De tussenzus
Vincent Kortmann
Het boek begint met een spreekbeurt die Tommie houdt. Het moet gaan over jezelf. 'Vertel wie je bent'.
‘Wat krijg je als je een dichteres kruist met een politicus?
Een kind dat allitererend liegt? Iemand die rijmend zijn zakken vult?’
Hier wordt voor de lezer al duidelijk dat Tommie geen normale jongen is. Of dat tenminste zijn ouders niet doorsnee zijn. Dat zal niet zonder gevolgen blijven…
Tommie Boezerman heeft zijn achttiende verjaardag bereikt. Hij besluit van school af te gaan, ook al zit hij in het examenjaar. Wat hij dan wel wil, dat weet hij (nog) niet.
Het is tekenend voor de situatie thuis dat zijn vader het allemaal best vindt, als hij maar niet de hele dag thuis rondhangt, maar ook iets nuttigs doet. Dat wordt de kringloop, drie dagen in de week rijdt hij met de oudere Jaap in het busje om spullen op te halen. Het bevalt hem eigenlijk prima, met Jaap kan hij het goed vinden. Hij heeft misschien wel meer aan deze man dan aan zijn vader.
De vader, Manfred, is een politicus, een charmeur, die het niet zo nauw neemt met de regels. Hij toont geen interesse in het leven van zijn zoon. Zijn assistente Jessica regelt alles voor hem. Ook het contact met Tommie.
Sinds zijn moeder is overleden – Tommie was toen acht jaar, ze verdronk in de Waddenzee - heeft hij diverse au-pairs gehad – allemaal jong, mooi en Frans, uitgekozen door zijn vader(!). Sinds zijn veertiende moet hij het zelf maar uitzoeken in het grote luxueuze huis.
In wezen is Tommie een gevoelige, sociale jongen. Hij heeft dat echter nooit leren hanteren, kon het niet tonen.En dan komt Cleo op de proppen. Zij is de dochter van een eerdere relatie van Manfred, door haar moeder achtergelaten. Ze woont bij de Boezermans in huis. Tommie behandelt haar als zijn zus, maar dat is ze natuurlijk niet. Ook zij is emotioneel nauwelijks ontwikkeld.
Want hun ouders waren er nauwelijks voor hen. Terwijl Cleo rebelleert - ze is dol op wapens, hetgeen misschien minder strookt met het feit dat ze zeer milieubewust is. Ze is veganistisch en eet macrobiotisch.
Tommie lijkt zich ‘normaal’ te gedragen, maar hij wordt beheerst door een stille woede. Hij probeert zich zijn moeder te herinneren, was zij er wel voor hem toen ze nog leefde? Hij maakt er notities van. Maar het blijft surrogaat. Als hem door zijn vroegere lerares Mascha gevraagd wordt om een toneelstuk te schrijven voor zijn voormalige school, schrijft hij zijn woede van zich af. Dat verzoek deed Mascha evenwel niet zomaar: zij is bezig aan een proefschrift over de dichteres Katinka Tonken. En dat is Tommies moeder.
Echte spanning lijkt er niet in het verhaal te zitten, Vincent Kortmann houdt zich in. Maar de lezer voelt wel dat er iets broeit onder de oppervlakte. De tragiek van Tommies leven is voelbaar. Er staat iets te gebeuren.
Cleo’s hobby neemt verdachte vormen aan, terwijl ook het toneelstuk uit de hand loopt. Tommie denkt dat alles goed zal komen als het eenmaal opgevoerd wordt…
Grote thema’s worden als terloops aangestipt. De karakters van Tommie en in mindere mate Cleo worden goed uitgewerkt, de nevenpersonages doen ter zake. De hoofdrolspelers zijn jongeren, daar horen licht erotische scenes bij. We weten niet wat Cleo bezielt, omdat Tommie het vertelperspectief
vormt, maar er wordt gehint dat zij hun relatie anders ziet dan hij.
Het verhaal is geschreven op een lichte toon, met een dosis wrange humor. Het is een verhaal dat blijft hangen, de figuur Tommie kruipt onder de huid van de lezer. Het is razend knap dat je zonder het expliciet op te schrijven de lezer toch duidelijk maakt hoe het met de jongen gesteld is.
Heel mooi debuut!
Vincent Kortmann (1975) volgde de Schrijversvakschool in Groningen die hij in 2007 afrondde. Hij schreef al eerder enkele kortverhalen, maar De tussenzus is zijn debuutroman.
ISBN 9789025457853 | paperback | 576 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | augustus 2020
© Marjo, 20 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER