Wanhoop en liefde
Marianne en Theo Hoogstraaten
In een eerder boek over Eleonore van Aquitanië (‘Lust en schande’) konden we lezen hoe deze vrouw tegen haar zin door haar echtgenoot, de koning van Frankrijk, Louis, onder controle wordt gehouden. Ze is dan wel een vrouw met een sterke wil, het valt niet mee om in die tijd - de twaalfde eeuw - een eigen leven te leiden. Ze hoefde dan wel niet het huishouden te doen, maar gehoorzamen moest ze wel, en Louis had de geestelijkheid aan zijn kant. Die vonden in die tijd vrouwen maar verderfelijke wezens, goed om te zorgen voor het nageslacht, maar verder moesten ze zich koest houden.
Eleonore weigerde dat.
Eerder is verteld over de kruistocht die Louis ondernam, terwijl los van zijn reis Eleonore met een groep dames ten strijde trok. Zij was succesvoller dan haar echtgenoot, hetgeen hem behoorlijk dwars zat. En nog zit. Nu ze haar grote liefde heeft ontmoet wil ze een scheiding. maar Louis weigert beslist. Hij, koning van Frankrijk, scheiden? En dan verliezen waar het hem om te doen is, namelijk groot gebied in Frankrijk, dat nog steeds in bezit is van Eleonore. Als ze daar nu afstand van doet?
Maar dat doet ze niet natuurlijk, ze blijft vechten voor een scheiding. Het werd zelfs tot voor de paus uitgevochten. En deze stelt haar voor een dilemma, een voor haar vernederende oplossing. Maar ze blijft vechten, ze zal niet zwichten.
Eleonore van Aquitanië was een sterke vrouw. Na de dood van haar vader was ze hertogin van Aquitania en gravin van Poitou.
Haar vader had haar laten studeren, heel bijzonder voor die tijd, krijgskunde en zelfverdediging. Ze moet een sterk karakter gehad hebben, ze nam haar eigen beslissingen. En dat was ongehoord in die tijd. Het echtpaar Hoogstraten probeert zo veel mogelijk een waarheidsgetrouw beeld te schetsen van hoe haar leven er uit zag, met natuurlijk gebruikmaking van de bronnen die er zijn. Ze geven toe dat ook die geschriften een interpretatie zijn, dat is geschiedenis natuurlijk altijd.
Het eerste boek begint als ze een jaar of zestien is en uitgehuwelijkt wordt. Dit tweede deel wordt afgerond doordat de schrijvers in een laatste hoofdstuk in snel tempo vertellen hoe het met haar af liep. Het is een mooie historische roman geworden. Jammer dat de titels van beide boeken doen denken dat het zoete romannetjes zijn, want dat is echt niet zo. Natuurlijk speelt de liefde mee, en er zijn best wel erotische scènes, maar Marianne en Theo Hoogstraten hebben recht gedaan aan de vrouw die Eleonore van Aquitanië was, en dat is veel belangrijker.
Het auteursduo Marianne en Theo Hoogstraaten heeft inmiddels een heel aantal goedlopende thrillers en historische romans op hun naam staan. Hun boeken krijgen lovende recensies. Zo stonden Lokvrouw en Machteloos op de longlist voor de Gouden Strop en in 2018 ontvingen Marianne en Theo De Gouden Vleermuis voor hun hele oeuvre.
ISBN 9789461098214| Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij de Crime Compagnie | oktober 2023
© Marjo, 3 december 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De handlangers
Carl Stellweg
Marco groeit op bij zijn adoptieouders, Anne en Klaske Ferwerda. Ze zijn zeer gelovig en intens goed, bijna foutloos goed. Zo ontzettend goed dat het beklemmend is. Alles wordt met zachte liefhebbende hand gedaan en besproken. Hun zoon Marco is hun alles. De zeer intelligente Marco laat zich hun aanbidding en liefde aanvankelijk aanleunen, hij prijst zich zelfs gelukkig met zulke fantastische mensen om hem heen.
Alles veranderd door één telefoontje van Marco's halfbroer Felix. Niemand wist van zijn bestaan. De jongens ontmoeten elkaar bij Felix thuis. Marco is dan dertien, Felix zeventien. Die middag is een explosie van herkenning in intellectueel opzicht. Beiden struikelen bijna over hun woorden, zijn overdonderd, verbluft. De jonge Marco ontdekt muziek - Frank Zappa, Lou Reed - die hij nog nooit gehoord heeft in het serene ouderlijke huis. Felix is charismatisch, aantrekkelijk, een brok ondernemingslust én scherpzinnig. Beide jongens schermen met woorden en pareren elkaars uitspraken. Natuurlijk komt ook hun gedeelde vader met de extreme naam Windawa ter sprake.
Die dag vormt de ommekeer in alles voor Marco. Ze zullen elkaar na die dag nooit meer verliezen, denken ze, maar helaas blijft dat bij de wens.
Twee jaar later is Marco met zijn ouders op een cruise 'vol met dode mensen'. Ofwel iedereen is vrij apathisch, gelukkig ontmoet Marco de bijzondere Italiaanse Filisesca, een volwassen vrouw maar iemand die niet volwassen wil zijn vanwege een gebeurtenis waarover ze vrij cryptisch spreekt. Beiden zijn gefascineerd door elkaar en hebben een korte liefdesrelatie die Marco levenslang zal blijven achtervolgen.
We ontmoeten als lezer Marco in een verlaten tbs-kliniek, hij is daar ooit geplaatst vanwege een daad die niemand destijds begreep. De buitenwereld is ingestort, de apocalyps heeft toegeslagen. Maar een apocalyps betekent ook dat God na de apocalyps een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept, dan zal de ultieme overwinning van het goede over het slechte plaatsvinden. En is het niet Felix die daar een traktaat over heeft geschreven?
Marco is aanvankelijk de verteller, hij kan niet accepteren dat zowel Felix als Filisesca uit zijn leven zijn verdwenen. Er klopt iets niet en hij móet uitzoeken wat er niet klopt. Alles is té toevallig, soms te schokkend of bijna surrealistisch. Langzamerhand komt hij in een wereld terecht die aan elkaar hangt van veronderstellingen, aannames, zoektochten en onvoorspelbare gebeurtenissen. Is hij gek aan het worden of kloppen zijn gedachten?
Hij komt uiteindelijk wel in de tbs-kliniek maar betekent dat, dat hij inderdaad gek, een misdadiger of slecht is?
Later neemt Felix het verhaal tijdelijk over en ook deze is op zoek, naar heel andere zaken dan Marco. Hij heeft zijn traktaat niet voor niets geschreven, maar wat is goed? Is wat hij voorstaat goed? Of is hij de slechte van de twee broers maar gehaaider in het omgaan met en manipuleren van mensen?
Ook de ongrijpbare Filisesca beschrijft haar deel van haar leven, alles lijkt daardoor samen te vallen met de voorgaande verhalen van de twee halfbroers, maar toch blijkt veel anders dan gedacht. Uiteindelijk lijkt er toch een vorm van hoop te gloren. Is de apocalyps op weg naar een nieuw aarde?
Carl Stellweg laat met zijn boek ons zien wat gedachten kun doen, we leven bijna in de hoofden van de drie hoofdrolspelers. Eveneens blijkt hoe bepalend omgevingsfactoren meespelen in de ontwikkeling van een mensenleven.
Dit boek moest even bezinken. Het zit zo knap in elkaar, het blijft boeien tot de laatste bladzijde. Bovendien beheerst Stellweg de taal subliem. Het is onbegrijpelijk dat deze schrijver en dit boek niet meer aandacht krijgen want het is een boek dat uitstijgt boven alles. Literatuur met een hoofdletter L.
Vooral lezen dus.
ISBN 9789491389382 | Paperback | 435 pagina's | Woord in blik | 29 september 2023
© Dettie, 30 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het theater der herinneringen
Peter Lenssen
Na 23 jaar huwelijk is Meryem weer alleen. Onder de knot uit, zo voelt ze het. Weg van een ‘aanmatigend dictaat’. Jarenlang had Erik haar gebruikt, zo voelt ze het nu, al duurde het lang voor ze daar achter kwam. Ze was er ook veel te vroeg ingestapt. In moeten stappen. Pas zestien was ze toen ze zwanger raakte.
Erik was dertien jaar ouder. Wat hij zei, dat zou wel goed zijn: hoe ze zich moest kleden, hoe ze moest lopen, tot ze helemaal naar zijn zin gevormd was. Ze was gevoelig voor zijn ogenschijnlijke kracht, omdat ze zich een beetje ontheemd voelde, altijd al.
Ze was zes toen haar ouders besloten dat ze weg zouden gaan uit Istanbul. Meryem kreeg nooit te horen waarom dat was. En toen ze Erik ontmoette in Berlijn, troonde hij haar al gauw mee naar Nederland, naar Heerlen. Steeds een nieuwe vreemde omgeving, steeds een vreemde taal. Haar moeder die te jong stierf. Zij zelf al zo jong moeder geworden.
‘Stoere, zelfstandige vrouwen, daar had hij het niet op. Lang haar ook niet. Een vrouw moest gedistingeerd zijn, verzorgd en netjes. Zo zag hij haar het liefst. Gemodelleerd naar het droombeeld in zijn hoofd. Een rugzak? Hij zou zijn mond niet kunnen houden. Die zat al helemaal niet in zijn reservoir voor vrouwen geschikte armaturen. Doodschamen zou hij zich indien hij naast haar liep.’
En nu is ze vrij, en dus laat ze haar haar groeien. En zo’n rugzak is alleen maar handig nu ze op reis is. Ze is in België, specifiek West-Vlaanderen, en reist langs de plekken waar zoveel herinneringen zijn. Niet de hare maar die van Käthe Kollwitz, de kunstenares door wie Meryem gefascineerd is geraakt. Meryem zocht houvast en vond dat in haar naspeuringen naar de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz.
Het begon in een vakantie met Erik en de kinderen. Ze waren in Zwitserland, waar ‘het eindstation’ ligt van de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog, een lijn vanaf Nieuwpoort in West-Vlaanderen. Een ander uitstapje, naar Keulen, liet haar kennis maken met Käthe Kollwitz.
Het zaadje was geplant, en nu bezoekt ze de plaatsen waar Käthe geweest is. Liever nog: waar diens zoon Peter geweest is. Hij diende in het Duitse leger en is daar in de buurt van Vladslo gesneuveld. Maar waar is hij begraven? En wat is de geschiedenis van de beelden die zijn moeder maakte?
Het beroemde werk dat op de militaire begraafplaats in Vladslo staat is het ouderpaar dat rouwt om hun omgekomen zoon.
Twee levens, die van Mereym en Käthe Kollwitz, raken verstrengeld. Het boek is een eerbetoon aan de kunstenares, die natuurlijk ook onderwerp van fascinatie is van de schrijver zelf.
Ook verhaalt het boek over de gevolgen van oorlog en van onderdrukking. Het geeft een cynische kijk op de verheerlijking van oorlog. Lenssen bekritiseert de vercommercialisering van herdenkingsplaatsen bij monde van Meryem.
Maar aan de andere kant: je mag geschiedenis niet uitwissen. Moet je de boel dan maar overlaten aan de eroderende werking van de natuur?
‘Weg, helemaal weg. De grote mensenwisser: allesverterende vergetelheid. Afschuw. Dat alles in leegte verdwijnt. Liefde, verdriet, misdaad, zelfs – Armando gedachtig - schuldig landschap. Al raakt een landschap soms overwoekerd, wat toch een zekere charme heeft. Meestal wordt het platgewalst, weggebulldozerd door volgende generaties. Waarom bewaren wat geweest was? Mensen zijn geboren voor het Groot Vergeten, de genade van het selectieve geheugen. Dat maakt het op de puinhopen van een oorlog prima feesten.’
En dan rest nog de vraag over Meryem zelf: waarom zijn haar ouders weg gegaan uit Istanbul?
Een lijvige roman, met behalve bovengenoemde thematiek nog zo veel meer, kritiek op Heerlen bijvoorbeeld. Een fijne manier van schrijven plus een thematiek die behalve historisch ook actueel is, dat maakt dit boek zeer boeiend.
Peter Lenssen (1957, Kunrade) studeerde in Utrecht sociale psychologie. Daarna was hij journalist in vooral de zorg- en welzijnssector. Al schrijvend heeft hij het over sociale onrechtvaardigheid, de vluchtelingenproblematiek, oorlog, mensenrechten en de vrijheid van het woord.
Hij debuteerde met ‘Toplöss/Mijnverdriet’, en schreef daarna ‘Bitterdagen’, gevolgd door ‘Pleisterplaats Belleville’. Na ‘Genoeg geweest’ is er nu het Theater der Herinneringen.
ISBN 9789493214934 | Paperback | 506 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | mei 2023
© Marjo, 23 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Juice
Heleen van Royen
De 44-jarige Claire Jansen is artiestenmanager. Ze behartigt onder andere de belangen van Laila die het gezicht is van de Groene Slager en van Floris Vermeer, een bioloog die met zijn natuurfilms vaak op de televisie te zien is. Ook Jesse van Leeuwen, ooit balletdanser, maar sinds een ongeval meer bekend als pornoster. Hij wil carrière maken als acteur. Dan is er Charly, een oude rot in het artiestenvak, maar niet echt op de hoogte van de actualiteit.
’Ik weet van niets,’ bromt Charly. ‘Wie is Angel? En wat is juice?’
‘Onder welke steen leef jij?’ zegt Laila.
‘Angel is een roddeltante, Charly,’ zeg ik. ‘Zij deelt geruchten over BN-ers, oftewel ‘juice’ op Instagram. Ze heeft een miljoen volgers en is een factor van betekenis geworden in de entertainmentindustrie.’
‘Hoe komt ze aan die roddels?’ vraagt Charly.
‘Blijkbaar houden Nederlanders ervan om elkaar te verklikken. Mensen sturen haar tips. Dat kunnen foto’s zijn, maar ook filmpjes, e-mails, screenshots van app-conversaties, noem maar op. Angel noemt deze tipgevers haar speurneuzen…’
Als het er op begint te lijken dat Angel het niet op slechts één, maar meerdere artiesten die onder haar hoede staan, gemunt heeft, probeert Claire op allerlei manieren haar cliënten te beschermen.
Maar dat blijkt niet zo makkelijk…
Claire doet ook haar best om haar privé-leven af te schermen. In haar eentje heeft ze een dochter opgevoed die nu hoogzwanger is. Omdat zij aan een oogziekte lijdt, is zij bezig met haar man een benefiet te organiseren om geld op te halen voor onderzoek naar deze oogziekte. Dan zou het fijn zijn als artiesten uit Claires bestand om niet meewerken…
En er is een kleine verhaallijn over ene Pannenkoek die geld schuldig is aan een stel misdadige sujetten. Plus seksscènes die niets ter zake doen binnen het verhaal.
Dat verhaal op zich is wel leuk, alleen is schrijver dezes net als Charly, weet niets van die wereld - en dus blij met de toevoeging van dit personage…
Heleen van Royen, geboren in 1965, schreef de bestsellers De gelukkige huisvrouw, Godin van de jacht, De ontsnapping, De mannentester en Sexdagboek, die bijna allemaal succesvol werden verfilmd en bewerkt voor theater.
ISBN 9789044364491 | paperback | 352 pagina's | Uitgeverij House of the Books | september 2023
© Marjo, 20 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Blauwe Tomaten
Elodie Heloise
Dominique van Dam loopt al tegen de dertig als ze met partner Marlon terugkeert naar Curaçao. Terugkeert, want vanaf haar tweede levensjaar tot haar achtste woonde ze daar al. Tot haar ouders uit elkaar gingen, en haar moeder, Hannah, haar meenam naar Nederland. Er was geen contact meer tussen vader en dochter.
Het waarom daarvan is wel tot Dominique doorgedrongen – haar vader sloeg haar moeder – maar toch: het was haar vader! En de herinneringen die zij aan hem heeft zijn goed. Waarom was hij gewelddadig naar haar moeder toe?
‘De ziekte van de blauwe tomaten, zo noemde ze het. Jouw kindervingers omcirkelden de blauwe ovalen op haar huid. Verwonderd was je als na een paar dagen hun patroon veranderde. Van duidelijk omgrensd naar willekeurig uitvloeiend. Vaag kartelige omlijningen met al dan niet aangehechte spatten ver van het oorspronkelijke blauwe gebied. ‘Hoe kan dat, mama?’ vroeg je. Ze stond op en liep naar de keuken. Kwam terug naar buiten met een overrijpe tomaat in haar hand. ‘Kijk goed,’ zei ze. Met een plof kwam de tomaat tegen de muur terecht. Spatte uiteen. Duidelijk omlijnde rode plekken op de muur. Voor even. Zo lang alles op zijn plek bleef zitten. En toen begonnen de vlekken te verschuiven. Druipende lijnen. Een vaag rozerood spoor. Afdrukken van losse druppels bleven achter. Het hart van de tomaat gleed naar de grond. ‘Niet aankomen,’ zei ze. ‘Alles precies zo laten liggen en kijk de komende dagen maar eens wat ermee gebeurt.’ En je ontdekte dat rood naar bruin kleurde. Dat grijsblauw en groezelig wit op het tomatenhart groeiden. En groenige draden maar ook gele stippen. ‘Bij mij gebeurt dat van binnen. Soms,’ zei ze. ‘En net zoals deze tomaat straks helemaal verdwenen is, zo trekt het bij mij ook vanzelf weer weg.’ Ademloos was je. Vol verbazing. Het was iets heel bijzonders dat jouw moeder had.’
Op Curaçao wonen ze in het huis van Marlons grootouders. Dominique is daar niet blij mee, ze kan de aandacht van zijn moeder en tante heel goed missen! Gelukkig krijgen ze gaandeweg een beter contact. Shon Mi, de tante, beheert een opvanghuis voor zwervers. Daarbij krijgt ze hulp van de pastoor Bree en een van de bewoners, Wesu, die probeert zijn drankprobleem onder controle te krijgen. Met wisselend succes. De opvang wordt bedreigd door een projectmakelaar. Maar waar moeten ze dan naar toe?
Ook is er Kevin. In zijn situatie vindt Dominique herkenning als Marlon hem onderdak biedt omdat de jongen het huis uitgezet wordt. Zijn moeder heeft een nieuwe vlam waar Kevin het niet mee kan vinden en die de jongen slaat. Maar: hij is nu wel veilig, maar zijn zusje Natalia nog niet...
In het eerste deel worden al deze problemen geschetst. In het tweede deel wordt er aan herstel gewerkt.
Kan het allemaal goed komen?
Grootmoeder Moemsi gooit er vanuit het hiernamaals ook af en toe een opmerking tussendoor. Zij lijkt in contact te staan met haar kleindochter.
Een roman over geweld binnen het gezin - letterlijke klappen, maar ook psychisch geweld. Over misbruik. Over schuld en vergeving. En over de cultuur op Curaçao die op een enkel vlak net iets anders is, hoewel het allesoverheersende belang van geld overal geldt.
Elodie Heloise (1968) woont en werkt op Curaçao. Eerder schreef zij Herinneringen aan Curaçao (2006), Carnaval op Curaçao (2011) en de verhalenbundel Woestijnzand (2012) Knipscheer en het Ook verschenen er een paar jeugdboeken voor alle leeftijden Shusu en Sir Raylison (2019).
Blauwe Tomaten is haar eerste roman.
ISBN 9789493214965 | paperback | 400 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | mei 2023
© Marjo, 1 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De onzichtbaren
Frank Nellen
Na de eerste ontmoeting bleef Pavel, de eigenlijke held, af en toe opduiken in het leven van Dani, de verteller van dit verhaal.
Ze leren elkaar kennen aan het begin van de jaren zeventig in Taranivka, een dorp in de Oekraïne, toen nog onder Russisch bewind.
Bij de overbuurvrouw van Dani trok een jongen van zijn leeftijd in. Hij bleek bij hem in de klas te komen. Dani en Pavel raakten bevriend. Pavel verslindt boeken en deelt met graagte zijn kennis. Hij is een goede verhalenverteller, zijn klasgenoten hangen aan zijn lippen. Hij is ook een goede leerling: hij gaat studeren. Als enige.
Het overgrote deel van de dorpsjeugd heeft die mogelijkheid namelijk niet. Zij slijten hun dagen in de kolchoz, de collectieve boerderij of doen geestdodend werk in een fabriek, zoals ook Dani dat doet. Hij woont met zijn moeder en zijn vrouw Sofia in het huis waar Dani altijd gewoond heeft. En hij drinkt om het leven te kunnen verdragen. In die periode is er een toevallige ontmoeting met Pavel, die daarna opnieuw uit zijn leven verdwijnt.
Dan in 1986:
‘De oudjes in de streek hadden de revolutie, hun kinderen de Holodomor, en zij die daarna kwamen de grote vaderlandse oorlog en Stalins kampen. Voor ons, de Brezjnez-generatie, diende ons aandeel in de collectieve ellende zich aan op een vroege zaterdagmorgen in april van dat jaar. De lucht prikkelde onze neus, alsof er deeltjes salpeter in rond zweefden. Sofia stapte uit bed en trok het gordijn open. Een paarse gloed viel naar binnen. In de verte, voorbij de bossen aan de rand van het dorp, stak een fluorescerende kolom de heuvels in.’
Na de ramp van Tsernobyl moeten de inwoners van het dorp vertrekken. Ze weten dan nog niet dat zij nooit meer zullen terugkeren.
Dani belandt in Kiev, zijn moeder overlijdt, zijn vrouw verlaat hem. Dani brengt zijn dagen door als bordenwasser. Tot hij op een dag door een massa studenten meegevoerd wordt naar de universiteitsbibliotheek. En daar is Pavel, die een gloedvol betoog afsteekt tegen het socialisme.
Hij doet iets ongehoords: hij gooit een buste van Lenin op de bibliotheekvloer:
‘Hij bleek van gips te zijn – niet van marmer of albast, en ook niet van beton, die oerbouwstof van het socialisme. Dat was het dan: de onaantastbaarheid van de vader van de Unie was teruggebracht tot een fabel, een leugen uit andere tijden – iets wat werd benadrukt door het goedkope materiaal waaruit hij was gegoten.’
Dani probeert contact te zoeken, maar opnieuw is Pavel verdwenen. Deze keer gaat Dani echter actief op zoek.
Het verleden komt terug. Wat betekenden die verhalen van Pavel? Waar is hij gebleven?
Langzaam ontdekt Dani hoe diens leven verwikkeld is geraakt met de geschiedenis van de Oekraïne. Met de verhalen van individuele Oekraïners.
Het is een verhaal dat vooraf gaat aan de gebeurtenissen in de Oekraïne zoals we die heden ten dage meemaken. Over de val van het communisme, gevolg van het onvermijdelijke verlangen naar rijkdom, die de mens nu eenmaal eigen is, gepaard gaand met corruptie waardoor de ideologie van het communisme gedoemd was ten onder te gaan.
Frank Nellen (1982) is schrijver, universitair docent en jurist. In 2017 promoveerde hij op een fiscaal onderwerp aan de Universiteit van Maastricht, na jarenlang als manager bij KPMG gewerkt te hebben. Land van dadels en prinsen was zijn debuutroman.
ISBN 9789048860609 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | september 2023
© Marjo, 29 oktober 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het hoge woord
Vijf vrouwen en een familiegeheim
Rosemarijn Milo
Het verhaal gaat over Karel Hamer (1882-1958), de grootvader van de schrijfster.
Hij was handelsreiziger in sigaren en reisde vanuit Meppel het land door.
Een fictieve buurman van Karel Hamer doet het verhaal. In november 1957 leerde deze Henri van Genugten de oudere man kennen. Toen hij werd uitgenodigd voor een borrel en een sigaartje sloeg hij dat niet af.
Het verbaast hem wel als Hamer tegen hem zegt:
‘Ik heb er lang over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat u degene bent aan wie ik denk mijn geschiedenis te kunnen toevertrouwen. U zou me een groot genoegen doen als u naar me zo willen luisteren.‘
Het Hoge Woord moest er uit. Van Genugten doet dat, er volgen vele gezellige middagen en ook avonden, soms samen met de echtgenotes. Na afloop noteert Van Genugten wat Hamer verteld heeft. Hij moet helaas constateren dat het Hamer steeds meer moeite kost.
Zijn gezondheid is niet best meer, maar het komt ook, zo geeft Hamer aan, omdat het verhaal dat hij moet vertellen hem behoorlijk dwars zit. Nog steeds.
Het is het verhaal over Guusje, de liefde van zijn leven, de vrouw die hij - zo weet hij nu - nooit echt begrepen heeft. De vrouw die te maken heeft met het familiegeheim uit de titel, de vrouw die zo jong gestorven is. Ze liet haar man achter met twee jonge kinderen. Hij vertelt van Genugten over wat er van hen geworden is, over alle problemen, die mede te maken hadden met wat er in de wereld gebeurde. Mede vanwege hen trouwde Hamer een tweede keer. En toen deze vrouw hem in de steek liet en haar kinderen meenam, werd er een derde keer getrouwd. Met deze vrouw woont Hamer nu in Nijmegen.
Het is een levensgeschiedenis, doorspekt met ditjes en datjes en fijne dialogen. Dat leest vlot. Voor wie ‘Een vervlogen droom’ heeft gelezen is Karel geen onbekende. Guusje heeft hem natuurlijk genoemd. Kan Rosemarijn Milo deze tweede familiegeschiedenis boeiend genoeg brengen?
Nou, om daar maar meteen uitsluitsel over te geven: jazeker, dat kan ze! De opzet is min of meer dezelfde: er is veel bekend over haar grootvader. Rosemarijn Milo dook weer in de (familie)archieven en vond vele brieven terug. Verhalen die in de familie verteld werden waren een nuttige aanvulling. En er zijn foto’s. De bronnen staan achterin. En heel fijn: de voetnoten onder aan de pagina!
Niet alles berust op waarheid, de buurman is verzonnen zodat het geen saaie biografie werd, maar een goed te lezen roman, gebaseerd op de werkelijke familiegeschiedenis. Aan het eind vertelt de schrijfster meer over wat fictief is en wat niet. De buurman schrijft op wat hem verteld wordt, en vertelt ook wat hij daaromheen meemaakt, al of niet met Hamer. Zo gaan ze bijvoorbeeld samen naar Meppel, maar vertelt hij ook hoe zijn vrouw contact legt met de derde echtgenote. Dat wordt afgewisseld met Karels verhaal. Door het zo te brengen dat Karel het moeilijk vindt om over Guusje en diens leven en dood te praten is wordt de spanning verhoogd.
Het is het verhaal van Guusje uit Een vervlogen droom, maar dan gezien van een andere kant.
Dat is heel overtuigend gedaan. Rosemarijn Milo weet de tijdgeest goed weer te geven.
Rosemarijn Milo (Amsterdam, 1945) studeerde aan het conservatorium om celliste te worden, maar ging toch maar rechten studeren. Zij was in Nederland advocaat en rechter, en ging daarna in Frankrijk wonen. Ze schrijft over haar familie en over Frankrijk waar ze woont.
ISBN 9789087599461 | Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij U2Pi Bv | oktober 2020
© Marjo, 3 december 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vrij van erfbelasting
Fred Penninga
‘Schrijf een uitgebreid eindwerkstuk, een levensbeschrijving, over een persoon dicht-bij-huis.’
Dat is de opdracht die student Journalistiek Wander Coffeng meekrijgt als zijn studie er bijna op zit.
Waarom niet over zijn vroegere buurman, zegt zijn begeleider.
Fred Penninga dus. Schrijver in vele hoedanigheden: hij schreef proza en poëzie, heeft daarnaast ook in krantjes gepubliceerd en een musical geschreven voor groep 8. Ook begeleidde hij anderen die schrijver wilden worden.
Af en toe viel zijn werk in de prijzen, maar doorgebroken is hij nooit.
Bijna zeventig is hij, als Wander hem nu benadert voor dat werkstuk. Het lijkt Fred wel wat, hij zat zelf ook al te denken aan een biografie.
Er zijn vele thema’s, vindt Wander: de tweede wereldoorlog, de jaren zestig in Amsterdam. De reizen die Fred gemaakt heeft door Australië en Amerika; zijn hobby’s en interesses, zijn werk en zijn gezin…
Wander gaat voortvarend van start. De eerste vraag is: wie zijn de vader en moeder van Fred?
Het was een beetje vragen naar de bekende weg; Wander wist al: Fred is geadopteerd, maar hoe zit het precies? En heeft hij zijn echte familie ooit ontmoet?
Freds ouders waren lid van de NSB, hij werd geboren in Duitsland. Maar het waren warrige tijden en een nieuwe boreling dat kwam niet van pas: zijn moeder legde hem te vondeling. In Amsterdam. Er waren nog drie zoons, die in een kindertehuis belandden.
Wander wil al deze verhalen horen. Als snel komt de homoseksualiteit aan de orde, waar Wander ook al wel zo zijn vermoedens over had. Fred is er heel open over, al heeft hij mede vanwege de feiten die hij rondom dit thema vertelt aangegeven dat niet alles in het werkstuk mag komen. Wander stemt er mee in, te meer omdat hij al snel doorheeft dat het een lijvig boekwerk zou gaan worden, ware het niet dat hij zich moet beperken tot veertig pagina’s. Een deel daarvan wordt ook ingevuld door het verhaal van een van Freds broers.
En natuurlijk gaat het over het schrijverschap. Gedichten en verhalen staan in het boek, omdat ze gelezen worden door Wander.
De vorm van dit boek is bijzonder: het gaat over Wander die een werkstuk maakt, maar het onderwerp, Fred Penninga, jawel, de schrijver van dit boek, doet zelf zeer actief mee.
Hij geeft de student teksten die in het boek opgenomen worden; hij levert commentaar op de gesprekken die ze samen voeren; hij vertelt over zichzelf in de derde persoon. En dan is er ook nog de broer die over hem vertelt.
Het geheel wordt een autobiografie met ook nog verzonnen gedeeltes. Welke, dat mag de lezer zelf uitzoeken.
De geschreven teksten, poëzie en proza bestaan in ieder geval wel (hoewel waarschijnlijk niet meer verkrijgbaar) zoals bijvoorbeeld ook dat muurgedicht dat hij voor station Overvecht in Utrecht mocht maken.
De titel komt aan de orde tijdens het gesprek met de broer:
‘Maar het leek net alsof hij ‘niets had meegemaakt’; geen ervaring met tegenslag of rampspoed had gehad; niet gebukt ging onder vervelende gebeurtenissen, enge ziektes of dood in zijn directe omgeving. Alsof hem alle narigheid bespaard was gebleven. Die indruk had ik aanvankelijk van hem.
Later, veel later, ben ik gaan zien hoe hij al die dingen – die keerzijden van alle medailles – heus welkende, heus wel in zich had, met zich meedroeg. Maar hij stopte ze altijd direct weg; liet zich er niet door overvallen, laat staan overmeesteren. Hij bloosde eens wat, hij slikte eens extra, keek verbaasd of verrast of onschuldig om zich heen en maakte dat hij wegkwam en bleef tegelijk. Vrij van erfbelasting. Zoiets.’
Dit is meteen een voorbeeld van hoe de schrijver zichzelf ziet, over zichzelf schrijft bij monde van anderen. Met dit soort beschouwingen zit het boek vol.
Achterin vinden we een lijst met opgenomen werk. Een verantwoording zit al in het boek verwerkt.
Mede door de aparte vorm is het een boeiend geheel geworden. De verhaallijn rond Wander maakt dat het geheel meer op fictie lijkt: zijn relatie, de studiebegeleider, zijn gedachten over zijn scriptieonderwerp.
Je krijgt als lezer zin om meer te lezen van de hand van Penninga!
ISBN 9789492241603 | Paperback | 316 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2023
© Marjo, 26 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Water in het duistere niets
Sophia Montgomery
Maan weet niet beter dan ze hoort onder de grond. Daar leeft ze in Kamp 89, met andere jonge vrouwen, onder wie haar vriendin Amber. Ze staan onder het gezag van ‘het systeem’ dat hen streng behandelt. Niet gehoorzamen betekent een harde straf tot zelfs de dood.
Maan wil weg, ze wil niet eindigen als spion voor het systeem. Ze heeft namelijk gehoord dat als hun training klaar is ze een chip in hun hoofd zullen krijgen en dan naar buiten - boven de grond - moeten om te spioneren.
Als ze op onderzoek uitgaat naar hoe ze kan ontsnappen is er de eerste verrassing: er zijn ook mannen onder de grond! Zij vertellen haar dat ze er zijn om de vrouwen gevechtstraining te geven.
Maar Maan wil zelf haar leven leiden. Zelf uitmaken wat ze doet en niet doet. En het lukt haar om te ontsnappen! Al is het met onverwachte hulp van een van de mannen. Eigenlijk moet hij haar doden, maar omdat hij ook ontevreden is over het systeem, vertelt hij haar, in plaats van dat hij haar doodt, over het systeem. Dat is een computer die eeuwen geleden gemaakt is. In het jaar 3410. Nu is het 8277.
‘Hoeveel processen en hoe goed een computer ook kan calculeren en berekenen, een mensenhart zal het nooit kunnen begrijpen.’
De wereld boven de grond is heel anders dan ze ooit had kunnen denken. En ze ontdekt dat zij onvermoede krachten heeft. Wie is ze eigenlijk? Waarom hebben anderen het op haar gemunt?
'De wetenschap anno 8277 is niet iets om in twijfel te trekken en dat zijn jouw krachten ook niet.’
Op de omslag staat: ‘Dystopische fantasy’.
Fantasy is het zeker. De schrijfster beschikt over een ongebreidelde fantasie, het lijkt wel of ze alles verzint waar je bij staat. Daardoor is een wervelende roman ontstaan, waar je als lezer maar beter zonder nadenken in mee gaat. Het einde komt niet in zicht. Dus wie weet komt er een vervolg.
Dystopisch in de zin van een samenleving met akelige kenmerken. Ja dat is het ook. Het gaat natuurlijk om de strijd tussen goed en kwaad, al is de scheidslijn niet zo goed te trekken. Eerder dan de strijd tussen licht en donker; tussen mens en systeem. Niemand is wat hij of zij lijkt, ook Maan niet. Behalve dat ze magische krachten heeft, blijkt haar afkomst niet wat ze dacht dat het was. Haar toekomst ook niet trouwens. Dystopische fantasy dus, met een romance die niet echt romantisch is, en een religieus tintje.
Sophia L. Montgomery is psycholoog, zeebioloog, vechtsport fan en schrijfster.
ISBN 9789463655637 | Paperback | 274 pagina's | Uitgeverij Elikser | augustus 2023
Herziene versie van Prinses Maan en de heerser van het duister
© Marjo, 22 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Een vervlogen droom
Rosemarijn Milo
Voor volwassenen van nu is de kans best groot dat zij hun grootouders soms maar kort gekend hebben. Die zijn immers vaak op leeftijd en komen te overlijden voor je beseft dat je eigenlijk meer van hen wil weten.
Wie zijn zij? Waar hielden zij zich mee bezig? Wat ging er in hun hoofden om? En: lijk je misschien zelf op een van hen?
Als Rosemarijn Milo beseft dat ze meer wil weten over haar grootmoeder die ze nooit gekend heeft, moet ze echt op onderzoek uit. Augusta Francisca Maes, kortweg Guusje, blijkt een zwart schaap te zijn. Zij werd nauwelijks genoemd in de familie. Ze overleed op 26-jarige leeftijd, toen Rosemarijns moeder vier jaar was, dus ook van die kant kwamen nauwelijks antwoorden op de vragen die Rosemarijn had. Als blijkt dat er een familiegeheim was dat te maken had met Guusje, kan dat dan de reden zijn dat zij zowat doodgezwegen werd?
Het wordt een speurtocht naar de wereld waarin Guusje leefde. Enkele foto’s zijn er, en er is de burgerlijke stand waar (stamboom)gegevens te vinden zijn.
Guusje is geboren en getogen in Hoofdplaat, een dorp in Zeeuws-Vlaanderen. Haar ouders hadden daar een hotel, ‘Het Wapen van Zeeland’. Dat zijn controleerbare feiten, maar wie Guusje was?
Rosemarijn Milo besluit haar leven te fingeren. Maar dan wel op basis van de tijdsgeest.
Haar grootvader, Karel Augustinus Maria Hamer, heeft ze wel gekend, en met hem onderhield ze een levendige briefwisseling. Dan is de kans groot, dacht ze, dat er ook brieven geschreven werden door Guusje naar Karel. En…wie weet naar een vriendin?
Daar komt Agaath op de proppen. Zij is de verzonnen correspondentievriendin, die ver weg woont, aan wie Guusje al haar zielenroerselen kwijt kan. Vanaf december 1912, als Guusje 21 wordt, tot oktober 1918 duurt deze correspondentie. Tussendoor zijn er nog brieven aan haar moeder en aan Karel. We lezen deze brieven, waarbij heel handig wordt gereageerd op wat Agaath geschreven zou hebben, met vragen die Guusje kan beantwoorden. Ze schrijft openlijk over de dingen die in haar persoonlijke omgeving gebeuren, en over de wereld die in die tijd hard binnenkomt: de eerste wereldoorlog. En over dingen waar niet over gesproken kan worden: hoe voorkom je dat je zwanger wordt bijvoorbeeld.
Guusje is een vrije geest die door de mores van haar tijd gedwongen wordt om zich te voegen naar de normen. Karel blijkt eigenlijk best wel welwillend, maar begrijpt het probleem niet. Hoezo wil ze zelfstandig zijn? Hoezo zijn kinderen een last? Nou vooruit, dan neemt ze zangles, alles om het vrouwtje zoet te houden...
‘Ik heb mijn hele leven gevochten tegen de vooroordelen van mijn man. Gevochten, niet tegen hemzelf, want hij houdt van me. De moeilijkheid is dat hij zich nooit gerealiseerd heeft, dat hij behept is met ideeën uit een tijd waarvan ik hoopte dat die tot het verleden behoorde. Ik heb gewild dat het niet vanzelfsprekend was dat ik kinderen kreeg, maar dat het een vrije keus was. Voor mijn gevoel zijn ze me opgedrongen.’
Naast dit hoofdthema, de zelfstandige vrouw, zijn er nog veel andere dingetjes die aan de orde komen. Er is ook prietpraat, dingetjes uit het dagelijkse leven, zodat de keuze voor deze vorm, de briefwisseling, zeer geslaagd te noemen valt.
Het enige lastige is dat de annotaties per hoofdstuk achter dat hoofdstuk ingevoegd zijn. Dat wordt zoeken! Achterin zoeken is ook een gedoe, maar dat is het toch makkelijker te vinden.
Verder zien we foto’s van de betrokkenen, een kaart van Zeeuws-Vlaanderen. Plus achterin nog meer informatie en een opsomming van de bronnen.
Rosemarijn Milo (Amsterdam, 1945) studeerde aan het conservatorium om celliste te worden, maar ging toch maar rechten studeren. Zij was in Nederland advocaat en rechter, en ging daarna in Frankrijk wonen. Ze schrijft over haar familie en over Frankrijk waar ze woont.
ISBN 9789087598310 | Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij U2Pi Bv | oktober 2019
© Marjo, 19 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Een eeuwigdurend voorbij zijn
Sven Cohen Stuart
‘Ik sta vlak naast Tim. Althans bij sommige hoogtepunten. Zoals op de voorste foto op het imposante rijtje op zijn kist.’
Wat is hieraan voorafgegaan?
Wie is Tim en waarom is hij ‘eeuwigdurend voorbij’?
Dat verhaal wordt ons verteld door Rogier van Eeghen. Hij begint bij de eerste ontmoeting: hij was een jaar of achttien, Tim iets ouder. Rogier werd belaagd door een stel jongelui, waaraan hij niet lijkt te kunnen ontkomen. Tot een van hen hem maant achterop zijn Kreidler te gaan zitten en ze samen wegscheuren. Dat blijkt Tim te zijn.
Hij neemt Rogier mee naar een bouwkeet, waar ze aarzelend met elkaar kennismaken. Rogier is de zoon van een arts die verwacht dat zijn zoon in zijn voetsporen zal treden. Rogier ontdekt die middag Tims talent als gitaarspeler, maar Tim zelf gelooft (nog) er niet in. Hij is hard op weg carrière te maken in het criminele circuit. Hun volgende ontmoeting vindt dan ook plaats in de gevangenis.
Op dat moment vraagt Tim Rogier om hulp.
‘Ik heb hier al die rotjaren op gewacht. Ik wilde je pas bellen als ik het aandurfde je onder ogen te komen. Je hebt ooit naar me geluisterd. Ga dat alsjeblieft weer doen.’
Hij wil uit het wereldje stappen, maar het mislukt steeds. Intussen is Rogier geen medicijnen gaan studeren, maar economie. Zijn oom helpt hem carrière te maken bij een bank op de Zuidas.
En daar hebben de twee jonge mannen iets gemeen: terwijl Tim probeert te ontkomen aan zijn huidige leven is Rogier is evenmin zeker van dat hij in de bankierswereld wil blijven, hoe goed hij er ook in blijkt te zijn.
Hun vriendschap is niet gemakkelijk. Tim verdwijnt regelmatig uit het zicht. Wel komt hij steeds terug bij Rogier, maar die heeft moeite met een relatie als deze.
Is het wel een vriendschap? Dat hij met Karin, de jongere zus van Tim een relatie krijgt helpt ook niet, ze is net zo ongrijpbaar als haar broer. En als ze denken dat ze hun leven eindelijk op een rijtje hebben, slaat het noodlot toe.
Maar wat is er gebeurd? Waarom nam Tim die beslissing?
In een vlotte stijl, vrijwel chronologisch, en af en toe teruggrijpend naar het verleden, lezen we een coming of ageverhaal, waarbij de personages al wat ouder zijn. Beide mannen maken keuzes, doen wat ze denken te moeten doen, met soms nefaste gevolgen. Wat is nu eigenlijk belangrijk in het leven? Er iets van maken, zodat je gelukkig bent? Of moet je het maken in de tegenwoordige ratrace? Kun je ontkomen aan je wat er voor je weggelegd lijkt?
Sven Cohen Stuart studeerde Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Amsterdam, waarna hij werkte in marketing/communicatie functies. Ook is hij loopbaanprofessional.
Daarnaast schrijft hij. In november 2020 debuteerde hij met ‘Lilly’s Rozen’.
ISBN 9789492241610 | paperback | 282 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2023
© Marjo, 1 november 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het onmogelijke manuscript
Govert Derix
‘Waarheid is van niemand
het goede is geen grap
het schone is het ongewone’
Het manuscript ‘De onmogelijke redding van de wereld’ van de ik-persoon is afgewezen door de uitgever, hetgeen hem diep geraakt heeft.
En zijn huwelijk staat op springen als hij zijn vrouw vertelt dat hij denkt dat het misschien wel een foute stap was geweest in zijn leven. Heeft hij immers niet altijd gedroomd van een leven in de natuur?
Hij vertrekt. Alleen. Naar Brazilië, waar zijn zwager José een landgoed runt, Pachamama. Terwijl hij niet vergeet te genieten van het landschap en de cultuur van zijn nieuwe omgeving, voert hij vele lange gesprekken met zijn zwager die hem helpen alles op een rijtje te zetten. Natuurlijk gaat het over het manuscript (dus lezen we het alsnog…).
Er is die witte poedel die op een plein (de Almeda Dom Afonso Henriques) in Lissabon drie drolletjes draait waaruit een witte roos zal groeien. Een ander verhaal is dat van Herman, enig kind van rijke Joodse ouders die vanuit Lissabon naar Den Haag verhuizen.
Hermans leven is onlosmakelijk verbonden met dat van Theo, een rechts-extremist, een leeftijdgenoot, wiens vader verdacht werd van oorlogsmisdaden.
Hun zo verschillende achtergrond heeft geleid tot compleet andere opvattingen over het leven.
De idealistische Herman zegt:
‘… de hele samenleving is gericht op het verwerven van zoveel mogelijk kennis met als doel de vrijheid en het geluk van zoveel mogelijk mensen. Wetenschap zou leiden tot een samenleving in het licht van de Waarheid die steeds helderder zou worden.’
Theo brengt daar tegen in:
‘…het is niet de zogenaamde waarheid die ons vrij maakt, vrijheid maakt ons tot ware mensen. Het Ware, het Goede en het Schone zijn niets dan hersenspinsels.’
De charismatische Theo gooit met zijn Frisse Partij hoge ogen. In het kader van Europese verkiezingen gaat hij naar de conventie in Lissabon, waar hij officieel de leider van de Europese Frisse Beweging zal worden. Herman is daar voor een symposium waar de voortgang van de zoektocht naar het goede het thema was. Bestaat, zoals zijn vader zei, het schone om mensen de weg te wijzen naar het goede en het ware?
Het gedachtegoed van Theo en Herman heeft hen gevormd tot tegenpolen, die herhaaldelijk met elkaar in de clinch liggen.
Daaraan zijn vele ideeën te verbinden die handelen over de huidige maatschappij. Over hoe wij onze wereld (kunnen) bekijken, en hoe we (kunnen) handelen. Of die ene waarheid bestaat?
Op eerdergenoemd plein, waar de Fonte Luminosa zich bevindt, zal de apotheose plaatsvinden, een haast magische ontknoping van het verhaal.
Govert Derix is de auteur van De boom en andere grensverleggende boeken, waaronder Ayahuasca, een kritiek van de psychedelische rede (De Arbeiderspers), dat werd genomineerd voor de Socratesbeker. Het onmogelijke manuscript is zijn zevende roman.
ISBN 9789492241597 | Hardcover | 232 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2023
© Marjo, 27 oktober 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER