Gösta Berling
Selma Lagerlöf
Tenslotte stond de dominee toch nog op de preekstoel. De hele gemeente keek ervan op. Hij was toch nog gekomen! Ditmaal zou de dienst dus niet afgeluid worden, zoals de vorige zondag en zoveel zondagen daarvoor.
Dominee was jong, slank en rijzig, een oogverblindend knappe man. Als je hem een helm op ’t hoofd zou zetten, een zwaard aan zijn zij hangen en hem in een harnas zou steken, dan zou je een marmeren beeld naar hem kunnen maken en naar een van de mooiste Atheners noemen.|
Dominee had de diepe blik van een dichter en de vaste, ronde kin van een veldheer; alles aan hem was mooi, fijnzinnig, vol uitdrukking, doorgloeid van genialiteit en geestelijk leven. De mensen van de kerk voelden zich wonderlijk bedrukt toen ze hem zo zagen. Ze waren meer gewend hem onvast ter been uit een of andere kroeg te zien komen...
Het bovenstaande is Gösta Berling ten voeten uit... een dominee die graag en veel drinkt. Op zich vonden de kerkgangers dat niet zo erg maar Gösta Berling had zijn ambtsplichten verzaakt en een paar weken geen diensten kunnen leiden omdat hij zo verschrikkelijk veel gedronken had. En nu was de bisschop gekomen om hem 'over zijn wangedrag te onderhouden en kerkvisitatie te verrichten'.
Gösta stond op het preekgestoelte en allerlei emoties gingen door hem heen; van afkeer, verdriet tot woede. Maar toen hij eenmaal zijn mond opende was hij zo bevlogen dat na zijn preek alle kerkgangers wilde dat hij bleef. Gösta ziet het als een wonder. Helaas komt 's avonds een vriend langs die Gösta vertelt hoe hij de bisschop op de terugweg behandeld heeft. Hij heeft de koets laten schudden en hotsen zodat de bisschop alle kanten van de koets zag... Gosta ziet zich genoodzaakt alsnog zijn ambt neer te leggen.
Radeloos zwerft hij rond en wil het bos in lopen om daar te sterven. Maar daar is de majoorsvrouw Margaretha Samzelius van Ekeby, waarschijnlijk de machtigste vrouw van Värmland. Zij scheld Gösta uit en staat niet toe dat hij zichzelf van het leven beroofd. En zo wordt Gösta een van de cavaliers (oud-beroepsofficieren uit de napoleontische oorlogen) van Ekeby. Hij is de jongste van de twaalf.
De majoorsvrouw is een soort Zweedse kenau Hasselaar, een strijdbare vrouw met een grote mond maar heel klein hartje. Zij zorgt goed voor de mensen in haar omgeving en zij hebben veel aan haar te danken, maar zoals het vaak gaat komt door roddel en bijgeloof de majoorsvrouw in een kwaad daglicht te staan. De duivel heeft haar in zijn macht denken ze. Zij moet huis en haard verlaten. De dranklustige en zwierige cavaliers zullen nu alles zelf beheren met alle gevolgen van dien. De majoorsvrouw doet nog een poging terug te keren maar dat mag niet baten.
Gösta wordt verliefd en veroorzaakt daardoor ook weer allerlei problemen zoals hij zijn hele leven zal blijven doen. De majoorvrouw blijft een belangrijke rol in zijn leven spelen.
Het verhaal rond Gösta Berling beschrijft het leven aan het begin van de negentiende eeuw in Värmland, de romantische streek in Zweden met rotsen en watervallen, duistere wouden en langgerekte meren. Gösta Berling is, zoals te verwachten is met deze titel, het hoofdpersonage in dit boek met de majoorsvrouw als goede tweede.
Gösta is geliefd bij alle vrouwen, sterk maar ook zwak, geestig en romantisch, vrolijk en melancholiek. Hij maakt de meest bizarre, ontroerende, lachwekkende maar ook tragische geschiedenissen mee. De drank vloeit rijkelijk in zijn omgeving maar ook de tranen.
De majoorsvrouw is een krachtige, sterke vrouw waar je terdege rekening mee moet houden.
Het is een roman vol verhalen die doen denken aan sagen en legendes, waarin ook allerlei bijzondere gebeurtenissen plaatsvinden en eigenaardige figuren in voorkomen. Het zijn vertellingen over een bijzondere man die in allerlei bizarre situaties terecht komt en het is in zeer beeldende taal geschreven, allleen vond ik het niet prettig lezen. Persoonlijk vind ik de taal te bloemrijk en het toch wel surrealistsiche karakter van de verhalen rond Gösta Berling maakt dat ik kan me niet verbonden kon voelen met Gösta en de overige personages. Voor mij was de majoorsvrouw meer aansprekend dan Gösta Berling.
Het kostte me steeds moeite om het boek weer op te pakken en verder te lezen. Het is een soort sprookje waarin allerlei karaktereigenschappen van mensen tentoon worden gesteld maar het pakte me niet. De cavaliers worden in aparte verhalen besproken maar Gösta blijft het centrale figuur.
Toch ben ik er van overtuigd dat veel mensen dit boek met veel plezier zullen lezen. De situaties zijn soms komisch en hilarisch en soms somber, hartverscheurend, realistisch of onwerkelijk. Kortom, een rijk verhaal dat knap geschreven is, de taal is eveneens bijzonder, maar het is helaas geen boek voor mij.
(Het boek is al in 1891 geschreven en is het debuut van Selma Lagerlöf. Daarnaast schreef zij onder meer Nils Holgerssons wonderbaarlijke reis. In 1924 werd Gösta Berling verfilmd met o.a. de toen nog onbekende Greta Garbo als Elizabeth Dohna.
In 1914 ontving Selma Lagerlöf als eerste vrouw de Nobelprijs voor de Literatuur.)
ISBN 9789045017396 Hardcover 443 pagina's uitgeverij Atlas januari 2011
© Dettie, 1 september 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER