Non-fictie

Jason Greene

Daarboven zagen wij de sterren weer
Memoir
Jayson Greene


In dit boek vertelt de auteur over het verlies van zijn tweejarige dochtertje dat door een merkwaardig ongeval om het leven komt. Zij wordt namelijk getroffen door een loszittende steen die hoog uit een vensterbank op haar hoofd terecht komt. Het boek begint in een directe verteltrant waarin hij als vader tot haar spreekt. De titels van de hoofdstukken zijn kort en veelzeggend zoals bv. ‘Het ongeluk’, ‘Daarna’ en ‘Zwangerschap’.


Indringend is de beschrijving van hun ervaringen in het ziekenhuis waar direct al duidelijk wordt dat men niets voor hun kind kan doen. De paniek is voelbaar in het verhaal en grijpt de lezer naar de keel. Iedereen die een vergelijkbare situatie heeft meegemaakt – het gespannen en machteloze wachten op de eerste uitslagen – herkent dit. Nadat duidelijk wordt dat er een ernstige hersenbloeding is ontstaan, komt haar levenseinde onvermijdelijk dichterbij: ‘We weten allemaal dat Greta zal sterven, al hebben we de gedachte nog niet tot ons bewustzijn toegelaten’, pag. 23. Aangrijpend is ook de procedure rond de orgaandonatie; het tergende wachten en de formaliteiten zijn herkenbaar. Het is het laatste want straks zal er ‘een wereld zonder Greta’ zijn.


In dergelijke zinnen weet deze vader goed aan te duiden wat mensen in een gelijksoortige situatie meemaken en voelen. Wie dit niet uit eigen ervaring kent, zal er door dit boek wel dichterbij komen omdat de schrijver de gespannen stemming heel goed weet over te brengen. Wanneer zij na hun dochtertje's overlijden naar huis gaan worden zij daar ‘begroet door stilte’, pag. 61 en in zo’n kort zinnetje word de pijn van de leegte en de afwezigheid van het kinderstemmetje intens verwoord.


Dit boek helpt lezers om dichter bij de ervaring van een verlies te komen. In het begin is dat allesomvattend en vrijwel permanent aanwezig. Zo ervaart deze vader: ‘Ze is overal waar ik kijk!’, pag. 68. Mensen in de eerste periode van rouw zullen zich daarin herkennen want in die fase is degene die je mist steeds in je gedachten en alles om je heen leidt er op een of andere wijze heen.


Na twee weken probeert hij de draad op te pakken en gaat weer naar het werk. Dan blijkt dat alles ánders is geworden omdat hij zelf veranderd is maar na enige tijd treedt er – tot z’n eigen verbazing – een zekere gewenning op, er ontstaat een ‘zeurende pijn’. Die omslag wordt treffend verwoord: ‘Nadat we rechtovereind uit het laaiende vuur van het verdriet zijn gekomen, worden we nu geveld door de sleur ervan’, pag. 86. De rouw is echter onontkoombaar want hij is ‘een vader in de rouw’, pag. 89. Dergelijke zinnetjes komen echt binnen bij de lezer en maken het verdriet voelbaar. Zo vraag hij zich ook af: ‘hoe noem je ouders die kinderen verliezen?’, pag. 114.


Het zien van andere kinderen is confronterend en aangrijpend is zijn vertelling over de herbeleving van wat er is gebeurd en herinneringen aan haar geboorte. Bijzonder is het verhaal van hun deelname aan een rouwgroep met een heftige therapeutische handeling die daardoor uiteindelijk wel bevrijdend werkt en diepliggende innerlijke blokkades bij hen wegneemt. ‘Rouw … is een wereld die je binnengaat – een wereld van zachtere stemmen, vriendelijker blikken, meer aandacht, sterker meegevoel’, pag. 130 – 131.


Prachtig is het slot van het vierde hoofdstuk waarin zijn vrouw zwanger wordt. De verlieservaring werkt daar echter nog sterk doorheen. Dat is ook het geval wanneer het tweede kind – een zoontje – wordt geboren en later de gebruikelijke kinderziektes krijgt. Onmiddellijk slaat dan de angst bij de ouders toe en dat is herkenbaar voor iedereen die vanuit een ingrijpende gebeurtenis het leven voortaan niet meer onbevangen kan ervaren.


Omdat de ouders ervaren dat hun rouw wat traumatische trekken heeft die goede ervaringen blokkeren, besluiten ze naar een therapeut te gaan die met hen een ceremonie uitvoert. De beschrijving hiervan zal niet door iedere lezer helemaal begrepen worden en komt wat vervreemdend over. Het resultaat is wel dat hun innerlijke blokkade wordt weggenomen. Het hoofdstuk heeft een bijzonder einde dat deze wending verduidelijkt.


De geboorte van hun zoontje is een emotionele gebeurtenis en dat komt ook duidelijk over in het boek. De auteur voelt zich als vader herboren en bevrijd van de last van het verleden omdat hij de wrok kwijtraakt: ‘De galblaas van de haat die ik sinds Greta’s dood heb verzameld, houdt op met kloppen. Ik voel hoe alles binnen in mij dat hard en opstandig is, opbreekt en verdwijnt…’pag. 233.


Het verlies krijgt z’n plaats en eindelijk kan hij zijn dochtertje loslaten zodat het leven hier en nu meer ruimte krijgt: ‘Wat ooit een vloedgolf van verdriet was, is afgenomen tot een druppende kraan’, pag. 241. Langzamerhand krijgt hij weer vertrouwen in het leven.


De titel van het boek is ontleend aan ‘De goddelijke komedie’ van Dante.


In dit aangrijpende boek deelt de auteur als vader zijn gevoelens en ervaringen met de lezer zodat deze er enigermate in kan delen. Dit boek verwoordt hoe intens het verdriet van ouders is bij het verlies van hun kind en wie dit ook heeft meegemaakt, zal het niet zonder ontroering lezen.


ISBN 978 90 00 36275 2 | Paperback | 253 pagina’s | Spectrum Utrecht | juli 2019
vertaling: Annemie de Vries

© Evert van der Veen, 9 augustus 2019

Lees de reacties op het forum en / of reageer, klik HIER