Non-fictie

Europeanen
Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur
Orlando Figes


In dit boek staat de vraag centraal hoe er in de 19de eeuw een ‘Europese cultuur’ kon ontstaan, bestaande uit een gemeenschappelijke voorkeur voor dezelfde boeken, schilderijen en muziekwerken. In Europa werden kunsten een bindende kracht tussen de verschillende landen. De schrijver wijst op een internationale synthese van kunstvormen, ideeën en stijlen die Europa onderscheidde van de rest van de wereld. Deze internationale cultuur verdween met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.


In dit boek staan drie mensen centraal. De schrijver Ivan Toergenjev (1818-1883), de zangeres en componiste Pauline Viardot (1821-1910), met wie Toergenjev een langdurige verhouding had, en haar wettige echtgenoot Louis Viardot (1800-1883), inmiddels vergeten maar in zijn tijd een belangrijk kunstcriticus, uitgever en journalist. Hun biografieën zijn verweven met het grotere verhaal.


De spoorwegen maakten het ontstaan van een Europese cultuur mogelijk. Naarmate het spoorwegnet werd uitgebreid, verschrompelden afstanden en werd ook het verre achterland bereikbaar vanuit de grote steden. Tijd en plaats veranderden van betekenis. Mensen beseften de enorme omwenteling die spoorwegen in een samenleving teweegbrachten. De kroonprins van Hannover wilde geen spoorwegen in zijn gebied, omdat hij ‘niet wenste dat elke schoenlapper en kleermaker net zo snel kon reizen’ als hij.


Voor de komst van de spoorwegen was het niet ongewoon dat burgers hun hele leven in hun geboortestad doorbrachten. Het stoomtijdperk maakte het mogelijk dat mensen, goederen, brieven, nieuws en informatie zich steeds sneller en in een groter gebied konden verplaatsen. Langs de spoorwegen verrezen hotels, restaurants, winkels, cafés, casino’s en theaters.


Een ander nieuw fenomeen was de piano, die in menige huiskamer kwam te staan. Veel vrouwen bleken getalenteerde pianospeelsters te zijn. Dit veranderde hun positie in het gezin. Beperkten vrouwen zich voorheen tot conversatie en handwerken, nu konden zij een meer prominente rol in het sociale verkeer van het gezin vervullen. Een jonge vrouw die de piano kon bespelen gold als een aantrekkelijke huwelijkskandidaat.


Muziekuitvoeringen waren door de eeuwen heen gebonden aan het aristocratische hof. Muziek was de achtergrond bij sociale gelegenheden, zoals banketten en bals. Maar in de 19de eeuw verrezen de concert- en operagebouwen, waar de norm voor het burgerpubliek werd dat zij tijdens de uitvoeringen stil waren. Beethoven, Meyerbeer, Liszt, Schumann, Verdi, Bizet, Chopin, Wagner, Strauss, schreven aan de lopende band muziek voor de Europese cultuurhuizen.


Die democratisering van de kunst ontwaren we ook in de portretfotografie. Het individu komt op gelijke voet met de beroemdheid, wiens beeltenis voorheen door de schilder op het doek werd vastgelegd. Nu kon iedereen, ook de burger ‘geportretteerd’ worden.


Het toerisme is eveneens een 19de eeuws verschijnsel. Waar buitenlandse reizen voorheen slechts voor een select gezelschap was weggelegd, brachten spoorwegen deze binnen het bereik van zeer veel anderen. Er ontstond een toeristenindustrie met als brandpunten reisgidsen (Baedeker), musea, souvenirwinkels, reisleiders, reisorganisaties (Thomas Cook). Ook hier kregen vrouwen de kans hun leefruimte te vergroten. Thomas Cook moedigde vrouwen aan zelfstandig te reizen en garandeerde dat zijn reizen ‘veilig en fatsoenlijk’ verliepen.


Ik stip met nog een enkel trefwoord andere ontwikkelingen in de ‘Europese canon’ aan: het ontstaan van kuuroorden en badplaatsen. De opkomst van bibliotheken en leeszalen, de toenemende alfabetisering van de bevolking vooral na de invoering van de leerplicht, het organiseren van wereldtentoonstellingen in Parijs en Londen, het impressionisme dat brak met de conventionele schilderkunst.


Dit boek gaat niet over religie, filosofie, politiek of economie, maar ziet vooral de kunsten als bindende kracht tussen de inwoners van Europa. Je kunt je afvragen of het terecht is om religie en filosofie buiten beschouwing te laten.


Orlando Figes bezit de gave om aan de lopende band het ene na het andere boek-met-diepgang te schrijven. Zijn boeken zijn virtuoos, zwierig en zeer deskundig geschreven. De schrijver betreurt de ondergang van het oude Europa. Dit boek dient wat hem betreft als een herinnering aan de verbindende kracht van de Europese beschaving. Na het Britse besluit om de Europese Unie te verlaten, koos hij ervoor om zijn Duitse nationaliteit weer aan te nemen.


Figes is hoogleraar aan de University of London. Eerdere boeken van hem zijn: Natasja’s dans, Fluisteraars, Tragedie van een volk, De Krimoorlog of de vernedering van Rusland.


Uitgeverij Nieuw Amsterdam maakte er weer een mooie uitgave van, met een prachtige kleurenfotokatern. Het boek is heel compleet met kaarten, opgave van bronnen, notenapparaat en register. Toon Dohmen zorgde voor een prima vertaling. De tekstredactie lag in de bekwame handen van Marianne Tieleman.


ISBN: 9789046825044 | Gebonden met stofomslag | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | Omvang: 640 blz. | 16 oktober  2019

© Henk Hofman, 16 oktober 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER