Boekenarchief K-L

Tom Lanoye

http://www.lanoye.be

 

altGAZ
Pleidooi van een moeder
Tom Lanoye


Tom Lanoye schreef dit pleidooi in opdracht van Gone West – Reflections on the Great War. 
Honderd jaar geleden was de eerste gasaanval – op 17 november 1915. Een gruwelijke manier van oorlogvoeren. Is er iets veranderd sinds 1914-1918? Het leed van de slachtoffers blijft hetzelfde. Zoals ook het verdriet van de achterblijvers nooit zal veranderen.


Tom Lanoye geeft een moeder het woord, een moeder die haar zoon verloor. In de ogen van de wereld is hij evenwel geen slachtoffer, maar een dader. Een jonge man die naar het Midden- Oosten afreist en daar radicaliseert. Hij pleegt een overval op een metrostation, waarbij hij nietsontziend vele slachtoffers maakt.


Het is een monoloog, van een moeder die niet wil vergoelijken, maar probeert te begrijpen. Ja, zegt ze, er kan met vingers gewezen worden. Er was geen vader, de jongen was enig kind. Heeft zij hem niet goed opgevoed? Had zij kunnen voorkomen dat haar jongen op het verkeerde pad terecht kwam? Hij was een lastig kind, een moeilijke puber. Verklaart dat alles?
Ze praat, ze vertelt, ze vraagt: jullie, maatschappij, zouden jullie het beter hebben gedaan? Kunnen jullie aangeven – kunnen jullie weten – hoe je moet opvoeden? Hoe je moet voorkomen dat je kind dingen doet die anderen leed berokkenen?


De novelle is de basis van de voorstelling van Theater Malpertuis, die honderd jaar na de eerste gasaanval (17 april 1915) in première ging.


"Had mijn zoon zijn daden gepleegd in oorlogstijd, en in het uniform van ons leger? Hij had een monument gekregen."


Het is een boekje dat tot nadenken stemt. Hopelijk. Elke terrorist was ooit kind. Iedere terrorist heeft een moeder. Iedere terrorist is in de ogen van bepaalde anderen een held. Gavrilo Princip (de man die door Frans-Ferdinand te vermoorden de aanzet gaf tot de Eerste Wereldoorlog), de plegers van de aanslagen in New York, of Parijs, een man als Andreas Breivik. Wat bezielde hen? Krijgen we ooit een antwoord?


ISBN 9789044629163 | Paperback | 61 pagina's | Uitgeverij Prometheus | april 2015

© Marjo, 2 december 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Heldere hemel
Tom Lanoye


De proloog laat het verhaal beginnen in Vlaanderen, in de zomer van 1989. Een telefoongesprek tussen Vera en Walter. Het gesprek schokt Vera, maar we weten nog niet waarom, want het eerste hoofdstuk gaat over Andrej, een Russische piloot, die onder aan een parachute de aarde nadert. Hij vraagt zich af waar zijn vliegtuig zal neerkomen en wat de gevolgen zullen zijn. Intussen mijmert hij over modderbaden en de Koude Oorlog.


In het daarop volgende hoofdstuk zijn we weer bij Vera, duidelijk geagiteerd, die twee slotenmakers ontvangt: Walter zal haar huis niet meer in kunnen, ze is woedend, nu ‘Walter zijn herontdekte wellust aan het botvieren is op deze overjaarse bakvis, deze  ‘Carla’, die natuurlijk te vereerd en te onnozel was om te beseffen dat zijn keuze voor haar geen kwestie was  van passie, maar van een revolte tegen de sleur. De mannelijke menopauze.’
Hoofdstuk drie springt weer naar een andere omgeving: de ‘situation room’ in Bergen. Daar zit de Chieff of Staff te overleggen met twee medewerkers vanuit het Witte Huis.
‘de Republikein was een mormoon uit Texas, de Democraat een jood uit New York.’


We gaan weer terug naar Vera, naar het beste deel van het boek: de confrontatie tussen Vera en de bakvis, die ook nog gerommeld heeft met zoonlief. Later volgt nog een intermezzo ergens op een krantenredactie, en het verhaal is intussen duidelijk: er vliegt een onbemand vliegtuig boven Europa. Niemand weet waar het zal neerstorten, maar we hebben niet voor niets het verhaallijntje vanuit Kooigem.


‘Tom Lanoye schreef het beste Boekenweekgeschenk in jaren’ lees ik overal. Waarom zegt men dat?
Het is een toegankelijk verhaal, en op z’n Lanoyes: af en toe sappige taal, en natuurlijk kritiek op allerlei zaken. De Gaulle bijvoorbeeld komt er net zo goed van af, en hij spaart ook zijn eigen landje niet. Natuurlijk zit Lanoye voor een boekenweekgeschenk vast aan een aantal pagina’s, maar ik vind dit verhaal te groot voor zijn klein boekje. Het is alsof er meerdere verhalen aan elkaar gelinkt zijn, verhalen, die geen verder verloop kennen.
Zo komen de aparte lijnen niet genoeg uit de verf. Zeker niet als je in een korte noot achter in het boek leest dat dit hele verhaal berust op een ware gebeurtenis: er is daadwerkelijk een Mig neergestort op een Vlaams huis in 1989.
Het is goed, maar veel te weinig.


ISBN 9789059651494 | hardcover | 91 pagina’s| CPNB| maart 2012

©  Marjo 19 maart 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Een slagerszoon met een brilletje


In 1985 debuteerde Lanoye met dit eerste prozawerk; een verhalenbundel. Het werd goed ontvangen toentertijd.
Het zijn vier verhalen, duidelijk autobiografisch getint. Vooral het eerste, het titelverhaal, waarin hij op een cynische humoristische wijze, op het absurde af (zo kennen we Lanoye natuurlijk ook) het verhaal over zijn geboorte vertelt. Voorafgaand aan dat heuglijk feit kreeg zijn moeder op een nacht een geest op bezoek, een voorouder van vaderskant. . Hij bezwoer haar om de jongen (want dat zou het worden) niet te bederven, hij moest een waardige opvolger worden binnen de slagersfamilie. De andere zoons waren al te ver bedorven.
`Maakt u zich geen zorgen, mijnheer. Het kind zal net zo goed opgevoed worden als de anderen.``maar daar ben ik juist bang voor!`roept Jean~Baptiste uit, `dat wordt weer een boekenwurm. En met deze wordt het héél erg. Leest zijn ogen kapot voor hij 12 is, in stripverhalen dan nog. Een slagerszoon met een brilletje, dat kan toch niet'?`
Lanoyes lot is bezegeld. Als dan ook nog zijn moeder overtuigd ervan is dat hij een dochter zal worden, en zijn zus er niet aan wil dat hij dat niet is, dan legt hij daar voorzichtig (1985..) de grondslag voor zijn homoseksualiteit.


In verhaal twee (Bij Jules en Alice)wordt het verhaal verteld van Alice en Jules. Jules is dood en begraven en we treffen Alice aan:
`Nog altijd met haar handschoenen aan, liep Alice regelrecht naar de diepvriezer en trok de deur open: ze lagen er nog.`
Hé, wat ligt daar nog..de lezer is nieuwsgierig..en het verhaal duikt het verleden in. Hoe het Jules en Alice verging tijdens hun huwelijk: teleurstellingen, misverstanden, bedrog en verraad. Hetgeen leidde tot een wanhopige daad begaan door Jules. Alsof dat nog niet erg genoeg is, komt er nog een auto-ongeluk achteraan, en na een tijdje gaat Jules dus dood. Het staartje van het verhaal heeft weer de cynische humor.


Verhaal drie: (het boek)
Ik vind dit een meesterlijk verhaal. Achille leest in sneltreinvaart alle boeken binnen zijn bereik, en nog meer. Hij stelt zich als levensdoel om alle boeken op de wereld gelezen te hebben en slaagt daarin.. Maar als hij gelauwerd gaat worden, belt er iemand op..er is nog één boek. Achille kan het niet laten, hij moet dat boek lezen, en graaft zo zijn eigen graf.


Verhaal vier is helaas het minste van de vier. Het heet ´oh, land der blinden´, en is waarschijnlijk weer meer autobiografisch. Het is het verhaal over zijn broer, verongelukt in de bloei van zijn leven. De broer Guy, was het idool van de jongen Tom..en steeds maar blijft hij beelden van hoe het was voor zijn ogen zien.


Ik mag de manier van schrijven van Tom Lanoye wel, tegen het absurde aan, grappig, maar toch met de bedoeling om te raken. Hij is een theaterman (zelf gezien vorig jaar bij Amour') en dat krijg je ook mee als je zijn boeken leest.


Hardcover | 179 Pagina's | Uitgeverij Prometheus | 2003 ISBN: 904460306X

© Marjo, december 2006

Reageren? Klik hier!


 
Het derde huwelijk


Maarten Seebregts woont alleen in het huis dat hij samen met zijn partner Gaetan heeft opgeknapt en ingericht, hij heeft geen werk meer, en nauwelijks vrienden. Gaetan is gestorven na een onbenoemde ziekte, en Maarten zit in z'n eentje te somberen in het grote huis, vol schuldgevoel, vol spijt, in de wetenschap dat hij zelf ook ziek is en niet lang meer zal leven.
Dan wordt hij benaderd door een vreemde: of hij misschien wil trouwen met een buitenlandse vrouw, hij zal er voor betaald worden maar:
"Je trouwt met haar, je woont met haar, je leeft met haar. Maar raak haar aan en ik sla je morsdood."
Maarten aarzelt. Moet hij, overtuigd homo, zijn laatste maanden nog een vrouw in zijn leven toelaten? Voor het geld hoeft het niet, hij kan met weinig toe..maar dan ontmoet hij Tamara : "Ze heeft niet de brede billen en dijen van zo veel andere zwarte vrouwen. Als ze naakt op haar buik lag, zou het net zo goed een jongen kunnen zijn." en hij accepteert het voorstel.
Het is het begin van een vreemde verstandhouding. Maarten is - hoewel een cynische mopperpot- ten overstaan van Tamara een softie. Ze dwingt hem in de logeerkamer te gaan slapen, ze neemt zijn huis over en Maarten laat het maar over zich heen komen. Hij is niet tegen deze vrouw opgewassen en eigenlijk leeft er in hem een schuldgevoel ten opzichte van Gaetan. Hij ziet dit leven als een boetedoening.
Er groeit langzaam een verstandhouding tussen hen, een manier van omgaan met elkaar die de jaloezie van de koppelaar aanwakkert. Ook is er het controleteam van de vreemdelingenpolitie, die onverwachte huisbezoeken brengt, omdat ze wel weten dat het om een schijnhuwelijk gaat, maar bewijs ontbreekt.
Als Maarten ontdekt dat Tamara een geheim leven erop na houdt, loopt de zaak erg uit de hand.
Maarten is de ik-figuur. Hij vertelt wisselend over zijn leven met Tamara en over het verleden met Gaetan. Vaak zijn de scènes filmisch, in de zin dat Maarten, gewezen locatiescout, er meteen een decor bij verzint, en vertelt hoe de camera opgesteld zou moeten zijn. Dat schept afstand. Ten opzichte van de hoofdfiguur, maar misschien ook wel ten opzichte van Lanoye zelf, die in dit boek maatschappelijke betrokkenheid (homoseksualiteit, racisme, migrantenproblematiek) toont, maar er waarschijnlijk niet al te persoonlijk op aan gekeken wil worden. Het stel van de vreemdelingenpolitie is als een karikatuur, doet niet geloofwaardig aan, maar is wel weer op het hilarische af.
Het boek leest als een trein, door de vorm, maar ook door de Vlaamse tongval van Lanoye. Maar het is niet alleen maar een humoristisch verhaal over homo's en buitenlanders. Het mag ook te denken geven...


Hardcover | Uitgeverij Prometheus 2006 ISBN10: 9044608134 | ISBN13: 9789044608137

© Marjo, januari 2008

Reageren? Klik hier!

 

Kartonnen dozen


Het leven van Tom Lanoye zit in dozen opgeborgen. Die dozen vertellen het verhaal van zijn leven. Het is een autobiografisch verhaal. We volgen Tom in de jaren zeventig en tachtig. Eerst als kleine jongen, op handen gedragen door de vier vrouwen in zijn leven, later als onzekere puber tijdens zijn eerste platonische allesoverheersende verliefdheid voor de zeer nabije maar onbereikbare klasgenoot Z.
De doos die het verhaal vertelt over de 10-jarige Tom is een koffer. Een groep 10-jarigen van de Christelijke Mutualiteiten gaat op reis naar een dorpje in de Ardennen. Hier leert hij Z. kennen. Ze slapen naast elkaar, raken bevriend, maar na de reis verwatert het contact weer. Deze doos vertelt ook het verhaal van de vrouwen in zijn leven; zijn zus, moeder, tante een huisvriendin hebben hem gevormd tot wat hij is.
De tweede doos vertelt het verhaal van zijn middelbare schooltijd waar Z. naast hem in de klas zit, waar ze goede vrienden worden. Ze zitten naast elkaar, fietsen samen naar huis en tijdens de lessen ‘doden ze de tijd’ door ‘droedels’ te tekenen.
De gebruikelijke reis ter afsluiting van de schoolperiode gaat op verzoek van Tom niet naar Rome maar naar Griekenland. In één van de hotels zijn alleen maar 2-persoons kamers. Tom en Z. delen een kamer. De spanning bouwt langzaam op. Op de boot valt Z. in slaap en Tom gaat op de schouder van Z. liggen. ‘s Avonds als ze in bed liggen praten ze wel over allerlei seksueel getinte dingen, maar, er gebeurt niets. Een paar dagen later geven ze wel gevolg aan hun impuls en vrijen ze. Op het hoogtepunt haakt Z. af en vanaf dat moment ontwijkt hij Tom.
Aan het eind van de examenperiode moet Tom aan zijn blindedarm geopereerd worden. Na afloop van de operatie zegt hij tegen de verpleegster dat hij liever dood zou zijn. Hij beseft dat hij het contact met Z. verliest en rouwt hierom.
Het is een prachtig, liefdevol, maar ook grappig geschreven liefdesroman. Mooi, afwogen taalgebruik. Het was een plezier om het boek te lezen. Een aanrader.


Type: Hardback Uitgever: PROMETHEUS Publicatie jaar: 1991 Taal: Ned Opbouw: 177 p. ISBN 90 446 0307 8

Rode Ruiter, mei 2007

Reageren? Klik hier!

 

Sprakeloos
Tom Lanoye


De moeder van de auteur, Josée Verbeke, wordt door enkele beroertes getroffen. Ze lijdt aan afasie, haar spraakvermogen is ernstig aangetast. Het is een prachtig eerbetoon geworden aan zijn ouders.
Het boek bestaat uit drie delen: ‘Hij’, ‘Zij’ en ‘Ik’. In de inleiding lezen we over het waarom van het boek. Over het uitstel, dat gelukkig afstel mocht zijn. Over de problemen die hij er toch mee had. Dan in deel twee barst hij los. Het is het grootste deel van het boek. Lanoye vertelt over zijn jeugd in het stadje Sint-Niklaas. Zoals we uit 'de slagerszoon met een brilletje' konden weten hadden zijn ouders een slagerij, waar ze allebei hun dagen sleten, de kinderen vaak ook. Daar slaat de twijfel al toe. Wil ik dat allemaal weten, over de buurtbewoners? Over het leven op straat?


'Lees dit boek niet.' 
Ik was gewaarschuwd door de schrijver zelf.


'Indien u niet houdt van geschriften die grotendeels berusten op waarheid en de ontbrekende delen er gewoon bij fantaseren; indien u afknapt op een roman die volgens velen geen roman zal mogen heten omdat hij een deugdelijke kop mankeert, een schone krulstaart en een ordentelijk middenstuk, laat staan dat bij wijze van darmstelsel een fatsoenlijk samenhangend verhaal bevat; en indien u onwel wordt van teksten die tegelijk een klaagzang zijn, een eerbewijs en een krakende vloek, omdat ze handelen over het leven zelf en tegelijk slechts één dierbare verwant van de auteur opvoeren- dan is voor u nu al het moment aangebroken om dit boek te sluiten.'

En dan: ‘En mis het verhaal van mijn moeder.’ 



Dus las ik door, tweehonderd pagina's lang. Maar dat was toch echt genoeg.
Het is niet dat Lanoyes stijl, zijn sappige taal mij tegenstaat, integendeel, daardoor heb ik het nog zo lang volgehouden. Was het de klaagzang die me tegenstond? Ik begon me te ergeren op het moment dat Lanoye zelf met zijn moeder door hun oude straat rijdt, en in korte niet altijd even vriendelijke schetsen vertelt over de bewoners die daar met hen het leven gedeeld hebben. Was bij de moeder gebleven, dacht ik toen, bij de vrouw die na een beroerte haar spraak kwijt was, en helaas nog meer gedragsstoornissen vertoonde. Was het alleen het verhaal van de moeder geweest, dan was ik misschien wel door blijven lezen.
Of lag het toch aan de manier van schrijven? Het verloopt inderdaad niet als een roman. Het is fragmentarisch, van de hak op de tak, al komt hij steeds weer terug waar we gebleven waren. Maar zijn taal is rijk, theatraal, soms rauw, vaak beeldend, en vaak ook gewoon mooi. Als je van dat soort schrijverij houdt. Ik heb daar geen problemen mee, maar tweehonderd pagina's was echt genoeg.


'Als hij nu toch eens kon verstaan wat ze zegt, dan zou hij kunnen vatten wat haar bezielt. Maar ze braakt een onstuitbare vloed van rauwe klanken uit, ruwe brokken geluid, [...] snauwend gehakkel, taalpap vol  woordresten en gesis, barbaars gebrabbel – een algeheel Bargoens waarvan zij ter plekke de woordenschat en de grammatica uitvindt, zonder te beseffen dat niemand anders haar hellespraak beheerst.'



Deze taal, en dan een stuk minder zijpaden afdwalen, dan was het voor mij een heerlijk boek geweest.


ISBN 978 90 446 1107 6 Paperback 359 pagina's | Uitgeverij Prometheus | oktober 2009

© Marjo, februari 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER