Non-fictie

Het goede leven
Hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd
Annegreet van Bergen


Dit boek is een soort vervolg op Gouden Jaren, geschreven naar aanleiding van de verhalen die loskwamen bij lezingen over dit boek.
Ook in dit boek lezen we weer over wat er zoal veranderd is sinds de jaren 50. Veel is ook al aan bod gekomen in het eerste boek, maar verschillende zaken zijn verder uitgewerkt. Zo lezen we meer over de gezondheidszorg, die door allerlei ontwikkelingen verbeterd is. Door vaccinaties zijn diverse ziektes die vroeger ernstige gevolgen konden hebben, grotendeels verdwenen.


Ook lezen we over tuberculose, dat vroeger een zeer vervelende ziekte was, waardoor mensen lang in sanatoria moesten verblijven. En natuurlijk lezen we het een en ander over de veranderde houding tegenover roken. Waar het vroeger heel normaal was dat de kamers op verjaardagen blauw van de rook stonden en het heel normaal was dat de gastvrouw sigaretten op tafel had staan, is de roker inmiddels bijna een soort paria geworden, die naar het balkon wordt verdreven.


Ook de verbeterde tandzorg komt aan bod, waarbij de meeste mensen inmiddels geen kunstgebit meer hebben, terwijl het vroeger in plattelandsstreken niet ongebruikelijk was dat een meisje als ze ging trouwen een kunstgebit kreeg, zodat daar geen problemen meer konden ontstaan.


Er is dit keer ook aandacht voor de komst van gastarbeiders naar Nederland. Veel verhalen zijn dit keer gebaseerd op de herinneringen van lezers van het eerste boek. Het is dan ook vooral een aanvulling hierop geworden.


Aan het eind van het boek wordt er ook teruggekeken. We zijn weliswaar 4 keer zo rijk geworden, maar niet 4 keer zo gelukkig. Er is nog steeds armoede in Nederland, maar het is niet te vergelijken met die in het verleden. Armen hebben nu televisie, telefoon, een wasmachine en een koelkast, dingen die vroeger alleen weg waren gelegd voor een kleine bovenlaag. Weelde went en hoe meer men heeft, hoe meer men kan verliezen. En door alle sombere verhalen lijkt de toekomst steeds minder iets te zijn, waarin alles beter wordt.


Het boek is weer een feest der herkenning. De kolenkachel komt nog ter sprake en ik kan me herinneren dat er bij het huis waar we in mijn huidige woonplaats gingen wonen, op het balkon een kolenkast was. Zelf hadden we inmiddels al een gashaard, zodat die kolenkast overbodig werd. Toen we voor een vakantie naar Duitsland reisden met de trein, zagen we op een gegeven moment een reclamebord met de tekst: "Gelukkig zijn er nog mensen die liever in een levend kolenvuur staren." Een medepassagier las dat laatste woord verkeerd en dacht dat er "sterven" stond.


ISBN 978 90 450 3673 1 | Paperback | 350 pagina’s | Atlas Contact | november 2018

© Renate 18 augustus 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER