Non-fictie

Nol van Gerwen

Paul
Zoektocht van een vader naar zijn zoon
Nol van Gerwen


De schrijver van het boek Paul is diens vader. Op 22 juni 1989 pleegde de toen 24-jarige zoon zelfmoord, niet zo onverwacht, hij had al eerder pogingen gedaan. Hij had al enkele malen een periode doorgebracht op een psychiatrische afdeling, waarbij de diagnose schizofrenie was gesteld.


Hij was gaan studeren in Amsterdam maar had zijn studie er aan gegeven en was terug verhuisd naar Maastricht. Zijn ouders waren in de tussentijd gescheiden en hadden nauwelijks nog contact.
Paul woonde in een kamer in een buitenwijk van Maastricht op het moment dat hij besloot een eind aan zijn leven te maken.
Nol neemt alle bezittingen mee: een aantal schriften, tekenblokken en losse blaadjes met dagboekaantekeningen, notities en tekeningen. Pas in 2014 komt hij er toe om deze te ordenen en te proberen meer te weten te komen over wie zijn zoon was. Dat is het moment waarop hij in therapie gaat omdat hij steeds meer last begint te krijgen van depressieve periodes. 


‘De deurtjes van de kast zijn niet langer gesloten en ik ben dichter bij mijn belangrijkste doel gekomen: ‘Mijn zoon Paul een herkenbare plaats in onze wereld geven, de plek die hij verdient.‘


De reden waarom dit boek is ontstaan is tweeledig en is een wisselwerking. Het dient om de vader zijn rust terug te geven en te leren omgaan met het verlies van zijn zoon, maar ook wil hij zijn zoon postuum een reden van bestaan geven.


In de vorm van een soort dagboek vertelt hij over zijn eigen leven en over het ordenen van Pauls papieren, waarbij hij steeds opnieuw tot observaties en constateringen komt die hem soms onrustig maken, maar die hopelijk uiteindelijk leiden tot de rust die hij zoekt.
Hij spreekt zijn zoon rechtstreeks aan, hetgeen goed werkt. Het is alsof Paul er nog is. Alsof hij nog antwoorden kan krijgen. Soms komen die antwoorden ook, als Nol associaties legt met de dingen die hij leest in een boek, of iets wat hij op de televisie ziet.


Het boek begint met een voorwoord van Jan Olthof, de psychotherapeut, en een van Gertha Sijbers, de schrijfcoach en redacteur. Beiden hielpen Nol van Gerwen om dit zeer persoonlijke verhaal te vertellen. Het is nogal wat om met iets wat zo privé is de openbaarheid op te zoeken. Het is één ding om de papieren uit te zoeken en dingen op een rijtje te zetten, voor jezelf, maar om het dan ook nog bloot te geven aan wie het maar lezen wil, dat getuigt toch van lef. Hij moet immers met de billen bloot: het is zeer aannemelijk dat je als ouder met een schuldgevoel blijft zitten als je kind zelf een einde aan zijn leven maakt, de vraag komt dan ook aan de orde: had Nol het kunnen voorkomen? Is hij tekort geschoten?


We lezen hoe dit proces nu eens vlot verloopt dan weer met horten en stoten verloopt. Eerlijkheid is een van de belangrijkste voorwaarden waaraan je moet voldoen om met jezelf – en de dood van je zoon – in het reine te komen. Het boek straalt dat uit en kan daarom steun bieden aan mensen die in een soortgelijke situatie verkeren. Troost kan een aspect zijn, maar ook misschien een leidraad om eenzelfde soort verwerking aan te gaan.


Het boek sluit af met een dankwoord en een literatuurlijst.


ISBN 9789079226504 | paperback |150 pagina's | Uitgeverij Leon van Dorp | oktober 2018

© Marjo, 13 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER