Niemandsland
Dit is het verhaal van een jongen, Justus, die zijn leven tussen zijn negende en vijftiende levensjaar van de ene instelling naar de andere wordt gestuurd, en tussendoor ook nog naar pleeggezinnen.
Hoe is het zo gekomen? Hij was een normale jongen, gewoon een wat verlegen joch, dat de pech had dat zijn moeder overleed. Geen 'gewone' dood, ze kwam om in een supermarkt, en Justus, was erbij.
Maar wat niemand besefte, is dat hij geen idee had van wat er eigenlijk gebeurd was. Ineens zat hij onder het bloed en werd hij meegenomen door een vreemde mevrouw. Hij zag zijn moeder nooit meer. Dat alleen al is natuurlijk traumatisch voor zo'n jong kind, maar hij had de pech dat hij zich niet kon uiten. Hij voelde zich schuldig, want had zijn vader niet gevraagd om goed op zijn moeder te letten? Maar hij durft er niet over te praten, en als mensen hem benaderen reageert hij verkeerd: hij zegt niets; hij neigt naar agressie en hij loopt weg.
Zijn vader is zo overstuur, dat hij zijn kinderen niet kan verzorgen. Justus' zussen gaan bij de buurvrouw wonen, en Ben, het babybroertje, bij ene tante Ineke. Justus wordt naar een inrichting gestuurd, naar crisisopvang. Niemand heeft begrip voor de jongen die helemaal van slag is, hij moet wel schuld hebben aan wat er gebeurd is, denkt hij, waarom anders mag hij niet naar huis? Door zijn 'andere' manier van reageren wordt alles alleen maar erger. En zo begint zijn zwerftocht.
Schrijnend is hoe hij en zijn lotgenoten behandeld worden, door misschien wel welwillende, maar totaal verkeerd handelende verzorgers. Dat is overigens niet altijd onwil, ze weten niet anders dan dat ze de regels moeten volgen die ze geleerd hebben uit de boeken. Het is onbegrijpelijk dat het zo lang duurt voor hij eindelijk iemand vindt die wel tot hem doordringt. Dat zijn vader, de man naar wie hij de aard heeft, ook al geen begrip heeft voor zijn zoon, is onvergeeflijk, zelfs al weet je dat hij zelf vreselijk in de knoop zit.
Er zijn wel mensen die hem proberen te helpen. Zijn oma doet haar best, maar is al oud. Has is een lotgenoot en wordt zijn beste vriend. En daar is de man op het kerkhof, en de politieagente. Helaas dringen zij of te weinig door tot Justus, of ze lopen ook tegen de muren van de kinderbescherming aan.
"Zou een mens ook niemandsland kunnen zijn?"
"Ergens voorbij halverwege was een punt waarbij je gewoon verder naar beneden gleed, of je wilde of niet."
"In mijn hoofd en mijn buik tuimelde alles door elkaar. Ik wilde wel praten, maar wist niet waarover. 'Ik zal het anders vragen,'zei hij. 'Wat zit je het meeste dwars?'
Ineens was er weer die volgorde in mijn hoofd, alsof alles op een stapel gelegd werd en ik het bovenste pakken kon."
"de huisdieren van Timon werden vaker aangeraakt dan ik."
"in ons hart leef je altijd voort', (leest hij op een grafsteen). Misschien kun je dus beter dood zijn dan levend."
Het is een indringend verhaal, dat door Guurtje Leguijt verteld wordt op basis van de ervaringen van de 16-jarige Michel Merx, en zijn lotgenoten. Ze laat het verhaal vertellen door de jongen zelf, wat vooral in het begin je diep tot in je ziel raakt, omdat je als volwassen lezer beter dan het kind begrijpt wat er gebeurt.
Het is fictie, maar helaas, ook non-fictie. Het is geen reclame voor de jeugdzorg, maar misschien wel een les.
isbn 978 90 239 9246 2 Paperback 448 pagina's | Mozaiek | december 2007
© Marjo, november 2008
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De luistervogel
Wieke, een studente aan de kunstacademie, worstelt met haar 'zijn', met haar geloof, en haar plaats in de wereld. Ze is onzeker, dat was ze al vanaf dat ze ontdekte dat ze anders was. Al vanaf dat ze een klein kind was, leken haar vragen en antwoorden andere mensen te verbazen. Zo leerde ze al snel om zich onzichtbaar te maken, niet aanwezig te zijn. Haar enige vriend was een struisvogel, die in een speeltuintje tegenover haar ouderlijk huis stond. Als ze het even niet zag zitten klom ze op zijn sokkel, hem kon ze altijd alles vertellen.
Dan komt haar oudere broer om bij een motorongeluk. Nog meer komen de emoties op haar af, en God lijkt niet meer aanwezig. Omdat ze in de stad op kamers woont, is ook de luistervogel niet aanwezig. Ze probeert zich te uiten door het maken van collages, soms lukt dat, maar vaak ook niet. En wat moet ze met Cas, een studiegenoot die samen met haar een presentatie moet voorbereiden? Hij blijkt niet meer uit haar leven weg te bannen, en al dringt hij zich niet echt op, ze is bang. Bang om emoties te laten zien, en bang om mensen dichtbij te hebben, in de steek gelaten door God en de luistervogel stort ze in...
Dit boek deed me denken aan "strikt" van Minke Douwsz. Introspectie, daar draait het hele boek om. Wieke vraagt zich bij alles af waarom ze doet wat ze doet. Maar het grote verschil is dat Leguyt niet zo minutieus te werk gaat, niet zo gedetailleerd (hetgeen menigeen tegenstond bij "strikt").
Ik heb het met veel plezier gelezen, zou het zelfs nog een keer doen, ik houd hier wel van. Het enige minpuntje is dat soms dingen onaf blijven. Bijvoorbeeld die presentatie die ze met Cas moet doen: hij komt bij haar op haar kamer, ze werken eraan, maar nooit wordt verteld dat ze dat ze die presentatie daadwerkelijk houden. Nu doet dat voor het verhaal niet ter zake, maar het is wat onaf. En het is niet de enige keer dat zoiets gebeurt.
De auteur:
Guurtje Leguijt (1961) schreef zeven jeugdboeken, en won met Heibel in mijn hoofd in 2000 de prijs voor het beste christelijke kinderboek. In 2003 verscheen haar eerste roman De luistervogel, die meteen een herdruk kreeg. Kantelkind is haar tweede roman.
ISBN 9043504874 Ingenaaid, 231 pagina's Verschenen: februari 2003 Kok
© Marjo, 10 juli 2005
Reageren? Klik hier!
De luistervogel
Wieke is een aparte vrouw, vinden anderen. Ze reageert altijd anders, stelt bijzondere vragen, is heel creatief, ze maakt prachtige collages. Maar Wieke zelf is met dit anders zijn niet zo gelukkig. Vanaf haar kindertijd worden haar vragen 'vreemd' gevonden, dit heeft haar erg onzeker gemaakt. Ze trekt zich het liefst terug, wil niet opgemerkt worden en is bang om haar innerlijke gevoelens te tonen. De enige die haar écht kent is het roestige beeld 'de struisvogel' die tegenover haar ouders huis staat. Aan de struisvogel vertelt ze haar gedachten en gevoelens.
Ze is dan ook niet erg gelukkig als ze samen met een studiegnoot een presentatie moet voorbereiden. Cas stelt haar vragen die ze liever niet beantwoordt. Hij komt te dichtbij en dat roept angst bij haar op. Maar dan wordt Wieke gebeld door haar vader, er is iets gebeurd met haar broer en het is erg. Ze weet dat het ergste gebeurd is. Haar broer is dood.
Ze ondergaat de begrafenis maar toont weinig emoties. Cas probeert haar te helpen maar ze blijft afstandelijk. En toch... door de vragen van Cas moet ze wel nadenken, ze praten veel over het geloof in God. Wieke gelooft onvoorwaardelijk in Hem. Cas vertelt over zijn woede op God toen zijn moeder overleed, maar ook hoe hij God weer vond.
Wieke krijgt nachtmerries over haar broer en komt in de knoop met zichzelf. Ze weet dat ze zo niet door kan gaan, al haar emoties stopt ze in haar collages maar ze laat niemand toe in haar innerlijk leven.
Cas is er altijd maar dringt zich niet op. Hij helpt haar, inspireert haar en stelt essentiële vragen. Ze is bang dat hij té dichtbij komt en doet veel dingen af met een grapje of stapt snel over op een ander onderwerp. Maar de nachtmerries worden steeds erger, ze is doodmoe, ze weet niets meer, ook niet of God er nog wel is... er moet wat gebeuren, het kan zo niet langer.
Heel mooi wordt de onzekerheid beschreven die Wieke voelt. Ze denkt dat ze niet goed genoeg is en dat denkt ze bij alles. Haar collages zijn niet goed, zij is niet goed. Ze wil dat anderen haar accepteren zoals ze is, ze wil goedkeuring en bevestiging. Ze analyseert alles, ze kan het niet laten zich af te vragen waarom dingen zo zijn en gaan. Als kind maakte ze al tekeningen met vragen aan God. Alles moet verklaard worden, ook haar gevoelens, haar gedachten, haar reacties... Door alles te verklaren denkt ze dat ze alles in de hand kan houden. Het is een moeizaam proces om er achter te komen dat wat zij zo graag wil door haarzelf tegengehouden wordt.
Het is geen deprimerend boek, integendeel. Het verhaal is niet loodzwaar, Cas zorgt voor het (luchtige) tegenwicht. De taal in het boek is direct en eenvoudig. Mooi!
ISBN 9043504874 Ingenaaid, 231 pagina's Verschenen: februari 2003 Kok
© Dettie, 29 december 2005
Reageren? Klik hier!