De danser van Katendrecht
Hans Kanters
Katendrecht is Rotterdam, en je ziet twee boksers op de voorflap: dan zou je kunnen denken dat het boek gaat over de grootste Rotterdammer ooit, als zodanig uitgeroepen in 2006: Bep van Klaveren (1907-1992) Hans Kanters heeft echter gekozen voor een andere bokser. Een man die de sparringpartner was van Van Klaveren, maar die nooit onder zijn eigen naam bekend werd. In dit verhaal wordt hij Jaap Waterschoot gedoopt en door zich te richten op deze fictieve Rotterdammer kan Kanters een mooi sfeerbeeld oproepen van Rotterdam in de jaren dertig, uitlopend tot het begin van de Tweede Wereldoorlog.
In 1935 verkeerde Nederland in een economische crisis. De negentienjarige Watersloot greep noodgedwongen iedere kans om iets te verdienen, variërend van brood rond brengen tot aanmonsteren als matroos. Hij is verrast als op een dag Bep van Klaveren bij hem aanbelt. Van Klaveren was een jaar eerder Europees kampioen geworden, dus Jaap kende hem wel. Maar hoe kon het dat Van Klaveren hem, Jaap, kende? Wat moest hij met de jonge Watersloot, die nog nauwelijks iets bereikt had in de bokssport?
Maar de bokser die Olympisch kampioen zou worden in 1928 (Amsterdam) en door wie de bokssport een enorme boost kreeg, zou voor Watersloot een grote inspiratie worden. Watersloot kan leven van de wedstrijden die hij bokst, en mag zelfs meedoen bij de Olympische spelen van 1936 (Berlijn). Net als Bep van Klaveren deed, reist hij naar de Verenigde Staten waar hij als Jake the Dancer furore maakt. Gepokt en gemazeld door zijn jeugd in een achterbuurt in Rotterdam, blijkt hij het niet al te frisse Amerikaanse bokswereldje wel aan te kunnen. Op het moment dat hij besluit zich met zijn gezinnetje, dat nog in Rotterdam gebleven is, te vestigen in het land van beloften, breekt in Europa de oorlog uit.
Hans Kanters (1940) is Rotterdammer, en kon zo in dit boek eigen ervaringen kwijt. Eerder schreef hij over de ondergang van de Sphinx in Maastricht, en de roman ‘Insectenman’. De danser van Katendrecht is een mix van feit en fictie, en is een roman voor iedereen, omdat het een beeld geeft van een gewone Rotterdammer in de vooroorlogse jaren. Het speelt zich wel af in de wereld van de bokssport speelt, maar dat overheerst het verhaal niet, al wordt er wel het een en ander over Bep van Klaveren verteld en kunnen we boksliefhebbers herkennen als Theo Huizenaar (1900-1993) en Barney Ross (1909-1967).
ISBN 9789491561955 | 239 pagina's | Paperback | Uitgeverij Tic | februari 2018
© Marjo, 3 april 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Insectenman
Hans Kanters
Wigge Riemersma voelt zich steeds meer onvrij. Zo erg dat hij er migraineaanvallen van krijgt.
Aan alle kanten is het leven gereguleerd. Overal staan camera’s; bankrekeningen kunnen worden ingekeken; surfgedrag is bekend; het verzekeringssysteem, de zorg, alles is opgetekend; kentekens worden geregistreerd; blauwe brieven weten je altijd te vinden; zelfs treinkaartjes vallen binnen een naslagsysteem, en al die spaarkaarten van supermarktketens...
De toekomst belooft nog erger: irisscans, vingerafdrukken, DNA-bepalingen, drones!
‘Ontsnappen aan de elektronische houdgreep van de samenleving was technisch niet mogelijk. Als je eenmaal in het systeem zat kon je er niet uit. Zou je van identiteit kunnen veranderen, gesteld dat zou kunnen, dan was je nieuwe identiteit opnieuw onderdeel van een systeem..’
Het verbaast Wigge eigenlijk niet eens dat hij stuit op malversaties binnen het bedrijf waar hij werkt: sporen zijn er immers altijd voor wie zijn ogen openhoudt. Maar wat moet hij met die feiten over handel met voorkennis, fraude en zelfverrijking binnen het accountantsbedrijf ClellanMcGraw? Moet hij klokkenluider worden?
Wigge Riemersma neemt een besluit: wat zijn vriend ook zegt, dat verdwijnen voor het oog van de wereld onmogelijk is: hij gaat het doen. Het toeval helpt hem een handje. Hij vindt een paspoort op straat. Het is van een Hongaar, Sandor Kovacs.
Hij verkoopt zijn appartement, laat zijn geld verdwijnen in allerlei stichtingen, zegt abonnementen op, gooit zijn telefoon weg, en vertrekt. Hij neemt drie weken vakantie, vermomt zich en stapt in de trein. Hij is weg. Op weg naar een nieuw bestaan.
In Amerika, op het hoofdkantoor van het accountantskantoor breekt paniek uit, maar die blijkt niet eens iets te maken te hebben met Wigge. Dan nog niet. In Hongarije ontdekt de echte Sandor Kovacs dat hij zijn paspoort kwijt is, maar hij maakt niet zo’n haast met het aanvragen van een nieuwe. In Hongarije ook ontmoet Wigge de vrouw met wie hij verder wil, Vera. En bij een nieuwe identiteit hoort ook een nieuw beroep: hij wordt entomoloog. Insectenman dus.
Er zijn verschillende verhaallijnen, waardoor een kleine spanningsboog ontstaat. De avonturen van Wigge blijven namelijk niet steeds even interessant. Het is natuurlijk een roman, geen thrilller, maar toch, het is jammer dat de schrijver de momenten waarop er meer spanning aangebracht had kunnen worden links laat liggen. Op het moment namelijk dat er twee Sandor Kovacs opgemerkt zouden kunnen worden, de keren dat Wigge naar Canada of Amsterdam reist, had dat gekund.
Soms lopen de zinnen niet lekker, dat leest niet prettig. Enkele voorbeelden waarbij leestekens het lezen vergemakkelijken: ‘de gegevens uit het Hongaarse paspoort die Vera voor hem had opgeschreven boden dacht hij wel een paar aanknopingspunten’ ‘Lopen in de sneeuw was trouwens hilarisch als het betreden van een dansvloer of het springen in hooi.’
De stijl is vrij zakelijk; korte en bondige zinnen. Dat leest wel prettig, het zet de vaart er in.
Insectenman is een verhaal dat alleen al door de vraagstelling boeit. Kun je iemand anders zijn? Kun je je verleden achter je verbranden? En natuurlijk weten we wel dat 'men' ons in de gaten houdt, maar dat het zo erg is...
En we leren van alles over de insectenwereld van Malawi...
Hans Kanters (Rotterdam, 1940) schreef eerder het onthullende boek 'Gedane zaken' over de teloorgang van de keramische industrie in Maastricht. Hij woonde enkele jaren in Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten en tegenwoordig in Zuid-Limburg.
ISBN 9789491561528 | paperback | 352 pagina's| Uitgeverij Tic | juni 2015
© Marjo, 2 september 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER