We willen je alleen beschermen
Truus Rozemond
Bij het zien van de voorstelling ‘August Oklahoma’ van Tracy Letts concludeert ze:
‘Zo waren wij ook. Onze hoogste vorm van intimiteit was de strijd om ons gelijk. We werden geregeerd door wantrouwen.’
Sinds hun zonen het huis uit zijn, wonen Anna en Diana in een huis uit de jaren twintig, in Utrecht. Anna is gepensioneerd, Diana nog niet.
In de week die in dit boek beschreven wordt, bevindt Diana zich in Bologna. Anna maakt van de gelegenheid gebruik om in haar dagboek te schrijven, over haar familie en haar onveilige jeugd.
Ze wil nu eindelijk eens hààr kant van het verhaal opschrijven. Was het echt zo erg als ze zich herinnert?
Waarom deed ze steeds opnieuw pogingen om contact met haar ouders en zussen te krijgen, terwijl ze kon verwachten dat zij haar toch weer van alles zouden verwijten, en haar de schuld zouden geven van de problemen in het gezin?
‘Het heeft lang geduurd voor ik me bij families iets anders kon voorstellen dan intrige en verraad. Jouw familie vond ik verdacht harmonieus. Dat mensen vriendelijk konden zijn zonder bijbedoelingen, geloofde ik niet. Het heeft lang geduurd voor ik mijn angst voor manipulatie kwijtraakte en harmonie durfde vertrouwen.’
Eigenlijk begon het er al mee dat Anna’s moeder geen kinderen had gewild. Maar ze wilde wel trouwen met Pa, dus moest ze accepteren dat er kinderen kwamen. Anna was de oudste van de drie dochters. Hun moeder gaf hen nauwelijks affectie, laat staan troost.
Des te meer verbaasde Anna zich erover dat vriendinnen graag bij hen thuis waren omdat ze hun moeder aardig vonden.
Anna trouwde met haar jeugdvriend Leon, die niet in de smaak viel, maar wel geaccepteerd werd.
Toen ze na de scheiding Diana leerde kennen, vond ze de liefde. Maar acceptatie door ouders of zussen, daar was geen sprake van. De relatie bleef altijd moeizaam, zelfs de kinderen, toch hun enige kleinkinderen, hadden geen leuke opa en oma. Nadat hun eerste kind, Eva, doodgeboren werd, kwam de situatie extra op scherp te staan. Dat Anna en Diana erg verdrietig waren, daar begrepen ze niets van. Ze kwamen niet naar de crematie. Anna heeft het hun nooit vergeven.
Niettemin deed ze haar best voor haar vader, toen die weduwnaar werd. Haar zussen overigens treden in de voetsporen van hun moeder: zij vonden dat Anna als oudste voor de zorg van hun ouders op moest draaien, zonder zich druk te maken over de abominabele verstandhouding.
Anna vertelt over het heden, maar vooral lezen we de tekst van haar dagboek (in ander lettertype).
Het is een schrijnend verhaal. Over een moeder die niet in staat is liefde te geven, en die hun vader domineert, zodat zijn halfslachtige pogingen geen resultaat hebben.
Anna is net na de tweede wereldoorlog geboren, hetgeen ook invloed had. Ook de achtergrond van haar ouders zal zeker een rol gespeeld hebben. Maar daar heeft Anna natuurlijk weinig aan. Ze voelde zich niet gewenst, niets kon ze goed doen.
‘Ik ben een onmogelijk kind, dacht ik, ze weten zich met mij geen raad.’
De stijl is passend, verwacht dus geen vrolijkheid of humor in dit verhaal. De verteltrant is eenvoudig, net niet saai. Er is eigenlijk geen spanningsboog. Emoties zijn er volop, maar die worden vrij droog beschreven, het is lastig om empathie te voelen. Dat past wel bij een heftig verhaal als dit, maar daardoor wordt het geen roman waar je eens lekker voor gaat zitten.
Voor echte liefhebbers van een zuiver psychologische roman.
Truus Rozemond is psycholoog, gespecialiseerd in leerprocessen. Ze werkte aan de Hogeschool van Amsterdam en aan de Universiteit van Amsterdam. Ze publiceerde regelmatig over haar vakgebied. Haar romandebuut Een verwaarloosd huis werd in 2015 gepubliceerd bij uitgeverij Xanten te Utrecht.
ISBN 9789492241863 | Paperback | 200 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2025
© Marjo, 14 oktober 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Tijgerstrepen
Anna Sijbrands
Deel 1: Eva is enig kind, maar: dat is ze niet in de zomermaanden!
Dan is ze met haar ouders in hun vakantiehuis op de berg, in Frankrijk. Naast hen woont Sophie met haar ouders. Zij is twee jaar ouder dan Eva. En aan de andere kant woont een Catalaans gezin, met drie broers: Antonio, Fidel en Carlos. En oma Ana.
In de zomermaanden zijn de kinderen onafscheidelijk.
Hun spelletjes zijn onschuldig tot de hormonen beginnen op te spelen. Er ontstaat iets tussen Eva en Antonio, maar in die ene zomer, toen ze 19 jaar waren, dacht iedereen dat ze een stelletje waren.
Sophie wil weten of Eva verliefd is.
Bittere strijd
2. De Zaanse cacaotrilogie
Jorinde Molenaar
De Eerste Wereldoorlog loopt ten einde. Er komen grote veranderingen aan. Noor trouwt met de Vlaamse chocolademeester Hugo. Annabel krijgt de raad om haar leven weer voort te zetten in Zaandam, waar ze dan eerst schoon schip moet maken. Fieke heeft niet veel contact met Noor, maar komt nu ook terug uit Amsterdam.
De vriendinnen zijn herenigd, al zal dat niet lang duren.
We maken een sprong, naar 1936.
Noor en Hugo hebben een gezin gesticht, Fieke is naar Berlijn vertrokken en Annabel werkt nu ook in de fabriek.
Het verhaal wordt overgenomen door de dochter van Noor en Hugo, Vera. Haar moeder is nogal depressief na enkele akelige gebeurtenissen, haar vader wordt in 1942 door de Duitsers samen met vele andere werknemers van de fabriek opgepakt en naar Duitsland gestuurd.
Vera neemt de leiding over, Annabel is weer verdwenen, Fieke bouwt verder aan haar carrière, in New York.
Maar gelukkig staat Vera er niet alleen voor en is ze een sterke vrouw. Ze overleven de oorlogsjaren en – herhaling van zetten: Annabel duikt weer op. Zij blijkt een aanwinst voor de fabriek.
Maar dit is natuurlijk niet alles: Molenaar verwerkt in haar verhaal vele thema’s: veel ervan is verbonden met de oorlogsjaren, maar daarnaast ook rouw, depressie, ongehuwde moeders, sociale wetgeving en vrouwenkiesrecht.
Alles wat er maar speelde in die oorlogsjaren, ervoor en erna.
Vooral het verhaal van Noor is aangrijpend. Het begon allemaal zo voorspoedig, maar de ene tegenslag na de andere overkomt haar.
Er zijn ook meer personages die een vertelperspectief vormen, al is het vooral Vera vanuit wie de wederwaardigheden verteld worden.
We eindigen in 1946...
Jorinde Molenaar woont en werkt in Utrecht. Zoete overwinning was haar debuutroman. Intussen heeft ze daarmee al vele lezers in haar ban.
ISBN 9789021047409 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Luitingh-Sijthoff | juli 2025
© Marjo, 3 oktober 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De verdwijning van Sieger Somerman
Jori Stam
Ema Somerman (dochter van) werkt in Oslo bij PROFIL, een organisatie die deepfakes onthult. Want de digitale wereld is niet betrouwbaar meer. Hoe kun je nog vaststellen wat echt is en wat nep?
Ema is al vanaf haar jeugd gefascineerd door alles wat met computers en IT te maken heeft. Ze is dan ook een expert geworden in programmeren. In Noorwegen heeft ze de beste opleidingen gehad op dat gebied.
Op een promotieavond kondigt Ema een volgende versie van MINOTAUR aan, een computerprogramma dat bijna voor 100 % zekerheid kan aantonen of een tekst, film, video, opname etc. fake is of niet.
Natuurlijk heeft PROFIL tegenstanders. Mensen die net zo goed - of beter - zijn in programmeren als de medewerkers van PROFIL.
Iemand die anoniem blijft en zich Balder noemt beschuldigt PROFIL ervan dat het bedrijf zelf deepfakes maakt om zijn eigen programma te promoten.
De relatie met Mats, die ze heeft leren kennen bij boulderen, houdt geen stand. Hij beseft dat hij haar niet echt kent, maar baalt ervan dat ze uit zijn leven verdwenen is.
Al begrijpt hij nu beter waarom Ema altijd bezig bleef met haar vader. Sieger Somerman was (of is?) journalist. Hij verdween toen Ema een jaar of vijftien was, nadat hij beschuldigd werd van het vervalsen van zijn bronnen.
Deze dystopische roman bevat vele verhaallijnen. In die over Ema zit ook een zoektocht. Waar is Sieger gebleven?
Er zijn flashbacks: wat is er in haar jeugd gebeurd? Waarom vertrok ze zo gauw als ze meerderjarig was uit haar woonplaats Rotterdam? Waarom ging ze nooit meer terug, en had ze geen contact met ouders of andere familie?
En dan springen we ook nog tien jaar verder, om het verhaal bij Mats weer op te pakken.
Dystopisch, dramatisch, soms een beetje romantisch. Over een vader-dochter relatie en - zoektocht. Over workaholic zijn, maar vooral gaat het over: wat is nep? Wat is echt? Wie kun je vertrouwen? Worden we allemaal bedrogen waar we bij staan? Bestaat de wereld uit liegen en bedriegen?
Zijn die vragen beantwoord als je bij het slot van het verhaal bent?
Hm. Wat duidelijk is, is dat je gerust nog een keer van voor af aan kunt gaan lezen voor een tweede poging om alles te begrijpen.
En dan nog.
Behalve een fascinerend verhaal biedt Jori Stam ook mooie taal, met metaforen als:
Labberkoeltje
Hanz Mirck
Labberkoeltje? Wat is dat?
Het woord blijkt wel degelijk te bestaan. Het betekent zoiets als flauwe wind, zuchtje wind.
Hans Mirck is een bekroond dichter. Toch is deze bundel geen poëziebundel.
Of is het dat wel?
‘Prozagedichten’, staat op de omslag.
Maar wat is een prozagedicht? Het is geen lopend verhaal met begin en einde en het is geen (al dan niet) rijmende poëzie, maar een mengvorm.
Het ziet er echter wel uit als een ‘normale’ tekst, waarin zinnen in een logische volgorde achter elkaar door lopen. De lengte is variabel, een halve pagina, of ook een stukje doorlopend op een volgende bladzijde.
Het is rijke taal: veel beeldspraak, verwijzingen, volop gebruik van bijvoeglijke naamwoorden.
Ok, dan Labberkoeltje. Het is al vrij snel duidelijk dat het vertelperspectief, als er dat is, voornamelijk de wind is. De teksten zijn gerubriceerd in de vier seizoenen, waardoor alle aspecten van de wind gebruikt kunnen worden. Van een beginnend flauw briesje tot een ware storm.
En is het dan niet logisch dat er een vergelijking in de teksten zit met het leven van de mens, met name dat van Hanz Mirck?
In een mensenleven kan het soms lekker ‘labberen’, maar net zo goed heftig tekeer gaan.
‘De schommel in de achtertuin was al lang niet meer in gebruik. Alleen de wind bewoog hem nog. De schommel moest weg, zei mijn vader. Symbolisch voor het afscheidnemen van je kindertijd. Een storm heeft hem omvergeblazen.’
‘Als het weer zover is zoek ik mijn weg naar zee. De zee kan zich niet verweren, zou je zeggen. De zee verzet zich niet, kun je ook zeggen. De schepen die ik tegenkom ben ik vergeten als ik ze voorbij ben. Daar waar ik mijn gang kan gaan loei en raas en bulder en jank ik van boosaardige blijheid, maar in het oor van de storm is stilte, het begin van het besef dat ik zoveel woede heb alleen om mezelf, omdat ik niet meer aan mezelf kan ontkomen, stil of stormend, het witte trillende schuim op het water dat bestaat uit miljarden knisperend openknappende luchtbelletjes, dat niets, dat ben ik.’
Hanz Mirck (1970) publiceerde tien dichtbundels en een roman. Zijn debuut Het geluk weet niets van mij werd genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs, zijn tweede bundel Wegsleepregeling van kracht werd bekroond met de J.C. Bloemprijs en zijn laatste bundel Sirius werd genomineerd voor de Grote Poëzieprijs.
Mirck was stadsdichter van Zutphen en Apeldoorn en schreef jarenlang actualiteitsgedichten voor de VPRO- en EO-radio. Hij is docent Nederlands.
ISBN 9789492241856 | Paperback | 108 pagina's | Uitgeverij Magonia | augustus 2025 |
© Marjo, 29 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De schaduw van de poortwachter
Ronny Lobo
Alexius Rijke, zoon van de alleenstaande Carmen, heeft een degelijke opvoeding gehad. Carmen leerde hem dat eerlijkheid hoog in zijn vaandel moest staan. Dus niet zoals zijn vader, de Nederlander Henk, die haar liet zitten met een baby. Na vier jaar kapt Carmen ieder contact met zijn vader af, zodat Alex hem eigenlijk niet kent.
Carmen zorgt er voor dat haar zoon al zijn talenten ontwikkelt: ze leert hem koken, waar hij goed in blijkt te zijn, zoals in alles: hij haalt hoge punten op school; hij heeft een talent voor muziek, de piano is zijn instrument. En hij is een zeer verdienstelijk honkbalspeler, men scout hem zelfs om naar Amerika te komen.
Maar Alex, dan veertien jaar, vindt het prima dat zijn moeder weigert hem te laten gaan.
Hij gaat rechten studeren in Nederland, waar hij piano en honkbal blijft spelen.
Als zijn vader contact opneemt met hem, bouwen ze een band op. Hij blijkt een halfzus en een halfbroer te hebben, met wie hij het uitstekend kan vinden.
Zijn verblijf in Nederland verloopt succesvol, hij wordt kandidaat-notaris in Den Haag. Van Franklin Blauw – bijnaam Mr Integrity – leert hij over de Stichting derdengelden, een systeem waar de nadruk er op ligt om gelden eerlijk te verdelen.
Als zijn moeder ziek wordt, gaat Alex terug naar Curacao. Hij trouwt met een filmster, met wie hij vijf kinderen krijgt.
Alles gaat hem voor de wind, waarom zwicht hij dan toch voor corrupte handelingen?
Maar die ene zeer dure auto, die hij zo graag wil, kan hij niet negeren, al heeft hij het geld niet in de la liggen.
En zo begint het…
Zoals in de eerdere boeken van Lobo is de thematiek ook nu corruptie.
Er zijn verwijzingen naar zaken die in ons land speelden, maar corruptie is een algemeen voorkomend feit, in alle landen, in alle tijden.
Waarom laat iemand – zeker iemand die alles heeft – zich verleiden tot frauduleuze handelingen? En deugt de controle van het systeem?
Boeiende roman, waarin Lobo op de gebruikelijk zakelijke manier uitgebreid vertelt over wat je met geld kan doen (!).
Daar zal de lezer geen problemen ondervinden, ook niet als er uitgeweid wordt over de hobby’s van Alex, maar als het gaat over financiële regelingen, is de tekst het pittiger.
Ronny Lobo (1954, Curaçao) is architect. In 1992 ontving hij de Cola Debrotprijs voor Architectuur, de hoogste culturele onderscheiding op Curaçao. Daarnaast is hij romanschrijver. Hij debuteerde in 2013 opvallend met Bouwen op drijfzand dat moest worden herdrukt. In 2015 kwam zijn tweede roman uit, Tirami sù, een zelfstandig te lezen vervolg op zijn debuutroman. Ook zijn derde roman De bouwval (2020) heeft de wereld van de architectuur op Curaçao als decor. In zijn werk is corruptie een terugkerend thema.
ISBN 9789493368316 | Paperback | 160 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | september 2025
© Marjo, 19 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Venuskind
Sònia Lleonart Dormua
Florence, het jaar 1510.
Sandro Botticelli ligt op zijn sterfbed, eenzaam en totaal berooid. Hij wil nog biechten en vraagt de priester om een gunst. Zou de pater een brief en een schilderij aan de zoon van Simonetta Vespucci willen bezorgen?
Als de priester het schilderij ziet herkent hij de twee personen die er op afgebeeld zijn.
‘Dat schilderij moet bedekt worden!’ schreeuwde hij met uitpuilende ogen.
Het dienstmeisje gaf hem snel een laken met allemaal scheuren erin. Er viel een notitieboekje uit met een bruinleren kaft. Der assistent raapte het op en stak het haastig in zijn wambuis. Daarna bedekte hij het schilderij om de priester tot bedaren te brengen. ‘Pater, waarom wilt u niet dat mensen het kunnen zien?’ vroeg hij bezorgd terwijl hij het schilderij op zijn schouder zette.
De priester zweeg even en zei toen met verwilderde blik in zijn ogen: ’Dit doek kan de Medici te gronde richten, en met hen heel Florence.’
En zo lezen we in het eerste hoofdstuk waar het in het daarop volgende verhaal om draait: Een schilderij van Botticelli dat de priester verbergt in de kerk; een boekje dat aantekeningen van de schilder blijkt te bevatten en in handen van de assistent komt. En de rol van de zeer beroemde familie De Medici die eeuwenlang (tot 1743) de touwtjes in handen had in Florence.
Botticelli was een van de kunstenaars aan wie de Medici opdrachten gaf.
Een andere verhaallijn speelt in 2023:
Professor Belletti neemt binnenkort afscheid van de Galleria degli Uffici, het beroemde museumcomplex te Florence, en hij wil als afscheid een tentoonstelling organiseren rond Botticelli.
Hij vraagt graaf Arnaldo, die vroeger een goede vriend was, maar die hij al jaren niet meer gezien heeft, om financiële steun en vertelt hem dat hij twee mensen in wil huren die ooit student bij hem waren: die briljante studenten zijn Carla Bas en Max Stern.
Carla is Barcelona ontvlucht omdat haar vriend haar bedrogen heeft. Ze zit er niet op te wachten op met Max samen te werken met wie ze in hun studietijd een relatie had, maar ze wil wel graag de opdracht aannemen en de tentoonstelling op poten zetten.
Als ze door graaf Arnaldo op het spoor komt van een schilderij dat verdwenen is, wil ze dat natuurlijk terugvinden.
De geheimzinnige speurtocht blijft evenwel niet onopgemerkt…
Bij de verhaallijn van 2023 horen ook flashbacks naar de jaren zeventig, waarin het verhaal van de verbroken vriendschap tussen de professor en de graaf verteld wordt. Natuurlijk is daar een vrouw bij betrokken.
Er is een overeenkomst tussen deze drie lijntjes:
In de vijftiende eeuw: een verboden relatie die alleen maar verkeerd kan aflopen: Giuliano de Medici wil Simonetta Vespucci, de muze van Botticelli, maar zij is getrouwd.
In de twintigste eeuw: een man uit hoge kringen en een jongedame willen trouwen, maar krijgen niet de goedkeuring van de familie. Alles gaat fout.
En deze tijdlijnen strekken hun tentakels uit naar het heden, waar het ook niet lekker loopt in de voorkomende relaties.
Het citaat bovenaan deze tekst geeft een indicatie van de stijl: met een prettige vertelstem doet Sònia Lleonart Dormuà de verwikkelingen uit de doeken. Zij baseert zich op ware feiten, vooral over Florence en kunst, met daarom heen fictieve gebeurtenissen. Helaas is er geen verantwoording, je mag zelf googelen (indien je dat wil).
‘Venuskind’ is haar debuut, dat best opgevolgd mag worden door meer van dit soort verhalen: het is informatief, romantisch en spannend.
Een goede mix!
Sònia Lleonart Dormuà (1971, Mataró, Barcelona) is ondernemer en commercieel directeur van een Spaans softwarebedrijf. Haar passie voor literatuur, kunst en fotografie kan zij kwijt in dit wervelende debuut.
ISBN 9789021055633 | Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij Luitingh Sijthoff | juni 2025 | Vertaald uit het Spaans door Hendrik Hutter
© Marjo, 15 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Liefde in het licht van de Einsteintelescoop
Govert Derix
Wiek Starmans heeft na zijn - niet altijd afgemaakte - studies ontdekt dat hij goed is in teksten schrijven. En dat vooral voor anderen: hij is ghostwriter.
‘Voor zakenlieden die zich om tactische, strategische of narcistische redenen met een eigen boek of pamflet willen profileren, zet hij graag zijn pen op papier. Met passie. Want zonder vuur gaat het niet. Met een nieuwsgierigheid die bij nader inzien curieus is maakt hij zich de werelden van zijn opdrachtgevers eigen. Kruipt in hun huid. ‘
Gemma Starmans, hoofd communicatie, nodigt hem uit op het provinciehuis in Maastricht waar Gouverneur Donkers hem ontvangt. Deze wil graag gebruik maken van Wieks diensten. Hij is van plan er voor te zorgen dat de Einsteintelescoop, een detector van zwaartekrachtgolven, in de Euregio Maas-Rijn gebouwd gaat worden, en dan vooral in Limburg.
Goed voor de faam natuurlijk, maar ook voor de werkgelegenheidscijfers die na het sluiten van de mijnen diep gezakt zijn.
Hierbij is Sardinië de concurrent. Diotima Jammer is daar de projectleider, en zij is de dochter van professor Jammer bij wie Starmans afgestudeerd is.
(Zo hebben we al kennis gemaakt met de vrouwen die in dit verhaal een rol zullen spelen, het heeft niet voor niets de titel ‘Liefde in het licht enz..’)
Maar eerst moet Wiek de speech schrijven die de gouverneur bij de nieuwjaarsbijeenkomst zal uitspreken. Het blijft niet bij deze – zeer succesvolle - speech als de race om de telescoop zich verder ontwikkelt.
Het wordt een politiek verhaal over het gekonkel en geborrel van de dames en heren politici, en is vooral interessant als het gaat over de achtergrond van de Einsteintelescoop zelf. Wie is Wiek Starmans? Hoe gaat hij te werk bij het schrijven van de speech?
Hij duikt inderdaad diep in de stof, die in dit geval gaat over de kosmos, over de oerknal, over wat we daarvan weten en niet weten. Bij dat laatste komt dan de telescoop op de proppen want die moet veel meer inzicht gaan geven.
Govert Derix schrijft net als zijn protagonist niet zomaar uit de losse pols. Overal is goed over nagedacht, aan de thematiek, de indeling, de taal (Limburgse accentjes), en gelukkig ook aan de leesbaarheid. Want het is nogal taaie kost, die sterrenkunde.
Op diverse vlakken worden er verbanden gelegd, waarbij de lezer flink aan het denken wordt gezet, zeker de niet natuurkundig onderlegde lezer. De taalkundige verbanden zijn dan weer wel beter te begrijpen. De liefde natuurlijk ook.
De eindconclusie valt overigens niet in het boek, want het Einsteinproject is geen fictie. Er wordt inderdaad op dit moment nagedacht over waar de telescoop gebouwd moet gaan worden. Eind 2026 zal de beslissing moeten vallen.
Govert Derix (Horst, 1962) studeerde filosofie in Rotterdam en Utrecht en psychologie in Utrecht.
ISBN 9789492241832 | Paperback | 368 pagina's | Uitgeverij Magonia | juni 2025
© Marjo, 14 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Violet
Leen de Laere
Het verhaal speelt aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Als de vader van Violet komt te overlijden, is ze daarmee ook haar vrijheid kwijt. Ze is achttien, en wordt dus pas over drie jaar volwassen.
Haar vader was een vrijdenkend man, hij stuurde zijn enige dochter naar een deftige kostschool in Brussel, en daarna was ze een soort secretaresse en assistente voor hem. Het liefst zou ze naar de kunstacademie gaan. Maar dat kan ze nu wel vergeten.
Haar oom en tante, die haar voogd zijn, schrijven buiten haar medeweten naar de familie van haar vroeg overleden moeder. Die kwam uit Londen. Violet wist helemaal niet dat ze daar familie had!
Dat ze nu naar Engeland gestuurd wordt, vindt ze niet leuk, maar ze begrijpt wel dat haar oom en tante met hun eigen zes kinderen niet staan te kijken op nog een mond die ze moeten voeden.
Ook al spreekt ze een aardig mondje Engels, het is een cultuurschok: haar moeder blijkt uit een rijke en chique familie te komen. Er wordt gesproken over Het Seizoen. Violet heeft geen idee wat het is.
Van Anne, de enige met wie ze het goed kan vinden, leert ze zich staande te houden. En Anne neemt haar ook mee naar vergaderingen over vrouwenkiesrecht, waar ze de bekende suffragette Emily Davison ontmoet, die op een tragische manier om het leven komt.
Voor Violet ziet de toekomst er rooskleuriger uit: een voorval in het huis van haar oom en tante verandert haar leven op een gunstige manier…
Dit is een boek(je) in de serie Wablieft, die gekenmerkt worden door eenvoudig Nederlands, geschreven door bekende Vlaamse auteurs. Ideaal voor beginnende volwassen lezers.
Leen de Laere heeft dat keurig gedaan. Het leest vlot, het gààt ook ergens over, en is inderdaad kort maar krachtig.
Wablieft is het centrum voor duidelijke taal in België. De organisatie heeft vier 'pijlers': de Wablieft-krant, Wablieft-tekstadvies, Wablieft-boeken en de Wablieft-prijs voor Duidelijke Taal.
Leen De Laere studeerde geschiedenis en werkte in het onderwijs en in de journalistiek. Ze is bekend van In Vlaamse Velden (2014), Antwerpen-New York, enkele reis (2015) en Oorlogspost (2014).
ISBN 9789462348103 | Paperback | 72 pagina's | Uitgeverij Pelckmans | augustus 2025
© Marjo, 11 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER