Boekenarchief K-L

Hella Kuipers

Brandsporen
Hella Kuipers

 

Hoofdpersoon Fardau vertelt over haar eigen leven en haar familie, alles rond de geschiedenis van een oud kerkje in het Friese dorp Wrochtum. Aan het eind van de elfde eeuw was er al een kerk, die in de loop van de jaren herhaaldelijk vernietigd is en weer opgebouwd. Fardau is er getuige van hoe ook nu weer de bliksem inslaat, en er veel schade ontstaat. Behalve dat de brand een enorme impact heeft op haar eigen leven, ze is namelijk panisch voor vuur (waarom??), gaat het ook om de vraag hoe een restauratie dient te gebeuren. Moet je zoveel mogelijk herstellen wat er ooit  was, en uit welke tijd dan? Of moet je er een eigen invulling van geven, wel in stijl, maar toch anders? Fardau wil de oude stijl terug, die van voor de recente restauratie, maar stuit daarbij op tegenstand, onder andere van haar vader. De geschiedenis van de kerk blijkt meer ingebed in het verhaal van de familie. Haar hulp als fotografe wordt ingeroepen. Maar als ze die ontwikkelt, blijkt er een vreemde figuur op een van de foto’s te staan.

 

het ochtendlicht wiegelde als water door de koorvensters op de grijze vloer

 

Ze ontdekt dat haar oud-tante Everdina op een ongewijde plek is begraven. Fardau wil weten waarom. Wie was die oud-tante van wie ze ook een schilderij gevonden heeft?  En hoe zit het met dat kostuum van Everdina?
Het zal al duidelijk zijn dat Fardau lijken in de kast zal vinden,  tegen leugens en geheimen aan zal lopen, over raadsels en verdraaide waarheden zal struikelen. Maar langzaam wordt alles duidelijk, en wat niet duidelijk wordt, verzint ze zelf. Dat zou storend kunnen zijn, maar die stukjes (in een ander lettertype) worden overtuigend gebracht. Heden en verleden zijn prachtig verweven.

Na een aantal pagina’s heb ik door hoe de familie in elkaar steekt. Dat is het enige minpuntje: een  handige stamboom ontbreekt, en dat wordt lezen met een pen ernaast. Deels zit het probleem in het feit dat Fardau, de ik-figuur, het verhaal vertelt aan haar pasgeboren zoontje Sybren. In eenzelfde alinea is dan een personage vader en opa, dat werkt verwarrend. Maar als je eenmaal de personages kent, is dat geen probleem meer en blijf je gefascineerd doorlezen.
Fardau vertelt over haar leven nu, en over vroeger. Daarbij laat de schrijfster als het over het verleden gaat, andere personages vertellen in de derde persoon. En er zijn cursiefjes tussen de tekst, waar Fardau een eigen versie van wat gebeurd zou kunnen zijn geeft. De sprongen in de tijd, die soms midden in een zin plaatsvinden (Fardau spreekt haar zoontje toe) maken het niet makkelijk te lezen, maar ze zorgen wel voor een afwisselend en speels geheel. Hetzelfde verhaal chronologisch verteld zou veel saaier geweest zijn, enige inspanning van de kant van de lezer is ook niet verkeerd. Andere trucjes werken ook: korte zinnetjes om de spanning te verhogen.

Door het hele boek heen speelt de vraag wat nu eigenlijk waarheid is. Mensen beleven eenzelfde gebeurtenis vaak anders, en ze vertellen het ook anders. Feiten worden verzwegen, soms verdraaid. Kortom, iedereen maakt zijn eigen verhaal.

 

‘een verhaal van alle tijden verandert in alle tijden’


‘Je kan behoorlijk overspannen worden van wat er niet verteld wordt’ zei Ids, en ook hij liet op zijn beurt weer dingen ongezegd.’‘

'De verhalen van tante Suze zijn ook zo schoon als groene zeep’


Hoe daarvan een duidelijk geheel te maken? Kuipers brengt het tot een goed einde, ook al is de conclusie soms dat de waarheid ‘dus’ nooit gevonden zal worden, en vragen onbeantwoord. Goed debuut!

 

ISBN 9789089540980 Paperback 410 pagina's | Elikser B.V. Uitgeverij | midprice editie | mei 2009

© Marjo, augustus 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER