De geheimen van La Rochelle
Tanja Kinkel is een van mijn persoonlijke ontdekkingen van het afgelopen jaar. Haar historische romans lezen als een trein en schetsen voortreffelijk een raak tijdsbeeld van de periode waarin ze zich afspelen. Na het verslinden van haar “ de poppenspeler”, groef ik me in in “de geheimen van La Rochelle”.
Deze roman speelt zich af in de eerste helft van de zeventiende eeuw, aan en rondom het hof van Louis XIII en zijn beroemde (al is het volgens sommigen veeleer beruchte) rechterhand, kardinaal Richelieu. Eigenlijk draait de hele roman om deze man. Op het moment dat zowat half Europa met elkaar overhoop ligt, bereikt hij het toppunt van zijn macht. Eén klein probleempje: hij houdt zielsveel van Frankrijk, maar voor de Fransen kan hij weinig sympathie opbrengen. Dat maakt hem niet bepaald tot een geliefd figuur. Hij wordt door een aantal mensen bewonderd, hij is ontzettend bekwaam, maar ook meedogenloos en ambitieus. Hij kneedt Frankrijk tot de staat die hij voor ogen heeft en dat maakt anderen onvermijdelijk tot pionnen in zijn spel. Die anderen zijn daar niet altijd zo mee gediend. De veel jongere Louis XIII bijvoorbeeld, die al sinds zijn prille jeugd gevormd is door de kardinaal: hij bewondert zijn eerste minister mateloos, heeft oneindig veel respect voor zijn bekwaamheid en erkent dat Frankrijk zonder Richelieu wellicht niet de glorieuze staat zou zijn die nu onder zijn bewind gedijt, maar Louis voelt op bepaalde momenten ook een soort jaloerse wrevel. Dat is niet onbegrijpelijk, hij staat meestal in de schaduw van Richelieu en diens visie op het koningschap maakt van Louis een geïsoleerde en bij momenten eenzame jonge man.
Diezelfde eenzaamheid ondervindt ook Richelieu. De manier waarop hij, onverwacht, naar de job toe heeft moeten werken (hij had voor zichzelf eerder een carrière als zeeman en avonturier uitgestippeld), liet zijn sporen na. Eigenlijk is de enige bij wie hij echt terecht kan met zijn zieleroerselen, zijn nichtje Maried’Aiguillon. Deze schrandere dame houdt oprecht van haar oom en helaas maakt haar dat óók een pion. Niet in het spel van Richelieu, maar dat van zijn tegenstanders. Hij heeft er veel, maar één ervan blijkt bijzonder gevaarlijk. Paul d’Irmaesens zint immers op wraak. Hij verloor in La Rochelle (een protestants Frans bolwerk dat door Richelieu genadeloos in de pan werd gehakt) zijn vrouw en kind en heeft dus zo zijn eigen motieven om Richelieu uit de weg te willen ruimen. Hij laat zich zogenaamd inschakelen in een complot tegen de kardinaal, maar weet dat meesterlijk naar zijn hand te zetten…
De roman is in het begin wat verwarrend, Kinkel goochelt bij momenten erg met namen, waardoor het niet altijd gemakkelijk te volgen is over wie ze het nu ook alweer heeft en wat de onderlinge verhoudingen tussen de personages zijn. Het boek is afwisselend vanuit verschillende perspectieven geschreven, wat het verhaal extra diepte geeft, maar niet altijd helder houdt. Gelukkig raak je daar al gauw aan gewoon en begrijp je de onderlinge machtsverhoudingen steeds beter naarmate de roman vordert. Thema’s als intrige, familie, liefde, wraak, eenzaamheid en frustratie komen volop aan bod en de tijdsgeest wordt schitterend in woorden vertaald. Een aanrader!
Type: Paperback Uitgever: Het Spectrum Publicatie jaar: 1997 ISBN: 9789027461704
Vert. van Die Schatten von La Rochelle vertaald door Henja Schneider
© Elvira, mei 2007
Lees de reacties, klik hier!