, zwegen weer over de gruwelen in de Sovjet-Unie (blz. 353). Correspondent Walter Duranty berichtte in zijn krant dat de Sovjet-Unie grote economische problemen had waaraan het regime zeer bekwaam het hoofd bood. Op dat moment stierven in Oekraïne miljoenen mensen de hongerdood. Die hongersnood wordt nu toegeschreven aan het wanbeleid van Stalin. Maar tijdgenoot en bekend schrijver André Gide vond dat de Sovjetterreur de belofte van een grootse toekomst inhield (blz. 355).


Wie dit boek leest, stelt zich als vanzelf de vraag hoe het staat met de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de hedendaagse berichtgeving. En daar blijft het niet bij. In de tien jaar voor de Tweede Wereldoorlog werd een politiek van ‘appeasement’ gezien als ‘verstandig nationaal beleid’ en niet als een vorm van ‘lafhartige capitulatie’ (blz. 349). Hoe staat het met het beoordelingsvermogen van de huidige wereldleiders?


Paul Jankowski beschrijft de dilemma’s waar de grote mogendheden voor stonden en hun onvermogen om tot samenwerking te komen. In westerse democratieën spraken veel ‘progressieven’ zich uit voor collectieve veiligheid en voor vrijhandel. “Maar diezelfde progressieven deinsden ook terug voor het verdedigen van deze beginselen als de risico’s te groot dreigden te worden” (blz. 430). Vanaf 1933 keken drie roofzuchtige landen (Italië, Japan en Duitsland) hoe ver zij konden gaan bij drie landen die een beleid van isolement en appeasement volgden (Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk). Na zeven jaar mondde dat uit in een vernietigende wereldoorlog.


Uit dit boek blijkt hoe moeilijk het is om gebeurtenissen te duiden als je midden in een proces zit. Slechts enkelen slagen erin om het dieperliggende patroon te zien en te onderkennen waar dat op uit loopt. Selectieve berichtgeving en kortzichtig beleid van politici, die herkozen willen worden, is funest.


Het proza van Jankowski is best ingewikkeld. Desalniettemin schreef hij met grote kennis van zaken een belangwekkend en actueel boek. Als we grote fouten uit het verleden in de huidige constellatie willen vermijden doen we er goed aan kennis te nemen van dit boek. In de woorden van de schrijver: “Iemand die nu kennisneemt van de kranten uit de jaren dertig ontkomt niet af en toe aan een huivering van herkenning” (blz. 9).


Een paar opmerkingen.


Op blz. 36 gaat het over Tsjang Kai-Sjek. Op blz. 37 wordt hij echter twee keer aangeduid met “Chiang’. Aangezien het om dezelfde persoon gaat, is dat voor de lezer verwarrend.


Vooral in het begin van het boek staan er wat kreupel geformuleerde zinnen. Verderop in het boek kwam ik dat veel minder tegen. Een voorbeeld:


“Toen de Engelse romanschrijver J.B. Priestley de overlevenden van zijn bataljon zeventien jaar nadat hij zijn kameraden bij de Somme had verlaten in 1933 op een reünie boven een café in Bradford terugzag, hoorde hij dat een aantal van hen niet had kunnen komen omdat het daarvoor te arm was” (blz. 44). Een reünie boven een café? Het daarvoor te arm was? (Zij waren daarvoor te arm.)


De Japanse rijksdag wordt ineens iets verderop de ‘Staten-Generaal’ genoemd (blz. 66).


Paul Jankowski is hoogleraar geschiedenis in Massachusetts en is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Interbellum (de jaren tussen beide wereldoorlogen). Zijn boek is door de uitgever in een mooi en stevig formaat uitgegeven. De vertaling is van Fred Reurs.


ISBN 9789000348527 | Omvang: 542 blz. | Hardcover | Uitgeverij Spectrum | augustus 2020

© Henk Hofman, 1 september 2020

Lees de reacties op het Forum en/of reageer. Klik HIER