Hemelvaart
Judith Koelemeijer
In 1985 komt de achttienjarige Annette door een tragisch ongeval om het leven. Haar vriendin, Judith Koelemijer was erbij. Ze heeft ook na ruim vijfentwintig jaar het gebeurde nog niet echt verwerkt.
Behalve het verhaal van haar zelf – onder andere opgetekend in een dagboek meteen na het gebeurde - gaat Koelemijer ook op zoek naar de herinneringen van de andere betrokkenen: de andere vier meisjes die met haar en Annette op vakantie waren; de jongens, Duitsers en Grieken, met wie ze op stap waren, en familieleden.
Ze waren achttien, hadden net hun eindexamen gedaan en vierden dat op het Griekse eiland Paros. Op de laatste dag - 15 augustus, Maria Hemelvaart - wil Annete nog één keer de bloemetjes buiten zetten. Judith gaat mee, en met een paar Duitsers, die ze net ontmoet hebben gaan ze op de brommer naar een gelegenheid die zo laat op de avond nog open is. Onderweg komen de jongens met hun brommer met elkaar in botsing, Annette valt en komt helemaal verkeerd terecht.
Koelemeijer praat met de andere meisjes, met de ouders van Annette, die hun verdriet probeerden te verwerken door op ‘Annettes eiland’ te gaan wonen. Wat herinneren zij zich? Hoe gingen ze met Annettes dood om? Verbijsterend is het om te ontdekken dat iedereen andere herinneringen heeft. Als Judith Koelemeijer op zoek gaat naar officiele papieren en verslagen, blijken ook daar andere dingen in vermeld te worden.
Het boek toont aan dat een echte waarheid nooit gevonden kan worden. Al maakt iedereen precies dezelfde gebeurtenis mee – en dat is hier niet het geval! – dan nog zal iedereen voor zich de feiten inkleuren. Ook het feit dat er jaren over heen gegaan zijn, heeft de herinneringen veranderd.
Wat wel duidelijk is en blijft, is de impact van zo’n dramatische gebeurtenis. De dood van een jong meisje, een jonge vrouw die nog aan haar leven moest beginnen, het hakt er in. Het heeft gevolgen voor iedereen. Hoe zou hun leven geweest zijn als Annette niet gestorven was? Wie zal het zeggen.
Het is een verhaal dat je raakt, over leven en dood, en de onzekerheid daaromheen. Koelemeijer doet haar best er enige spanning in te brengen, door de ‘dader’ tot het laatst te bewaren, maar eigenlijk verandert dat weinig aan de totaliteit van het verhaal.
Het verhaal moest verteld worden, omdat er nog altijd een schuldgevoel leeft bij de schrijfster. Ik hoop voor haar dat ze het nu verwerkt heeft.
ISBN 9789045021829 | paperback | 240 pagina's| Atlas Contact | augustus 2013
© Marjo, 18 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het zwijgen van Maria Zachea
Oral history: de vertelde, overgeleverde geschiedenis. Zo wordt het verslag van de interviews die Judith Koelemeijer haar vader en zijn broers en zussen afnam, ook wel genoemd. Toch vond ik het boek in de bibliotheek bij de romans. Het is ook niet echt een geschiedenisboek en het leest als een roman. De gebruikte structuur verdient zonder meer bewondering. Een geslaagd debuut, dat beloond is met Het Gouden Ezelsoor en de NS Publieksprijs.
Eigenlijk kende Judith Koelemeijer haar Oma, Maria Zachea Koelemeijer, niet zo goed. Na een zwaar leven, waarin ze 13 kinderen kreeg, leek ze niet veel belangstelling meer te hebben voor haar 29 kleinkinderen: zij had haar taak volbracht. Kort nadat ze weduwe werd, kreeg ze een hersenbloeding en als ze daarna uit het ziekenhuis komt, wordt ze steeds zwijgzamer, om tenslotte helemaal niet meer te spreken. Overdag wordt ze verzorgd door verpleegsters en ’s avonds en ‘s nachts zorgen de 12 overgebleven kinderen om beurten voor haar, tot ze na 8 jaar overlijdt. De kinderen gingen al jaren hun eigen weg, maar nu brengt hun zieke moeder ze voorlopig weer samen.
Deze zwijgende, oude vrouw intrigeert Judith, net als de zwijgzaamheid binnen haar familie. Ze besluit te proberen de familiegeschiedenis te reconstrueren. Tijdens de vraaggesprekken met haar ooms en tantes ontdekt ze dat ze zich allemaal andere zaken herinneren, of aan dezelfde gebeurtenissen andere herinneringen hebben. Dat ze allemaal een andersoortige band met hun moeder (en vader) hadden en dat ze eigenlijk ook niet veel wisten van elkaar. Al deze interviews zijn door Judith Koelemeijer bewerkt tot èèn geheel: een goedlopend, bijna spannend verhaal.
De structuur en de stijl die ze daarvoor gekozen heeft, maakt dat het lijkt of je een roman leest. Het verhaal is ingedeeld in 12 hoofdstukken, die steeds de naam dragen van een van de kinderen en die verteld worden vanuit het perspectief van dit kind. Te beginnen bij de oudste en met als laatste de jongste. Elk kind vertelt over zijn of haar jeugd en dromen, de verhouding met ouders en broers en zussen, de start van zijn of haar volwassen leven. Daarnaast vertellen ze over hun aandeel in de verzorging van hun oude moeder, waarbij opvalt dat ook hun veronderstellingen over de reden van haar zwijgen nogal verschillen. Judith Koelemeijer heeft er voor gekozen elk interview selectief uit te werken. En wel op zo’n manier, dat de chronologie van de familiegeschiedenis bewaard blijft. Net als die van het ziektebed en het lijden van haar grootmoeder. En van de maatschappelijke ontwikkelingen tussen de geboorte van de oudste (geb. in 1934) en het volwassen worden van de jongste (geb. in 1953). De verhaallijnen lopen parallel. In het levensverhaal van elk kind leren we een stukje kennen van de familiegeschiedenis en nemen we daarnaast kennis van de voortschrijdende behoeftigheid van de zieke, zwijgende moeder. En lezen we hoe we de maatschappij langzaam verandert, in een kleine geschiedenis van de twintigste eeuw.
Het mysterie van het zwijgen blijft overeind. Elk kind geeft een eigen interpretatie van het zwijgen van de moeder: Moe is gewoon dement door de hersenbloeding, ze kan niet meer praten. Of: Moe is boos, dat we haar naar huis gehaald hebben, dat wilde ze helemaal niet. Of: Moe wil met rust gelaten worden en sterven. Of: Moe kan niet sterven, want ze weet, dat de familie dan uit elkaar valt. Toch moeten deze kinderen tot een gezamenlijk besluit komen, als het lijden van hun moeder tenslotte ondragelijk lijkt te worden.
Maar misschien verwijst de titel ook wel naar het leven van Maria Zachea vòòr de fatale hersenbloeding: een moedige, hard werkende, zorgende vrouw, die weinig sprak, nooit klaagde, altijd probeerde te bemiddelen, te sussen en zichzelf wegcijferde. Zodat we aan het eind van het boek nog steeds niet weten wie Maria Zachea eigenlijk was.
ISBN13: 9789058072818 Paperback | 256 Pagina's | Uitgeverij Plataan | 2005
© Librije, januari 2007
Lees het interview met Judith Koelemeijer, klik op de afbeelding van het boek
Lees de reacties en/of reageer, klik HIER!
Anna Boom
Anna Boom is 22 als ze in haar eentje in de trein stapt naar Boedapest. Niet zo bijzonder zou je zeggen, maar het was 1942. En de man naar wie ze reist is getrouwd, wat zoekt ze daar in dat verre Hongarije?
Aanvankelijk is het daar veilig, Hongarije is bondgenoot van Duitsland, maar dat blijft niet zo. Als de Hongaren niet snel genoeg meedoen aan de Endlösung, neemt Duitsland de heerschappij over. Anna vindt een doel in haar leven: ze gaat joden helpen. Als de Russen binnenvallen is ze ook haar eigen leven niet zeker. Als alles voorbij is blijft ze een avontuurlijk leven leiden. Ze reist naar Bombay en later naar Portugal, steeds weer voor een man.
Als Judith Koelemeijer Anna Boom ontmoet weet ze nog niet zo zeker dat het levensverhaal van deze mevrouw genoeg stof biedt voor een boek. Maar als Anna vertelt hoe ze op een nacht wakker schrok uit een nachtmerrie en daarbij riep: waar is mijn revolver?' was ze geïnteresseerd. Zo staat het in het nawoord verteld.
Ik kan me haast niet voorstellen dat er niet meer is geweest, ik denk dat de persoon Anna Boom in levende lijve een bepaalde uitstraling gehad moet hebben (en misschien nog heeft), en ik vind het heel jammer dat je dat niet op papier uit kunt laten komen. Zeker, het verhaal is boeiend, ze heeft heel wat meegemaakt deze vrouw, maar het lag niet aan haar dat ze in deze avonturen verzeild is geraakt. Ze had om zo te zeggen de tijd mee. En haar achtergrond.
Doordat ze nooit een vaste woonplaats kenden, zij en haar moeder, maar steeds maar Europa doorreisden en in hotels en pensions logeerden, stond ze open voor alles. Ze draaide ook later haar hand niet om voor reisjes, kort of lang, om iets te regelen. Als je geen vast honk hebt, geen echte 'roots', alleen maar een moeder die eerder verstikkend werkt dan dat ze een veilig heenkomen biedt, dan moet je zelf de kans grijpen wanneer die komt. Dat heeft ze gedaan.
Al haar avonturen, die met de Tweede Wereldoorlog en met de liefde te maken hebben zijn heel interessant, maar ik blijf het gevoel houden dat ik niet de echte Anna heb leren kennen. Het blijft allemaal op afstand. Niettemin een boeiend boek.
ISBN 978 90 580 7321 1 Paperback | 239 Pagina's | Atlas/Plataan
© Marjo, augustus 2008
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!