Boekenarchief K-L

Mensje van Keulen

http://www.mensjevankeulen.nl

 

Schoppenvrouw
Mensje van Keulen


Even waande ik me bij het lezen van dit boek in Het diner van Herman Koch… Een welgestelde notarisvrouw, Paula, herkent op televisie bij het programma Opsporing gezocht haar dochter, die bij een wrede roofoverval een oude man heeft gedood.


Meteen stopt dan ook weer de associatie met Koch. Wordt dát boek gekenmerkt door morele dilemma’s en afwegingen en pogingen de ander te overtuigen ook zo te handelen, bij Paula ontbreken die dilemma’s volledig. Ze overlegt met niemand, zelfs niet met haar man, maar dumpt zonder al te veel overpeinzingen alle bewijsstukken die haar dochter in huis heeft achtergelaten in een ondergrondse container in een zijstraat van de Overtoom. Niet dat ze de daden van haar dochter goedkeurt, integendeel, maar ze schrikt het meest van het feit dat ze er niet écht van schrikt en dat ze blijkbaar haar dochter tot zulke daden in staat acht. Wat haar in paniek brengt is de gedachte dat haar dochter zelf blijkbaar kan leven met wat ze gedaan heeft.


Opvallend is dat de gebeurtenis niet het héden in beweging brengt, maar Paula  in één adem terugwerpt in het verleden. Een verleden wat een stuk minder welgesteld was dan het heden waarin ze nu vertoeft. Een verleden ook waarin nadrukkelijk is uitgesproken dat ze nooit kinderen moet nemen, omdat dat haar slecht zou bekomen. Kinderen zouden haar meer verdriet dan vreugde brengen. Ze ontkomt niet aan de vraag of de aanzegger van dat nieuws, de paragnost Adami, nu zoveel jaar later alsnog gelijk krijgt. Of heeft hij met zijn voorspellingen het onheil juist over haar afgeroepen?


“Ze zeggen vaak dat je het verleden moet laten rusten. Ze zeggen ook dat schuld doet handelen. Al kan dat jaren later zijn. Uiteindelijk is alles de schuld van Adami. Ik hecht aan een zekere orde die het leven overzichtelijker maakt en die orde is verstoord.”


De confrontatie met haar verleden bepaalt haar houding weer bij de nogal obsessieve vriendschap met Charlie Weber en haar excentrieke broer Tobias, die haar hele middelbare schoolperiode bepaalde, een vriendschap die haar in een totaal andere wereld brengt. Letterlijk, vanwege de verschillende milieus, maar ook spiritueel, want broer en zus Weber leefden in een wereld waarin seances een grote rol spelen en waarbij ze regelmatig contact probeerde te maken met de geest van Oscar Wilde.


Paula, die zich vroeger zo schaamde voor haar moeder die de toiletten schoonmaakte en die alles gedaan heeft om zich uit dat milieu en uit die schaamte te ontworstelen, lijkt nu terug bij af. In plaats van de schaamte om haar moeder bevindt ze zich nu in een zee van schaamte om haar dochter.


Mensje van Keulen heeft weinig woorden nodig. Het is dan ook een dun boek geworden, maar ze weet in korte zinnen heden en verleden vlijmscherp neer te zetten en de motieven die toen speelde met het heden te verbinden.  Niet voor niets ontving ze voor haar de Constantijn Huygensprijs voor haar hele oeuvre vanwege buitengewoon technisch vakmanschap. Dit boek onderstreept deze lof nogmaals.


ISBN 9789025446987| Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | februari 2016

© Willeke, 12 februari 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altLiefde heeft geen hersens
Mensje van Keulen


In een appartementengebouw in Den Haag - de Regent, voorzien van een huismeester - woont Romy, een weduwe van een jaar of veertig. Ze woont alleen, werkt als gastvrouw op een kerkhof, waar ze behalve dat ze koffie schenkt en met cake rondgaat, ook de boel schoonhoudt en de administratie bijhoudt. Daarnaast maakt ze schoon op een paar adresjes, waarvan de ene haar buurvrouw is.


In de loop van het verhaal komen we te weten dat er ooit een goede relatie was tussen buurvrouw Irma en het gezin van Romy, haar man Louis en hun twee kinderen. Maar na Louis’ dood – een opluchting voor Romy: hij had losse handjes – zijn de kinderen al snel het huis uitgegaan. Romy vindt dat jammer, ze kan niet meer voor hen zorgen en is haar grip op hen kwijt. Iedere dag voor en na haar werk gaat ze even langs bij Irma, om wat kleine klusjes te doen, en wat te praten.


Op de dag dat het verhaal begint, zit Irma in haar stoel, ze geeft geen antwoord. Ze slaapt, denkt Romy. Maar er vallen haar een paar kleine dingen op – waar is de kat? Is er een beeldje weg? -  en ze weet: Irma is dood. Maar waarom denkt ze nu meteen aan haar zoon? Hoe komt ze er bij dat hij de oude vrouw iets aangedaan zou hebben? Ooit was er een akkefietje, maar dat was een jeugdzonde. Toch: ze verschikt het een en ander aan de dode en verlaat de flat zonder iemand te waarschuwen. Dat doet ze ’s avonds pas, dan haalt ze er de huismeester bij.
Deze Harro heeft al lang een oogje op Romy. Hij bestudeert de camera’s waar op te zien is hoe ze de flat in- en uitgaat en hoopt vurig dat ze eens met hem uit wil gaan. Al boeit heel die Irma hem niet, hij is natuurlijk zeer bereidwillig en laat daarbij niet merken dat hij eigenlijk iets anders in zijn hoofd heeft.


Het is een heel subtiel verteld verhaal. Mensje van Keuken spint niet alles uit, maar laat veel aan de verbeelding van de lezer over, waarbij we er pas later achter komen dat we wel denken dat we zelf de dingen op zijn plaats gezet hebben, maar dat er eigenlijk niets anders mogelijk was.  Haar personages zijn niet de normale mensen waar ze zich voor uitgeven. Harro bijvoorbeeld lijkt wel een psychopaat, en hij woont nog bij zijn moeder, die overigens alles hoort en ziet. Romy gedraagt zich niet echt normaal, maar daar kunnen we ons nog wel in vinden vanwege haar verleden en eenzaamheid. Zijn haar kinderen daarom ook weer net iets anders dan doorsnee?
Dit alles maakt het weekend waartoe dit verhaal beperkt blijft een boeiend weekend.


‘Liefde heeft geen hersens’, niet te verwarren met ‘liefde maakt blind’ -  het klinkt net iets negatiever -  is een boek dat je met gemak herhaaldelijk kunt lezen, omdat het plezier in de kleine dingen zit, niet in het geheel.


ISBN 9789045021706 | Hardcover | 189 pagina's | Atlas Contact | februari 2012

© Marjo, 6 maart 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Van lieverlede


Van lieverlede verscheen in 1975: het was de eerste echte roman van Mensje van Keulen (3 jaar na haar debuut Bleekers zomer, een novelle). Haar werk uit deze periode is realistisch, naturalistisch bijna, met een fascinatie voor verval en uitzichtloosheid. Op beklemmende wijze beschrijft ze het kleinburgerlijke milieu, de eenzaamheid, de sleur en de hopeloze relaties rond een jonge vrouw in een volksbuurt in de jaren zeventig.


Hanna is negentien jaar. Haar vader is sinds een paar jaar dood en haar moeder is ziek. Haar oudere zus is getrouwd met een ex-zeeman en heeft een dochtertje. Hanna zorgt voor haar zieke en zeurderige moeder, doet het huishouden en de boodschappen en leest haar de krant voor. Ze wonen samen in een verwaarloosde en oncomfortabele woning in een volksbuurt. De verhouding tussen moeder en dochter is kil. De moeder heeft weinig aandacht voor haar dochter en haar wensen en toont geen enkele dankbaarheid of warmte. Toch wil ze haar bij zich houden: haar man is dood, haar oudste dochter getrouwd en haar zoontje overleden (toen Hanna nog heel klein was). Ze zeurt en klaagt alleen maar tegen haar, beknibbelt op het huishoudgeld, zodat er geen geld is voor iets lekkers of iets leuks. Ook mag Hanna niet gaan werken, zodat ze zelf geld kan verdienen voor kleding of de kapper. Het leven voor Hanna is een uitzichtloze sleur geworden, zonder contacten met de buitenwereld.


Dan wordt ze via de kerk uitgenodigd voor een dansavond voor jongeren. Ondanks de bezwaren van haar moeder (gevaarlijk op straat, het kost geld) gaat ze er toch heen. Ze ontmoet er Adje, een onsympathieke macho. Hoewel ze hem niet ziet zitten, maakt ze toch een afspraak met hem. Hij noemt haar: de onnozele en dat is ze in feite ook. Als haar getrouwde zus een avondje uit gaat met haar man, past Hanna op haar nichtje en komt Adje haar opzoeken. Hanna wil bij haar moeder weg en denkt, dat dat het beste kan door net als haar zus te trouwen, desnoods met Adje. Maar ze schrikt ervoor terug, als Adje haar op deze avond bijna verkracht. En ze maakt geen nieuwe afspraak.


Hoewel Hanna haar zus benijdt omdat deze getrouwd is en een dochtertje heeft, blijkt het ook in dat huwelijk niet goed te gaan: drank, geweld en overspel spelen een rol. En op een avond staat Coby voor haar moeders deur, omdat haar man haar wil vermoorden. Ze blijft een paar dagen logeren. Als alles weer bijgelegd is, verdwijnt Coby weer. De eenzaamheid en sleur zijn daardoor voor Hanna echter nog erger geworden. Ze begint haar moeder af te snauwen, geeft het geld dat Coby achterliet uit aan make-up, lingerie en lekker eten. En ze zwerft ’s avonds laat over straat om Adje te zoeken: alles is beter, dan nog langer in dat benauwde huis te moeten verblijven.
Haar moeder gaat geestelijk en lichamelijk steeds verder achteruit. Ze krijgt waanideeën en wil Hanna vertellen over een vreselijk geheim, maar Hanna is niet meer in haar geïnteresseerd. En dan volgt er een schokkend einde.


Eenzaamheid, een verstikkende moeder-dochter relatie, de zin van het bestaan, de beperkingen van een lagere sociale klasse, dat zijn de thema’s van dit boek. Het wordt op een bijzondere manier verwoord: sober, zonder franje of literaire kunstjes. Geen ironie, geen overdrijving. Puur alleen de gedetailleerde beschrijving van de trieste omgeving, de inhoudsloze gesprekken, de hopeloze omstandigheden. Maar op zo’n manier, dat je vanaf de eerste bladzijde meegetrokken wordt in het verhaal en het boek haast niet meer weg kunt leggen. Om aan het einde geen moraal te vinden in dit verhaal, of het moest zijn, dat wie voor een dubbeltje geboren is, nooit een kwartje kan worden...


Hardcover | 126 Pagina's | Wegener Dagbladen | november 2006 (andere uitvoering dan bijgaande cover) ISBN: 9078432233

© Librije, maart 2007

Lees de reacties, klik hier!

 
De laatste gasten


Florrie is na de dood van haar moeder, die ze nauwelijks gekend heeft, opgevoed door een tante. Deze Lena zat helemaal niet te wachten op een kind, en ze besteedde nauwelijks aandacht aan Florrie. Ze gebruikte haar als het zo uitkwam, maar verder moest Florrie het zelf maar uitzoeken.
Nu is ook Lena gestorven. Florrie is voortijds van school gegaan, en heeft haar tante verzorgd, op eenzelfde liefdeloze manier. Het was haar plicht. Dezelfde plicht laat haar de crematie verzorgen, maar ze nodigt niemand uit, laat zelfs niemand iets weten. Voorbij is deze periode, ze wil een nieuwe poging wagen om een fatsoenlijk en gelukkig leven te leiden.


Ze reageert op een advertentie, en komt zo in het pension van Alice terecht. Ze maakt er kennis met een uiteenlopende verzameling gasten, waarvan ieder zo zijn eigenaardigheden heeft. Het lijkt allemaal prima te gaan, maar het lijkt wel of Florrie de katalysator is van het kwaad. Na haar komst gebeuren er dingen die de stemming bederven...


Het verhaal van de gasten vormt de kern van het boek, maar het blijven eigenlijk losse verhalen die enigszins aaneen gebreid worden doordat Florrie die personen verzorgt en intermedieert. Het pension moet gesloten worden, maar eigenlijk was er al eerder een eind aan de idyllische sfeer. Als die voor de komst van Florrie al wel bestond. Misschien hield men toen alleen een schijn op, en heeft zij alleen maar de lont aangestoken. In die afloop komen de verhalen van de gasten bijeen, maar het meteen het einde. Er volgt nog wel een nawoord over wat er met Florrie gebeurt, maar dat lag ook in de lijn der verwachting, na de inleiding over wie en wat ze is.
Toch doet ze nauwelijks ter zake, is ze alleen de manier om het verhaal (de verhalen) te vertellen. Het kabbelt allemaal een beetje naar dat einde toe. Het gaat dan ook vooral om de karakters, maar er had wel wat meer drama in mogen zitten. Voor mij bleef het allemaal een beetje tam. Ik vind het geen sterk boek.


ISBN 9789045012292 | Paperback | 166 Pagina's | Atlas | januari 2007

© Marjo, oktober 2007

Reageren? Klik hier!

 

Olifanten op een web


Als ze het bericht krijgt dat haar moeder gestorven is, slaat Mensje van Keulen meteen aan het schrijven: actuele informatie rond het sterven, over het rouwen, dat alles vermengd met herinneringen.
Mensje van Keulen schrijft heel vlot, en voor iedereen die een dierbaar familielid heeft moeten laten gaan, is het heel herkenbaar. De moeder was een bezige bij, altijd in de weer, en niet voor zichzelf maar altijd voor een ander. Ze had diverse werkhuizen waar ze haar gezin mee draaiende hield.


Er was een echtgenoot tot die na tweeëntwintig jaar bij haar wegging. Hij hield het steeds met andere vrouwen en hing de vrolijke Frans uit met de huishoudcenten. Eenmaal gescheiden hertrouwde hij al snel, met een vrouw die ook heel graag de schijn ophield naar buiten toe, en dat kostte meer dan hij verdienen kon. Mensje had geen medelijden toen ze zag dat ze hem beroofde.


Moeder was in Spanje toen ze stierf, aan het logeren bij de andere dochter. Ze moet dus naar Nederland gevlogen worden. Samen met haar broer regelt Mensje de crematie, en later ruimen ze de spulletjes op. Mensje, haar broer en zus hadden een prima relatie met hun moeder, het verdriet is enorm. Maar, niet vreemd, ze heeft ook een bepaalde mate van boosheid in zich: waarom moest haar moeder altijd voor een ander in de weer zijn, en dacht ze niet aan zichzelf? Ze is boos op haar vader, en waarom heeft ze bepaalde vragen niet gesteld... en natuurlijk is ze boos op De Dood...


Olifanten op een web, de titel is ontleend aan een Spaans liedje. Een olifant zit op een web en het scheurt niet. Hij roept er een andere olifant bij, enzovoort... zolang het liedje duurt scheurt er niets... Het lied van de moeder van Mensje is uit.


ISBN: 9045009455 | Hardcover | 253 Pagina's | Uitgeverij Atlas | maart 2003

© Marjo, maart 2007

Lees de reacties, klik hier!

 

Een goed verhaal
Mensje van Keulen



Zes verhalen over mensen die geen van allen lekker in hun vel zitten. Ze geven daar een speciale draai aan en dat levert bijzondere, een enkele keer bizarre verhalen op. 'Bedevaart' is een voorbeeld van dat laatste.
De hoofdpersoon is een lerares op een middelbare school, die een zwak blijkt te hebben voor Branwell, de broer van de zussen Brontë. Ze woont alleen met haar geliefde kat en heeft geen enkele behoefte om te reizen. Maar die ene reis, die moet ze maken. Naar het dorp dat ze zonder het gezien te hebben kan dromen, het dorp van Branwell. Ik weet dat de wereld vreemde kostgangers heeft, maar deze mevrouw vind ik toch wel wat ongeloofwaardig. Het einde van dit verhaal bederft jammer genoeg het prachtige begin.


Het eerste verhaal daarentegen dat gaat over een vader en een dochter is heel herkenbaar. Nadat ze achttien jaar lang niets van hem gehoord of gezien heeft, belt hij op een avond: hij wil graag iets afspreken. Hij wil haar weer in zijn leven. Een vader is de eerste man die je lief hebt, vindt ze, en ze laat zich overhalen. Maar dan verraadt hij haar voor een tweede keer. Haar wraak zal zoet zijn.


Het verhaal 'Zand' is wrang. Een echtpaar dat niet echt meer kan communiceren. Zij verwijt hem nog steeds een slippertje van een jaar terug, maar eigenlijk is dat niet het probleem dat hun huwelijk doet mislukken. Het
is het onbegrip. Als er weer een gesprek is, en zij doordraaft gaat hij weg. Hij rijdt een eind, naar het strand. Een man spreekt hem aan, het begin van een gebeurtenis die hij nooit aan zijn vrouw kan vertellen. Dit verhaal hakt er nogal in, niet alleen vanwege de scene aan het strand, maar ook omdat Mensje Van Keulen het onvermogen van de man in deze situatie meesterlijk duidelijk maakt.


Ook in de andere verhalen doet ze dat, meer of minder: ze vertelt niet, ze laat het aan de lezer over om uit de details die zij los laat op te maken waar we over lezen.  Ieder verhaal wordt vanuit het 'nu' van de personen verteld. Soms zijn er korte flashbacks, maar over het algemeen doet Mensje van Keulen niet aan uitleg. We moeten het zelf maar opmaken uit de details die gegeven worden. We lezen over gewone mensen, mensen die we op ieder moment van de dag kunnen tegenkomen. Mensen die een beslissing nemen dat een goed verhaal oplevert.
Meestal dan.


ISBN 978 90 450 1469 2 | Hardcover | 159 pagina's | Atlas | februari 2009

© Marjo, februari 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER