Non-fictie

Bob Pierik

Zo veel leven voor de deur
Een geschiedenis van alledaags Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw
Bob Pierik


Dit is een onderhoudend geschreven boek over het alledaagse leven van ‘gewone’ Amsterdammers in de 17e en 18e eeuw. Het gaat nu eens niet over de elite, de regenten die binnen de grachtengordel woonden, maar over herbergiers, timmerlieden, leerlooiers, slagers en huisvrouwen. Hoe woonden en leefden zij?
Om die vraag te beantwoorden dook de schrijver, Bob Pierik, de archieven in. Heel veel materiaal uit het notarieel archief van Amsterdam is verwerkt in dit boek. De schrijver promoveerde op het onderwerp en dit boek is een publieksvriendelijke versie van zijn proefschrift. De nadruk valt wat meer op de 18e eeuw dan op de 17e eeuw. Maar je mag aannemen dat de overeenkomsten tussen die twee eeuwen groter zijn dan het onderscheid.


We weten veel over wat Pierik de vroegmoderne periode van Amsterdam noemt. Maar ja, de grachtengordel was ook wereldberoemd. Andere steden als Göteborg, Sint-Petersburg, Batavia en Nieuw Amsterdam [New York] werden gebouwd naar Amsterdams voorbeeld. Amsterdam werd steenrijk als het financiële knooppunt en handelscentrum van de wereld. Tegelijk was er zorg en aandacht voor de armen, de bejaarden, weduwen en wezen. De vele hofjes in de Jordaan, vaak gesticht door rijke kooplieden, zijn daar een bewijs van.


Amsterdam was aan de ene kant een drukke stad, waarin het stonk naar de turfkachels, paardenvijgen de straten ontsierden en de grachten een open riool waren. Aan de andere kant viel het buitenlandse bezoekers op dat stoepjes geschrobd werden, en de straten voor woonhuizen constant schoongeveegd werden. Het stadsbestuur bepaalde dat vervuilers, zoals de leerlooiers, zich aan de rand van de Jordaan moesten vestigen. Kruiwagens mochten niet op straat blijven slingeren en goederen mochten niet op bruggen en sluizen staan.


Mooi is dat Pierik ons beeld van het verleden op een aantal punten bijstelt. Uit zijn onderzoek blijkt dat de straat het domein was van mannen èn vrouwen. Het traditionele beeld is dat mannen eropuit trokken en vrouwen gekluisterd waren aan het huis. Het beeld van een ‘patriarchale maatschappij’. Maar het archiefmateriaal toont aan dat de arbeidsparticipatie en bewegingsvrijheid van vrouwen groot was


“Vrouwen werkten volop, ook buiten hun eigen huishoudens. Ze zaten niet alleen maar binnen, maar trokken er ook op uit, de stad in. De straat was van iedereen. Vrouwen waren allesbehalve aan huis gekluisterd” (blz. 33, 35).


Een ander opvallend punt is het gebrek aan privacy van ons voorgeslacht. Mensen leefden dicht op elkaar. De scheidsmuren van huizen waren dun, de bovenste helft van de veel voorkomende dubbele deuren stond vaak open. Zo ontstond een cultuur van alledaagse zichtbaarheid, kon men elkaar goed in de gaten houden en waren er altijd ogen op straat die alles zagen en oren in huis die alles hoorden (blz. 75). De elite kon zich boven het straatgewoel verheffen met een bordes, te bereiken via een trap, en aparte ingangen voor dienstpersoneel. Stand vereiste afstandelijkheid!


Interessant is ook het hoofdstuk over transport en vervoer. Omwille van de veiligheid moesten slepers en karrenmannen naast hun voertuig lopen. Het rijden was niet de norm, de voetganger was dat wel. Daarom waren koetsen ook verboden binnen de stadsmuren. Net binnen de stadspoort moest de koets geparkeerd worden en dan moest je te voet verder.


Natuurlijk trekt het hoofdstuk over het seksleven van de Amsterdammers ook de aandacht. Ook hier stelt Pierik de beeldvorming bij. De seksuele vrijheid was groter dan wij denken. Maar voor homoseksualiteit waren de normen inderdaad wel streng. In de 18e eeuw werden ‘sodomieten’ scherp vervolgd. Er zijn om die reden zelfs zo’n honderd mannen geëxecuteerd! Ook was seks tussen Joodse mannen en christelijke vrouwen niet toegestaan. Nakomelingen uit zo’n relatie kwamen namelijk voor rekening van de autoriteiten omdat ze niet als Joods werden beschouwd.


Het laatste hoofdstuk gaat over de werkende Amsterdammer. Opnieuw blijkt dat vrouwen een grote bewegingsvrijheid hadden, volop werkten, met passie onderhandelden en een goede commerciële houding aan de dag legden. Vroegmoderne vrouwen werkten massaal. Het kostwinnersprincipe bestond niet (blz. 193).


Dan zijn we er nog niet. Schrijver en uitgever hebben een leuke verrassing in petto voor de lezer: er is aan het eind van het boek een uitgebreide stadswandeling opgenomen die langs allerlei locaties leidt, genoemd in dit boek. Ik heb achttien jaar gewoond in Amsterdam en ik kom er nog regelmatig om stadswandelingen te geven voor familie en vrienden. Deze wandeling voeg ik graag toe aan mijn repertoire.


Het boek van Pierik geeft een boeiend en levendig beeld van een druk en woelig stadsleven. Het stadsbestuur toen moest het hoofd bieden aan problemen die ook nu nog spelen. Wonen, werken en samenleven in een beperkte ruimte. Wat levert de beschouwing hierover een onderhoudend boek op! In een omvangrijk katern zijn ook nog eens 38 kleurenafbeeldingen opgenomen. Een lijst met bronnen en literatuur plus een straatnamenregister maken het boek compleet.


Kortom: een sprankelend boek dat heel verzorgd is uitgegeven.


Bob Pierik is historicus. Hij promoveerde in 2022 aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Urban Life on the Move. Pierik komt uit Zwolle, maar woont en werkt (als VU-historicus) al geruime tijd in Amsterdam


9789029098281 | Hardcover | Omvang 250 blz. | Uitgeverij Meulenhoff | oktober 2023

© Henk Hofman, 1 december 2023

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.