Tien-en-een-nacht
Charles Lewinsky
In een oud, vervallen gebouw huisde eens een statig hotel. De luxe van toen is nu slechts een herinnering. De tegenwoordige bewoners zijn mensen die zich simpelweg geen beter onderkomen kunnen veroorloven of mensen die zich onttrokken hebben aan de buitenwereld. De huur wordt contant voldaan aan louche types waarbij de huurders de schimmel, troep en de vergane glorie van het pand voor lief nemen.
Eén van de bewoners, een prostituee, voelt zich net zo oud als het pand waarin ze woont. Eens was ze mooi en sensueel maar net als het hotel is ze ten prooi gevallen aan de tand des tijds. Toen haar lichaam niet langer wellustige gevoelens opriep verdween een groot deel van haar klandizie. De mannen die haar nog wel bezochten, wilden niet langer haar lichaam maar zochten naar geestelijke ontspanning. Inmiddels heeft de prostituee nog maar één klant, een type uit de onderwereld met de bijnaam “koning”. Zij wordt door hem prinses genoemd.
De koning is een agressief en egoïstisch mannetje maar zonder zijn bezoekjes kan de prinses haar huur niet betalen. Ze neemt zijn grillen uit financiële noodzaak voor lief. Om hem gunstig te stellen - en zo de nodige klappen te ontlopen - vertelt de prinses verhalen. De koning bemoeit zich regelmatig met het verloop van een verhaal en om hem niet onnodig kwaad te maken, improviseert de prinses er lustig op los.
Het eerste verhaal gaat over een man die zelfmoord wil plegen maar wordt gered door een oplettende voorbijganger. De man is zijn redder allesbehalve dankbaar en vindt dat het vriendelijke heerschap hem iets verschuldigd is voor het ruïneren van zijn zelfmoordpoging. Brutaal pikt hij het leven van de helper in nood in.
Boeiend is het verhaal over een man die is ondergedoken nadat hij een belastende getuigenis heeft afgelegd. De man is naar een warm oord gevlucht waar hij in angst leeft. Hij is doodsbang voor zijn op wraak zinnende achtervolgers. Op een dag krijgt hij bezoek van een helderziende. Een heks. Zij geeft hem een pakje. Als hij het pakje openmaakt zal hij het uur van zijn dood weten. Na het bezoekje van de heks is de man niet langer bang. Zijn angst is wonderlijke genoeg als sneeuw voor de zon verdwenen en jarenlang kijkt hij niet naar het pakketje om. Toch zal op een dag zijn nieuwsgierigheid de overhand nemen.
De verhalen zijn grappig, ontwapend en bizar. Het zijn losse verhalen maar omdat de prinses ze vertelt en de koning er steeds doorheen praat, vormen ze toch een geheel. Het werk van Charles Lewinsky heeft mij nooit zo aangesproken maar deze verhalenbundel heb ik met groot plezier gelezen. De verrassende verhalen zijn stuk voor stuk de moeite van het lezen meer dan waard. Charles Lewinsky schrijft vlot en toegankelijk. Sommige vertellingen bevatten een boodschap, anderen zijn “slechts” sprookjes.
De titel Tien-en-een-nacht verwijst naar De vertellingen van Duizend-en-een-nacht. De vertelster in dit boek vreest niet, zoals Sheherazade, voor haar leven maar de koning botviert regelmatig zijn woede op haar. De prinses kent echter de kracht van het verzonnen verhaal en laat de koning op geheel eigen wijze boeten voor zijn wandaden. Tien-en-een-nacht is een zeer geslaagde verhalenbundel.
ISBN 9789056723927 | hardcover | 192 pagina's| Signatuur | oktober 2013
Vertaald door E. Schippers
© Annemarie, 30 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Tien-en-een-nacht
Charles Lewinsky
Charles Lewinsky, auteur
van het omvangrijke boek Het lot van de familie Meijer heeft een
verhalenbundel geschreven. De titel, Tien-en-een-nacht, is een dikke
knipoog naar Sheherazades Vertellingen van duizend-en-een-nacht. Daarin
vertelt Sheherazade aan een sultan in de huwelijksnacht een verhaal, om
aan executie te ontkomen. Het verhaal is nog niet af en omdat de sultan
wil weten hoe het afloopt, houdt hij haar in leven om het vervolg
alsnog te horen. Uiteindelijk ontsnapt ze zo aan de dood.
In de versie
van Lewinsky gaat niet om een sultan, maar om een koning van de
onderwereld, een gewelddadige man. Zijn prinses is een aan lager wal
geraakte prostituee. Om de daad zo lang mogelijk uit te stellen, of
liever nog er aan te ontkomen, vertelt de prinses de koning verhalen.
De
aanloop naar die verhalen toe is meteen het sterkste gedeelte van het
boek. Lewinsky schildert een hotel van vergane glorie, met verschoten
rode lopers, dichtgetimmerde deuren, schimmelsporen op de muren die de
contouren aangeven van allang weggehaalde fornuizen en een verlaten
eetzaal waar het skelet van een kroonluchter nog aan het plafon hangt.
Je ziet het voor je. De prinses woont hier al sinds betere tijden, die
eigenlijk ook niet zo heel goed waren. Inmiddels wordt ze steeds ouder
en het aantal klanten neemt af. Degene die de weg door de dienstingang
nog wel weten te vinden, zoeken bij haar niet meer hetzelfde als
vroeger, geen opwinding en avonturen, maar rust en troost. Voor hen
verzint de prinses een werkelijkheid waar ze zich thuis kunnen voelen.
De koning is haar laatste vaste klant. Hem vertelt ze verhalen met veel
gruwel en dood. Daar houdt hij van. Niet teveel liefde en zeker geen
rozengeur en maneschijn.
Het zijn sprookjesachtige verhalen,
zoals het verhaal over een man met twee hoofden of het verhaal van een
man die per ongeluk een antiek Arabisch flesje in zijn bezit krijgt met
een djinn erin aan wie hij drie wensen mag doorgeven. Er is een verhaal
over een man die als levenstaak heeft levens voor andere mensen te
verzinnen en over een man die nog niet weet dat hij al dood is.
Het
mooiste verhaal vond ik meteen het eerste verhaal, over een man die van
zelfmoord wordt gered en het leven van zijn redder overneemt. Ook fraai
is het verhaal van een oude Rus die terug wil naar Rusland. Zijn zoon
vertelt hem dat hij per boot onderweg is, maar eigenlijk vaart hij
gewoon heen en terug over de Hudsonrivier.
Kenmerkend voor bijna alle
verhalen is dat ze een draai maken die je niet aan ziet komen. De
verhalen bleven niet allemaal even lang in mijn hoofd, maar Lewinsky kan
schrijven en dat maakt veel goed. Kers op de taart in ieder verhaal
zijn bovendien de ijzersterke dialogen tussen de koning en de prinses.
De lezers van Het lot van de familie Meijer krijgen wellicht een ander
boek dan ze verwachten, maar als je bereid ben toe te treden tot de
wereld van de koning en de prinses, krijg je ruimschoots vermakelijke
kost voor het slapengaan. Het hadden dan ook best nog wat meer verhalen
dan tien-en-een mogen zijn.
ISBN 9789056723927 Hardcover 159 pagina's Uitgeverij Signatuur, oktober 2013
Vertaald door Elly Schippers
© Willeke, 12 november 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Terugkeer ongewenst
Charles Lewinsky
Kurt Gerron, geboren Gerson, was een bekende Duitse acteur (meer dan 70 films, waaronder het beroemde ‘Der blaue Engel) en filmregisseur. Maar hij was joods, en leefde in de verkeerde tijd. Toen het anti-semitisme uitbrak in Duitsland, werd hem het werk onmogelijk gemaakt. Helaas greep hij niet de kans om naar Hollywood te vertrekken, iets waar hij altijd spijt van gehad moet hebben, want hij moest vluchten: via Parijs kwam hij in Amsterdam terecht, waar hij ook nog meewerkte aan films. Maar het werd 1940, en samen met zijn vrouw Olga moest hij, net als andere Duitsers, naar Westerbork. Vandaar ging de onvrijwillige reis naar Theresienstadt, waar hem gevraagd werd een film te maken over het kampleven. Al is de vraag in hoeverre hij een keuze had: zou hij weigeren, dan stond de trein naar Auschwitz voor hem en zijn vrouw al klaar.
Tot zover de ware feiten op basis waarvan Charles Lewinsky een roman geschreven.
Het begint op het moment dat Kurt de onmogelijk keuze krijgt voorgelegd: Obersturmführer Rahm vraagt hem een ‘mooie film’ te maken. En zegt erbij dat degenen die eerder een poging deden er niet meer zijn.
‘Er gaat altijd een volgende trein naar Auschwitz.’
In drie dagen en bijna 400 pagina’s laat Lewinsky hem worstelen met de vraag of hij het moet afwijzen.
Want hoe kan hij een film maken die immers als propaganda zal dienen en dus niet de ellende mag laten zien van het werkelijke leven in Theresienstadt? Het gaat tegen zijn geweten in, maar nog erger is: hoe kan hij Olga (en zichzelf) overleveren aan de reis waarvan niemand ooit teruggekeerd is?
Ook al ken je de afloop van het verhaal, het blijft schokkend, te lezen hoe de nazi omging met hun joodse medemens. Kurt blikt terug op zijn leven: op zijn familie in Berlijn, hoe hij soldaat (kanonnenvoer) was in de eerste wereldoorlog, over zijn studies die niet ‘normaal’ verliepen en hoe hij in de toneelwereld terecht kwam, en daar heel succesvol bleek. Over zijn toneelleven, de films en tenslotte de vlucht.
Ter afwisseling zijn er de fantasieën, hoe Kurt het had willen later gebeuren, en we keren steeds terug naar de actualiteit van het verhaal. Steeds opnieuw is daar de opmerking ‘Ik was zo’n acteur.’
Het is een boeiend verhaal, dat de woelige eerste helft van de vorige eeuw schetst vol zwarte humor, maar toch denk ik dat Lewinsky menige lezer een plezier had gedaan door het verhaal wat korter te maken. Het is net iets tè; de aandacht verflauwt. Dat komt misschien ook door de toon van het verhaal. Kurt Gerron vertelt als ik-persoon over een leven vol wederwaardigheden, maar er is – niet verwonderlijk natuurlijk – steeds een ‘had-ik-maar’ ondertoon. Een vorm van zelfmedelijden die enigszins irriteert.
Maar ondanks dat is het een verhaal dat de waarheid vertelt, een waarheid in fictievorm, de enige manier waarop die te behappen valt. Indrukwekkend verhaal.
ISBN 9789056724108| hardcover| 448 pagina's | Signatuur | september 2012
Vertaald uit het Engels door Elly Schippers
© Marjo, 5 december 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De verborgen geschiedenis van Courtillon
Charles Lewinsky
'De wereld is duizend passen lang'.
De eerste zin in dit boek verwijst naar het kleine dorp Courtillon waar de verteller gaat wonen, maar geeft ook aan hoezeer de nieuwe bewoner van het dorp zich vergist. Hij denkt in een klein rustig dorp zich terug te kunnen trekken om zijn zonden te overdenken in afwachting van zijn lot. Het dorp blijkt een wespennest waar iedereen alles van elkaar weet, waar roddel en achterklap het leven bepaalt. 'Hebt u het al gehoord? Wist u het al?'
En toch: dat ene geheim, daar weet men het fijne niet van. Of wel? In de tweede wereldoorlog zijn dingen gebeurd die verstrekkende gevolgen hebben. Wat een goed bewaard geheim leek te zijn, een geheim dat voor altijd in de doofpot leek te belanden, wordt ruim zestig jaar na dato opgerakeld vanwege persoonlijke belangen. Die draaien om een rivier die al dan niet gemoderniseerd moet worden, recht getrokken en uitgebaggerd. Terwijl het riviertje nog rustig voortkabbelt, is het echter het verleden dat rechtgetrokken en uitgebaggerd wordt.
Met de verteller als katalysator wordt dat geheim langzaam maar zeker naar boven gehaald. Iedere nieuwe ontdekking heeft enorme gevolgen. Intussen zit de hoofdpersoon met zijn eigen verleden, waarvan ook slechts langzaam duidelijk wordt wat er precies aan de hand was. En is, want het is nog niet voorbij.
De hoeveelheid intriges is niet van de lucht, er lijkt geen dorpeling te zijn die er niet op de een of andere manier mee te maken had en heeft. De zonden van de vader worden doorgegeven, bewust of onbewust. Het is een klein verhaal met grote gevolgen, het ogenschijnlijk rustige dorp blijkt een wereld vol drama.
Charles Lewinsky verweeft het persoonlijke verhaal met het verhaal van iedereen op meesterlijke wijze. Hij speelt met spanning door van het ene verhaal naar het andere te springen, waardoor het heden zich met het verleden mengt, het persoonlijke met het algemene. De verteller spreekt iemand toe. Als dat zijn Grote Liefde blijkt te zijn: waar is ze dan? En vooral: wat is er gebeurd in dat dorp, dat nu zelfs leidt tot mishandeling en moord?
Aan de hand van de observaties van de verteller - die probeert objectief te zijn maar die onvermijdelijk hetgeen hij ziet en opmerkt inkleurt met zijn eigen ervaringen - krijgt de lezer inzage in de persoonlijkheden van de betrokkenen. Niets menselijks is vreemd, de feiten zijn de feiten, maar kunnen anders geïnterpreteerd worden, de duizend passen leiden naar een dramatische ontknoping.
En dan is het ook nog prachtig geschreven. Mooie karakterschetsen, rake zinnetjes, Franse citaten. Een boek om te herlezen.
'In Courtillon gaan ze ervan uit dat iedereen alles van iedereen weet, dat iemand me het verhaal over de Heilige Jean en het mokkel dus al wel verteld zou hebben.
'Hij weet nog niet dat de zaak nooit afgelopen is. Dat had ik hem kunnen vertellen.'
'wie geen eigen leven heeft, moet in dat van de anderen kruipen, andermans dekens houden ook warm.'
ISBN 978 90 5672 321 7 Hardcover 288 pagina's | Signatuur | mei 2010
'Johannistag' Vertaald door Elly Schippers
Marjo, juni 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER