Non-fictie

Godelieve Kessels

altDe moord op Marietje Kessels
Godelieve Kessels


Niet alleen in 1900, toen de moord plaatsvond, en de jaren erna, die van het proces, werd er gespeculeerd over de moord, het houdt vooral de Tilburgers nog steeds bezig.


Marietje, oftewel, Mia Kessels was pas elf jaar, een onschuldig kind, en ze vond de dood in de kerk. In het zeer katholieke Brabant was dat iets ongehoords. En toen men geen dader bleek te kunnen aanwijzen, waren de speculaties niet van de lucht. De verontwaardiging nam toe. Het meisje kwam op een gruwelijke manier om het leven, ze was seksueel misbruikt, en werd dood aangetroffen in een soort trechter die gevormd werd door de welvingen van de kerk, hoog in de toren. Het was de bedoeling dat ze niet gevonden zou worden.

In 2011 schreef een nicht het verhaal opnieuw op, Ed Schilder, bekend Tilburgs schrijver was haar eerder voorgegaan (hij schreef ‘Moordhoek’), maar omdat Godelieve het verhaal rechtstreeks van haar vader gehoord had, en het een tijd was waarin de kerk het vuur aan de schenen werd gelegd wegens al die misbruikpraktijken die door de jaren heen verzwegen waren, toegedekt door het Vaticaan, vond zij de tijd rijp om ook haar eigen verhaal op te schrijven.


Haar vader, Mathieu, was de oudste broer van Marietje, hij was zeven jaar jonger, maar ze waren zeer hecht. Haar vader vertelde Godelieve waarom hij al die jaren was blijven zwijgen, ook al waren de directe betrokkenen allang overleden. Het moest. Vanuit Rome was hen een zwijgbelofte opgedrongen. Want, zoals men in Tilburg eigenlijk altijd geweten had: de pastoor had het gedaan. Bewijs ontbrak evenwel, en nu Godelieve opnieuw de archieven indook, ontdekte ze dat er dossiers verdwenen zijn. Het verhaal zal dus nooit bewezen kunnen worden, maar het verhaal dat zij uit de mond van haar vader optekende, vertelt over wat er gebeurde in augustus 1900.


Mathieu was een kind, en de toon van het verhaal is navenant. We lezen hoe hij angstige voorgevoelens had en Marietje waarschuwde: ga niet de kerk in. Het liefst was hij continu bij haar gebleven, maar omdat zijn ouders zijn gedrag – hij schreeuwde en gilde – maar eigenaardig vonden, werd hij naar zijn kamer gestuurd. En zo ging Marietje in haar eentje op pad, om haar pianoles af te zeggen en een brief te posten. Getuigen zagen dat iemand die in de deur van de kerk stond haar wenkte – ze konden niet zien wie dat was – en ze waren er getuigen van dat het meisje de kerk in stapte. Ze kwam er niet meer levend uit.

Het is schrijnend: op het Tilburgse kerkhof liggen de graven van het slachtoffer en van de dader nog geen vijf meter uit elkaar. Nooit is de pastoor officieel beschuldigd. Niemand kon hem iets maken. Als man van de kerk was hij onaantastbaar.
Na haar verhaal, of liever dat van haar vader, kunnen we in het boek een bijdrage lezen van prof. dr. Peter J.A. Nissen, kerkhistoricus. Hij legt de achtergronden uit, hoe toen en nog tot in onze tijd mogelijk was dat de kerk zijn werknemers zo beschermde.
In het boek staan enkele foto’s: Marietje en haar broer en zusjes, haar ouders en ja, ook de dader staat op de foto.


ISBN 9789086450374 | Paperback | 176 pagina's | Uitgeverij Nieuwland | oktober 2011

© Marjo, 7 januari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER