Boekenarchief K-L

Peter Lenssen

http://www.peterlenssen.nl

 

Het theater der herinneringen
Peter Lenssen


Na 23 jaar huwelijk is Meryem weer alleen. Onder de knot uit, zo voelt ze het. Weg van een ‘aanmatigend dictaat’. Jarenlang had Erik haar gebruikt, zo voelt ze het nu, al duurde het lang voor ze daar achter kwam. Ze was er ook veel te vroeg ingestapt. In moeten stappen. Pas zestien was ze toen ze zwanger raakte.
Erik was dertien jaar ouder. Wat hij zei, dat zou wel goed zijn: hoe ze zich moest kleden, hoe ze moest lopen, tot ze helemaal naar zijn zin gevormd was. Ze was gevoelig voor zijn ogenschijnlijke kracht, omdat ze zich een beetje ontheemd voelde, altijd al.
Ze was zes toen haar ouders besloten dat ze weg zouden gaan uit Istanbul. Meryem kreeg nooit te horen waarom dat was. En toen ze Erik ontmoette in Berlijn, troonde hij haar al gauw mee naar Nederland, naar Heerlen.  Steeds een nieuwe vreemde omgeving, steeds een vreemde taal. Haar moeder die te jong stierf. Zij zelf al zo jong moeder geworden.


‘Stoere, zelfstandige vrouwen, daar had hij het niet op. Lang haar ook niet. Een vrouw moest gedistingeerd zijn, verzorgd en netjes. Zo zag hij haar het liefst. Gemodelleerd naar het droombeeld in zijn hoofd. Een rugzak? Hij zou zijn mond niet kunnen houden. Die zat al helemaal niet in zijn reservoir voor vrouwen geschikte armaturen. Doodschamen zou hij zich indien hij naast haar liep.’


En nu is ze vrij, en dus laat ze haar haar groeien. En zo’n rugzak is alleen maar handig nu ze op reis is. Ze is in België, specifiek West-Vlaanderen, en reist langs de plekken waar zoveel herinneringen zijn. Niet de hare maar die van Käthe Kollwitz, de kunstenares door wie Meryem gefascineerd is geraakt. Meryem zocht houvast en vond dat in haar naspeuringen naar de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz.


Het begon in een vakantie met Erik en de kinderen. Ze waren in Zwitserland, waar ‘het eindstation’ ligt van de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog, een lijn vanaf Nieuwpoort in West-Vlaanderen. Een ander uitstapje, naar Keulen, liet haar kennis maken met Käthe Kollwitz.
Het zaadje was geplant, en nu bezoekt ze de plaatsen waar Käthe geweest is. Liever nog: waar diens zoon Peter geweest is. Hij diende in het Duitse leger en is daar in de buurt van Vladslo gesneuveld. Maar waar is hij begraven? En wat is de geschiedenis van de beelden die zijn moeder maakte?
Het beroemde werk dat op de militaire begraafplaats in Vladslo staat is het ouderpaar dat rouwt om hun omgekomen zoon.


Twee levens, die van Mereym en Käthe Kollwitz, raken verstrengeld. Het boek is een eerbetoon aan de kunstenares, die natuurlijk ook onderwerp van fascinatie is van de schrijver zelf.
Ook verhaalt het boek over de gevolgen van oorlog en van onderdrukking. Het geeft een cynische kijk op de verheerlijking van oorlog. Lenssen  bekritiseert de vercommercialisering van herdenkingsplaatsen bij monde van Meryem.  
Maar aan de andere kant: je mag geschiedenis niet uitwissen. Moet je de boel dan maar overlaten aan de eroderende werking van de natuur?


‘Weg, helemaal weg. De grote mensenwisser: allesverterende vergetelheid. Afschuw. Dat alles in leegte verdwijnt. Liefde, verdriet, misdaad, zelfs – Armando gedachtig - schuldig landschap. Al raakt een landschap soms overwoekerd, wat toch een zekere charme heeft. Meestal wordt het platgewalst, weggebulldozerd door volgende generaties. Waarom bewaren wat geweest was? Mensen zijn geboren voor het Groot Vergeten, de genade van het selectieve geheugen. Dat maakt het op de puinhopen van een oorlog prima feesten.’


En dan rest nog de vraag over Meryem zelf: waarom zijn haar ouders weg gegaan uit Istanbul?


Een lijvige roman, met behalve bovengenoemde thematiek nog zo veel meer, kritiek op Heerlen bijvoorbeeld. Een fijne manier van schrijven plus een thematiek die behalve historisch ook actueel is, dat maakt dit boek zeer boeiend.
Peter Lenssen (1957, Kunrade) studeerde in Utrecht sociale psychologie. Daarna was hij journalist in vooral de zorg- en welzijnssector. Al schrijvend heeft hij het over sociale onrechtvaardigheid, de vluchtelingenproblematiek, oorlog, mensenrechten en de vrijheid van het woord.
Hij debuteerde met ‘Toplöss/Mijnverdriet’, en schreef daarna ‘Bitterdagen’, gevolgd door ‘Pleisterplaats Belleville’. Na ‘Genoeg geweest’ is er nu het Theater der Herinneringen.


ISBN 9789493214934  | Paperback | 506 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | mei 2023

© Marjo, 23 november 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Genoeg geweest
De zelfmoordbestanden
Peter Lenssen


‘Het eerste wat Karl dacht toen hij vanuit de metrobuis de trappen opliep naar de straat waar zijn zoon woonde, was: ik ben erin gestonken, dit is een wrede grap, ze doen het vanwege de scheiding en wellicht vanwege Jacquelines dood. Hij achtte ze tot alles in staat. Zijn zoon. Hoezo? Werd hij dan toch door collega’s met een van hun misselijkmakende geintjes te grazen genomen?’


Het verhaal gaat over een man, Karl, die na een telefoontje van zijn baas dat hij niet eens helemaal kan volgen, naar het huis van zijn zoon Merlijn gaat. Hij is werkzaam bij de Geheime Dienst, en gewend aan verregaande voorzorgsmaatregelen. Altijd om je heen kijken, altijd voorzichtig zijn, niemand vertrouwen. Zo gaat hij ook het huis binnen: handschoenen aan, speurend naar camera’s, bedacht op een smakeloze grap. Waar hij niet verdacht op is, is het vinden van een lijk. Het duurt een tijdje voor het tot hem door dringt dat de dode Merlijn is.
Dit voorval schokt hem tot in het diepst van zijn ziel, ondanks dat hij helemaal geen contact had met zijn zoon. Toen na de scheiding van Jacqueline Merlijn voor zijn deur stond, deed hij niet open, weigerde contact. Hoe slecht het ging met zijn ex wist hij dus niet. Zij is een paar maanden eerder overleden.


‘Ik ben niet bang voor de waarheid, wat die waarheid ook is.’


Is dat zo? Hij hield geen rekening met Merlijn. Wist ook niet dat die het in hem had, maar na zijn dood weet de jongen zijn vader alsnog zover te krijgen dat hij aan zelfonderzoek doet. Hij moet toegeven dat hij een bar slechte vader was, en een slechte echtgenoot. Hield hij van hen, had hij het in zich, de mogelijkheid om lief te hebben?


Het werk bij de Geheime Dienst kwam hem wel goed uit: hij mocht immers niets vertellen, nergens over praten, had onregelmatige diensten. En terwijl hij van onbekenden de meest intieme details te weten kwam door het spionagewerk, had hij geen flauw idee wie zijn vrouw en kind waren. Nu beseft hij dat hij hun leven verziekt heeft. Zijn eigen leven ook, maar als we later in het boek kennis maken met zijn broer Jochem, begrijpen we dat beter.
Er is geen excuus, hoogstens kan er begrip zijn. 


Dat is er in ieder geval voor wat er gebeurt als Karl het werk weer hervat en tijdens een observatieklus het besef doordringt: wat is hij eigenlijk aan het doen?
Maar hoe moest het nu verder? Had hij nog een leven dat de moeite waard was?


En dan heeft Merlijn postuum nog een verrassing voor hem. Hij heeft filmpjes gemaakt, en die op ingenieuze wijze klaargezet voor zijn vader, die niet in staat is het te negeren. Er is het meisje waar de vader niets van wist, die al jaren een rol speelde in Merlijns leven.
En dan is er ook nog de broer, en een overweldigende waarheid.


En wat de waarheid is voor Karl, is een waarschuwing voor de lezer. Willen we echt deze tijd waarin privacy vaak niet meer te vinden is, waarin het Big Brother is watching you steeds meer opgeld doet? Een tijd waarin iedereen meer en meer alleen maar bezig is met zichzelf?


Wat de Grote Schrijvers eerder nauwelijks voor elkaar kregen, is Peter Lenssen gelukt: het lezen van dit boek dringt tot in je diepste poriën, het overweldigt, schokt en laat een enorme treurnis achter. Treurnis over een wereld die voor velen niet een roman, maar een werkelijkheid is.
Daarmee is het niet het makkelijkste boek om te lezen. Het maakt de lezer somber en dat ligt niet alleen aan het verhaal zelf. De stijl roept een akelige naargeestige sfeer op, en toch: je leest door, omdat het ook mooi is. Alsof er een hemel beschreven wordt met dreigende donkere wolken waar toch hoopvolle lichtstraaltjes doorheen schijnen. Of de schrijver zijn lezer die hoop gunt?


Peter Lenssen (Kunrade, 1957) schrijft romans, gedichten, verhalen en columns. Zijn roman ‘Toplöss’ handelt over Limburgse mijnwerkers, anarchisme en de Spaanse burgeroorlog, de roman ‘In dit land wil niemand wonen’ heeft als achtergrond de vluchtelingenproblematiek. ‘Pleisterplaats Belleville’ was een ode aan Charlie Hebdo en de vrijheid van het woord. Deze roman werd genomineerd voor Halewijnprijs 2018 en Peter Lenssen won er de Reinaerttrofee 2018 mee.
De omslag van Genoeg geweest is getekend door Theo Lenssen, broer van.


ISBN 9789062657971 |paperback | 318 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | februari 2021

© Marjo, 8 april 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Pleisterplaats Belleville
Peter Lenssen


‘Tijd is een monsterlijk mechaniek. Onbarmhartig accuraat. Wat er ook gebeurt, al sterven duizend geliefden, het raderwerk loopt door. Rimpelloos. Zonder ophouden. Wreed. Het knabbelt steeds een randje van de toekomst af. Hoe anders het verleden. Schimmel die niet te verwijderen valt. Barsten, richels, vuile kreuken. Het verleden is een weemoeddrager.’


Belleville, oorspronkelijk een zelfstandige gemeente, werd in 1869 door Parijs geannexeerd. Het is de wijk waar beroemde mensen als Edith Piaf en Maurice Chevalier geboren zijn, waar bekende romans gesitueerd zijn (Romain Gary). Er ligt een prachtig park in deze wijk, en de hoofdpersoon in dit verhaal, een journalist die schrijft – schreef, moet ik zeggen – over mensenrechtenkwesties en mensenrechtenactivisten, zwerft door deze wijk met zijn warrige stratenplan en beschrijft wat hij ziet.


‘Zeker in het begin verdwaald ik er geregeld. Ik hanteerde toen nog een rechthoek: de Boulevard de Belleville, de Rue de Belleville, de Rue de Ménilmontant en de Rue Pixérécourt. Ze vormden de zijden die, althans  voorlopig, de grens markeerden van mijn wandelingen. Ik bezocht winkelstraten, verlaten kasseisteegjes en kruiste steeds de trappen van het geaccidenteerde Parc de Belleville. Omhoog. Omlaag. Opdat ik in beweging was. Met de dwangmatigheid van een hamster in een draaiwiel.’


Paul rouwt. Hij is zijn grote liefde kwijt, zijn mooie John stierf aan kanker. Dat was op dezelfde dag als de aanslag op Charlie Hebdo, een nieuwsfeit waar Paul normaliter zeker aandacht zou hebben besteed. Maar nu kwam er niets uit zijn handen. Na een aantal maanden en een therapie die niet helpt, gaat hij op aandringen van zijn zus Martha naar Parijs, waar hij gelukkig was met John. Een vriend biedt hem zijn appartement aan. In Belleville.


Herinneringen bestormen hem. Overal is John. En via hem, die hem altijd steunde, zijn er ook de plekken waar Paul getuige was van onrecht die hij dan omzette in woorden. Vooral het verhaal van Aysel zit hem nog dwars. Zij, net vrij uit de Turkse gevangenis, neemt hem mee naar het Taksimplein in Istanbul, waar zij terecht komen in een oproer, die onverwacht hard neer wordt geslagen. Paul verliest Aysel in het gedrang uit het oog. Hij zoekt haar ook als hij weer terug is in Nederland, maar er is geen teken van leven en hij vreest het ergste.


Hij voelt schuld: hij heeft haar in de streek gelaten.
En weer dwaalt hij door de straten. Urenlang.


Tot eindelijk iets hem triggert om een wat contact te maken met de medebewoners. Een poes, een witte poes die iedere dag zijn appartement binnenkomt door het raam. Symbolischer kan haast niet. En dan op het moment dat hij weer open begint te staan voor de wereld, ontmoet hij Barry, een Amerikaanse fotograaf. Nieuwe kansen lijken zich aan te bieden…


Een korte inhoud doet dit boek geen recht. Haast op iedere pagina wordt de lezer geraakt, gegrepen, ontroerd of tot nadenken gedwongen. Peter Lenssen heeft met dit verhaal enkele schokkende gebeurtenissen uit een recent verleden met elkaar verbonden.


Het verhaal dreunt na, zoveel impact heeft het. Lenssen omschrijft waar nodig is, om weer te versnellen voor meer indruk op belangrijke gebeurtenissen. Heen en weer in de tijd gaan we, om te kunnen begrijpen waar Paul mee worstelt, de emoties voelbaar van begin tot eind.


Zomaar ergens openslaan: er is een gesprek met een Koerd: 'Het is een oorlog die nooit zal eindigen.'


In Istanboel met Aysel, zegt zij: 'Ik moet bekennen: niet eerder heb ik zoveel demonstranten op het Taksimplein gezien. Althans, ik heb het nooit meegemaakt. Mensen hebben geen angst meer.'


'Er was angst. Gevloek. Agressie die niet ophield omdat zij zich erin mengde. Het slokte haar op. Het moeras opende zich en klapte dicht. De bek van een moorddadig monster.'

Of heel simpel: 'Dit had John moeten meemaken.'


Peter Lenssen met ‘Pleisterplaats Belleville’ werd genomineerd voor de Halewijnprijs 2018, waarvan de winnaar in januari 2019 bekend wordt gemaakt. ‘De Halewijnprijs’ is een literatuurprijs van de stad Roermond, die jaarlijks toegekend wordt aan een literair talent dat, naar de mening van een deskundige jury, op grond van de kwaliteit van haar/zijn verschenen werk extra belangstelling verdient.


Een fantastisch boek dat niet alleen in Roermond, maar in het gehele Nederlandstalige gebied, en ook daarbuiten meer aandacht verdient!


ISBN 9789062659913 | Hardcover | 331 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | februari 2018

© Marjo, 18 juni 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER


 

Pagina 1 van 2

<< Start < Vorige 1 2 Volgende > Einde >>