Boekenarchief K-L

Tomas Lieske

Gran Café Boulevard


In de trein naar Bilbao ziet Alexander Rothweil hoe een -slapend- jong meisje beroofd wordt , en hij berooft op zijn beurt de dief. Hij biedt het ontredderde meisje, Pili Erugen, wat geld (een schijntje bij wat hij geroofd heeft) en een afspraak in Gran Café Boulevard. In eerste instantie komt ze niet (ze blijkt hem te verdenken), maar de ontmoeting komt er toch van. En de liefde, en de geheimen.
Rothweil begroet een man die schuld heeft aan de dood van Pili's ouders. Ondanks dat Pili hem nu ziet als dief, en als fascist begint ze een onstuimige verhouding met de man.


Zij is opgegroeid tijdens de burgeroorlog, waarbij de nodige slachtoffers vielen, onder wie haar ouders. Ze heeft twee jaar wild rondgezworven en tussen de varkens geleefd voor ze in een nonnenweeshuis terechtkwam, en nog later liefdevol door een oom in zijn huis opgenomen werd.


Alexander Rothweil heet eigenlijk Taco Albronda, en komt uit Holland, waar hij ook de nodige geheimen achtergelaten heeft. Nu is hij dief, oplichter en meestervervalser. Ondanks hun hechte relatie vertellen ze elkaar niet over hun verleden.
Dan komt de politie aan de deur, Rothweil moet uit Spanje vluchten. Omdat hij Pili mee wil hebben, vervalst hij een arrestatiebevel.
Via Parijs (nog meer geheimen) arriveren ze bij de broer van Taco, Fedde, een kluizenaar die in een bouwval woont en vleermuizen kweekt. Taco's verleden achterhaalt hem op allerlei slinkse en verrassende manieren. Stukjes bij beetjes ontdekt Pili welke geheimen er zijn. Hoe zal ze daar mee om gaan...


Er gebeurt zo ontzettend veel in dit boek, het is spannend, en heeft verrassende wendingen.
Er zijn prachtige beeldende beschrijvingen, en vooral het laatste hoofstuk, dat uit alleen maar mooie, maar ingewikkelde zinnen bestaat maakt indruk.


"Mist hing tussen de eiken. De jonge bomen en de varens spookten in hun witte mistflarden tussen de oudere, zwarte, donkergrijze en lichtgrijze stammen. Schraal aangeblazen tonen op gedeukte metalen kromhorens en verwarde strijdkreten van heel hoog of van diep beneden loieden rechtsstreeks vanuit mythische wereld. Een ogenblik, omdat zij langskwamen, week de wereld van eeuwen her terug, kroop langs de hellingen omhoog; waren zij om de bocht verderop verdwenen dan kwamen de vormen onder de dorre eikenbladeren tot leven en zakten oude krijgers langs de hellingen terug tot op de rand van de weg."


ISBN 9021472937 Ingenaaid, 357 pagina's Verschenen: september 2003 Em. Querido's Uitgeverij BV

© Marjo, september 2005

Reageren? Klik hier!

 

Dünya


Het boek wordt opgedragen aan de arbeiders die vanaf 1924 in een dorp bij de Zwarte Zee bouwden aan een luchtschip. Dat gebeurde in het diepste geheim, met behalve Turkse ingenieurs en arbeiders ook de medewerking van buitenlandse technici en Duitse joden. De bedoeling was dat ze de wereld een poepje zouden laten ruiken, maar het liep helaas anders.


In het verhaal dat Lieske schreef speelt de bouw van zo'n luchtschip op de achtergrond. Hij heeft enkele van de buitenlandse technici een naam gegeven, en vertelt hun verhaal. Het zijn Simon Krisztian en Otto, zijn wat oudere neef.
Het verhaal wordt door meerdere vertellers opgebouwd. Een ervan is Dr. Paul Grunewald, die het technische gedeelte voor zijn rekening neemt, een kleine rol slechts. Simon is een andere; hij vertelt over de wederwaardigheden van hemzelf en Otto. En dan is daar de vrouw Dünya. Als ik de hoofdstukken tel van Simon en Dünya, dan komt de laatste er bekaaid vanaf. Negen tegen elf van Simon... maar zij mag de titel zijn. Dat ik dat vreemd vind komt later nog aan bod.
Door omstandigheden zijn Otto en Simon in Engeland als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Simon wil niet terug naar Nederland, Otto voelt wel wat voor avontuur, en dus melden de twee zich aan. Maar Nederlanders in Britse krijgsdienst? Men weet niet wat men met hen aan moet. Zo komen ze bij de marine terecht, en tenslotte in Gallipoli. Zij komen als krijgsgevangenen bij Turken en worden naar een kamp gevoerd. Onderweg doet Simon iets waar hij niet bij nadenkt: hij ziet hoe een vrouw een bundel met een kind ergens weglegt, en hij grist het weg...
Het kind is een meisje van ongeveer een half jaar. Ze noemen haar Julia. Simon zal haar vader zijn, Otto haar oom. Hun verdere leven wordt bepaald door het kind, het geeft hen een richting, een doel, in een bestaan dat ze verder maar over zich heen laten komen. Waarom doen ze geen moeite om terug naar Nederland te gaan, naar een beschaafdere wereld als waar ze nu in leven? Lieske zegt het niet.


Als ik het boek dichtsla, heb ik het idee dat ik het verhaal van Julia heb gelezen. Zij is het middelpunt van het boek. Niet Dünya, die als een soort spionne toegevoegd wordt aan het vreemde huishouden. Tussen haar en Otto is een eigenaardige aantrekkingskracht, en voor Julia wordt ze als een moeder.
Ze speelt wel de hoofdrol in de slotscene waarbij alles tot een hoogtepunt moet komen: het is de proefvlucht van het luchtschip. Alles loopt natuurlijk anders.
Je kan dit boek niet bepaald een doorsnee avonturenroman noemen. Net als in Franklin' vereist het nogal wat inlevingsvermogen. Er rijzen veel vragen, die niet beantwoord worden. We moeten het verhaal maar nemen zoals Lieske het wil. En het werkt... je wordt meegesleept in een verhaal over twee mannen die plotseling vader zijn geworden van een kind met een eigen voorgeschiedenis. Over twee mannen die zich in een andere cultuur moeten zien te redden. En vooruit, dat beetje over het luchtschip, al staat het nogal los van het verhaal, is ook interessant.


ISBN 978 90 214 3317 2 2007 Querido 343 pagina's

© Marjo, oktober 2008

Reageren? Klik hier!

 
Dünya


Simon en Otto raken als jonge mannen betrokken bij de eerste wereldoorlog, ondanks de neutraliteit van Nederland. Na veel omzwervingen op een schip waar ze kolen in de oven moeten scheppen, komen ze terecht in Turkije. Daar raken ze aan het zwerven. Op één van die zwerftochten steelt Simon een baby – een meisje – dat bedreigd wordt in de chaos van brandstichting en lynchpartijen. Simon en Otto noemen haar Julia. Samen verzinnen ze een liefdesgeschiedenis tussen Simon en de moeder van Julia en dit verzinsel gaat ze nog opbreken.
Dünya is een Turkse vrouw die jong getrouwd is en jong weduwe is geworden. Zij is door de dood van haar man op drift geraakt en ze wil graag weer terug naar een leven van aanzien en luxe. Zij lost dat pragmatisch op. Op een zeker moment treedt zij in het leven van Simon, Otto en Julia. Het leger draagt haar op te spioneren bij het merkwaardige gezin: ze kan gedwongen worden omdat zij zich niet altijd keurig aan de wet heeft gehouden. Aan spionage doet ze niet veel, maar ze gaat wel de huishouding doen, in plaats daarvan krijgt ze een band met vooral Julia en Otto.
Simon wordt gedwongen te werken in een fabriek die een luchtschip moet maken waarmee Turkije weer groot zal worden op de wereldkaart. Aan het eind wordt het luchtschip getest.


Afwisselend zijn Simon, Dünya en Dr. Paul Grunwald (de baas van de vliegtuigenfabriek) aan het woord. Simon vertelt over zijn jeugd, waarin hij per ongeluk een oog van zijn zusje heeft vernietigd, Dünya over hoe zij zich redt in de chaos na WOI en Dr. Paul Grunwald vertelt over hoe hij aankijkt tegen zijn sterwerknemer Simon.


Een sterk punt in de roman is de sfeertekening. Lieskes vorige romans blonken daar ook al in uit. Hij weet een chaotische, ontregelde wereld neer te zetten, waarin mensen zich weten te redden, zij het met moeite. Daarbij hebben ze andere mensen nodig. Simon en Otto zijn, hoewel heteroseksueel, onafscheidelijke levensgezellen, zij overleven hun barre tochten en hun gevangenschap dankzij hun zorg voor Julia. Dünya is nogal berekenend ingesteld, maar ook zij kiest uiteindelijk voor de band met Julia, die zij als een moeder liefheeft. Het thema van het boek zou dus liefde kunnen zijn, liefde die door de nood is afgedwongen.
De barakken en huizen waarin het gezelschap woont, zijn rommelig en smerig. Met beperkte middelen proberen Simon en Otto het leefbaar te maken, maar aan gezellige inrichting doen ze niet. Hun leven is hard, schraal en zonder al te veel franje.
Lieske zet hier een mannenwereld neer, maar wel een die je sympathie opwekt. Het taalgebruik is origineel en mooi: er staat wat er moet staan en de lezer wordt niet aan het handje meegenomen. Er blijft veel te raden en te interpreteren over. Een goed boek, dat een tweede lezing verdient.


Paperback | 343 Pagina's | Em. Querido's Uitgeverij ISBN10: 9021433176 | ISBN13: 9789021433172

© PetraO, januari 2008

Reageren? Klik hier!