Boekenarchief K-L

Karin Kamminga

altUit zicht
Karin Kamminga


Het is een situatie waar veel mensen mee te maken krijgen: een van je ouders - of erger nog alle twee - die altijd zo goed voor je gezorgd heeft, heeft zelf zorg nodig.  Vooral als het gaat om dementeren, is dit een spagaat. Je gunt je ouders een prettige oude dag in een omgeving die ze zelf gekozen hebben, maar dat kan gewoonweg niet.


In dit boek beschrijft Karin Kamminga hoe drie zussen hun moeder zo goed mogelijk begeleiden naar het verzorgingshuis.
Ellen is haar alter-ego, de zussen zijn Lisa en Inez. Er is ook een broer, John, maar zoals vaak het geval is, zorgt hij meer voor de praktische kant.
De zussen doen hun best, maar zien met pijn in het hart hoe hun moeder aftakelt. Het begint met een verhuizing van een groot huis naar een kleinere aanleunwoning. Moeder is dan 83 en de eerste tekenen van geestelijke achteruitgang zijn er al. Ze kan de snel veranderende wereld om haar heen niet meer volgen, en het huis is ook niet echt comfortabel. Natuurlijk kost het moeite om afscheid te nemen van al haar spulletjes, maar ze lijkt wel te begrijpen dat het moet, de tegenstand die ze biedt valt reuze mee!
Helaas is het niet afdoende, moeder verslechtert na een tia en er wordt een schema gemaakt. Niet alleen de zussen, de hele familie wordt ingeschakeld, kleinkinderen, neven en nichten, allemaal bezoeken ze moeder trouw, om voor het eten te zorgen of de was te doen.
Maar het moment komt dat moeder niet meer weet wie al die vreemden zijn.


‘Zo, en wie ben jij dan wel? Iedereen loopt hier maar in en uit. Ik wil tv kijken dus als je het nodig vindt om hier te zijn moet je gewoon je kop dichthouden.’


‘Nou, jij hebt de tijd genomen, ik dacht dat je vanochtend zou komen. Heb je trouwens een theedoek omgeslagen (geruite rok), staat v.r.e.s.e.l.i.j.k! Weet jij wat ik vanavond eet want ik heb gisteren de hele inhoud van de vriezer weg gemikt, met bakjes en al, eens moet je van al die troep af.’


De huisarts geeft aan dat het niet langer zo kan: ze moet naar een verzorgingshuis. De zussen nemen er een kijkje en vinden het allemaal erg confronterend. Maar ze moeten door de vingers zien dat de kamer erg klein is en moeder haar spulletjes niet mee zal kunnen nemen. Ze moeten accepteren dat aan de lift geen ontkomen aan is, liftvrees of niet. En dat er de hele dag door mensen zo de kamer binnen (kunnen) komen lopen, ook daar moet moeder maar aan wennen. De zussen hebben er genoeg van, hun moeder legt beslag op hun leven waardoor ze er zelf onderdoor gaan. Ze hebben tenslotte zelf ook een leven, en ’s nachts gebeld worden of zelfs gesommeerd worden om te komen, het breekt ze op.
Het boek is als een verslag geschreven, in de tegenwoordige tijd. Des te indringender is het verhaal. Er worden telefoongesprekken weergegeven; gesprekjes, doktersbezoeken, alles op een laconieke gevoelvolle toon, met heel veel humor, die echter het tragische verhaal niet kunnen verbergen.


‘Het gesprek dat op de A1 tussen Hilversum en Amsterdam, op die achterbank, plaatsvindt, vergeet ik van mijn leven niet meer.
Ma: ‘zeg, die grijze duif daar voorin, wie is dat eigenlijk?’
Ik zet mijn achteruitkijkspiegel recht op het gezicht van mijn zus.
‘Dat is Yves, de man van Ellen.’
‘Ach, ik vond al dat hij zo amicaal deed. Hij kende ook iedereen in dat huis van dinges de oudste. Nooit geweten dat ze getrouwd zijn, hebben ze zeker stiekem gedaan.’
Yves blijft stoïcijns voor zich uit kijken.
Ivan buigt zich zodanig richting zijn oma, dat ik een prachtig zicht op zijn gelaatsuitdrukking heb.
Aan het stuur, geen fototoestel, wat een gemiste kans, de ogen rollen uit zijn kassen.
‘En die jongen dan, die naast je zit, hoort die bij de familie?’


Helaas is dit verhaal erg realistisch. Maar het is mooi en integer beschreven, de humor is niet cynisch, maar meevoelend. De titel en de omslag zijn goed gekozen.


ISBN 9789462062351 | Paperback | 238 pagina's | Boekscout | 7 september 2012

© Marjo, 20 juni  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER