De ijsmakers
Ernest van der Kwast
's Zomers in ijssalon Venezia in Rotterdam, 's winters in Venas Di Caldore, een dorpje in Italië. Dat is het leven van de ijsmakersfamilie Talamini.
Al generaties lang gaat de ijssalon over van vader op zoon. We lezen hoe Giuseppe Talamini, de overgrootvader van Giovanni en Luca Talamini, voor het eerst over ijs hoorde en gelijk wist, dit is mijn toekomst. Hij vertrok naar Wenen met een kacheltje om gepofte kastanjes te verkopen en kwam terug met een ijsmachine. En zo begon het...
Giovanni, de verteller van het verhaal, groeit samen met zijn jongere broer Luca op en is voorbestemd om zijn vader Beppi op te volgen in de rij ijsmakers. Beppi die liever uitvinder was geworden maar inmiddels al jarenlang de zaak runt. Beppi die het Giovanni zeer kwalijk neemt als hij bedankt voor de eer zijn vader op te volgen.
Broer Luca, die het ijsmaken eigenlijk veel meer in zijn vingers heeft, moet daarom het stokje overnemen. Luca heeft sindsdien geen woord meer tegen Giovanni gezegd.
Luca zwijgt en werkt.
Luca de broer waarmee Giovanni als kind alles besprak, ze liepen hand in hand door de straten, ze leerden samen ijs maken en zagen samen hun buurmeisje Sophia voor het eerst. Het meisje dat met haar tong haar neus kon raken. Samen werden ze verliefd op haar...
Giovanni heeft echter gekozen voor de taal, voor het woord, voor de poëzie. Vader Beppi ziet er geen heil in. Er valt volgens hem geen droog brood te verdienen met poëzie, dichters zijn luie mensen, ze zijn net zwervers. Vanaf die tijd is er een onoverbrugbare afstand tussen Giovanni en zijn familie. Maar Giovanni is gegrepen en kan niet meer terug. Poëzie is zijn leven. Giovanni schrijft zelf ook wel gedichten maar voornamelijk beschrijft en organiseert hij poëziefestivals en is goed in zijn vak.
Niemand van de familie Talamini toont interesse in Giovanni's werk, de ijsmakers wèrken echt, Giovanni niet. Deze wordt steeds meer een einzelgänger, hij raakt eraan gewend alleen te reizen, alleen te wonen. Soms wordt hij geraakt door een melancholie, een verlangen, maar dat is van korte duur.
En dan, na meer dan tien jaar, praat Luca weer tegen zijn broer en heeft een heel bijzonder verzoek wat Giovanni's leven totaal verandert.
Ernest van der Kwast is een schrijver waarbij je altijd het gevoel hebt dat hij alles zelf heeft meegemaakt, zelf heeft gezien, zelf heeft doorstaan. Bij dit verhaal gebeurt dat weer. Dit gevoel werd versterkt doordat je weet dat hij deels in Italië, deels in Rotterdam woont, hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Passionate (nu digitaal platform) was en onder andere literaire evenementen als Nur Literatur organiseert.
Het is dat achterin dankwoorden worden uitgesproken aan de familie Olivio, die daadwerkelijke deels in Venas di Cadore wonen en deels ijssalon Venezia In Rotterdam bestieren, en aan Bas Kwakman, directeur van Poetry International Festival Rotterdam, die maken dat je beseft dat Ernest van der Kwast het verhaal in dit boek niet zelf beleefde.
Het verhaal over de ijsmakers is erg onderhoudend, soms melancholisch, en met milde humor geschreven. Het zit bovendien vol verrassende wendingen.
Het verhaal over Giovanni zelf is bijna losstaand van het ijsmakersverhaal, waardoor het vrij solitaire leven van Giovanni extra wordt benadrukt. De beschrijvingen over dat leven maakt dat de liefde voor literatuur, voor het woord en voor de taal bij jezelf ook weer oplaait. Er worden prachtige regels aangehaald in een mooie passende setting. Ernest van der Kwast heeft dat fingerspitzengefühl waardoor hij in elke situatie precies de goede toon weet aan te houden. Het maakt dat je weer de dichtbundels uit de kast haalt en opnieuw in de poëzie wil duiken. Dat je weer wilt genieten van literatuur in de ware zin van het woord en dat is prettig, zo hoort een boek ook te zijn...
ISBN 9789023486381 paperback 304 pagina's Uitgeverij De Bezige Bij januari 2015
© Dettie, 14 februari 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!
Mama Tandoori
Ernest van der Kwast
Je mag alles verzinnen, alles verdraaien, alles veranderen. Alles. Maar niet dat ik de hoop heb opgegeven.
Dit zegt Mama Tandoori, de moeder van Ernest van der Kwast. Zij is als jong meisje vanuit India naar Nederland gekomen om als verpleegkundige ervaring op te doen in het buitenland. Via een zus die in Den Haag woont, vindt ze een baan als verpleegster in Rotterdam. Na een half jaar wil ze terug, naar haar grote liefde kapitein Rajesh Mudgal die ze verpleegd heeft. Maar dan krijgt ze het aanbod om in de operatiekamer te gaan werken. Het ziekenhuis betaalt haar opleiding, biedt haar een contract. 'Ze blijft nog één jaar' schrijft ze naar de kapitein en dan zal ze terugkomen met geld voor een eigen huis en eeuwig voor hem zorgen. Dat gebeurt niet want Theodoor van der Kwast vraagt haar ten huwelijk.
'Ik heb zo vaak nee gezegd, dat als elke nee een rijstkorel zou zijn heel India te eten zou hebben.' vertelt zijn moeder later. Maar ze had medelijden en zegt uiteindelijk toch ja. En zo begint voor Theodoor een turbulent leven. Hij is geen gewone vrouw getrouwd. Na zijn huwelijk heeft hij niets meer in te brengen. Mama Tandoori regelt en bepaalt alles wat er in en buitenshuis gebeurt. Vader studeerde voor arts en als hij eenmaal afgestudeerd is en werkt, verdient hij volgens moeder net zoveel als een kruier in Bombay. Het is nooit genoeg en dat zal hun hele leven zo blijven.
Een jaar na hun huwelijk wordt Ashirwad van der Kwast geboren. Mama Tandoori is stapelgek op het kind. De oudste zoon zal de trots van de familie worden, hij zal later dokter worden, een auto kopen, een beeldschone prinses trouwen en lang en gelukkig leven.
Helaas is Ashirwad geestelijk gehandicapt. Mama Tandoori zoekt overal de oorzaak in. Het ligt aan de buurvrouw, het ligt aan dit, het ligt aan dat. Ze sleept de jongen overal mee naar toe, Naar Lourdes, Jomanda enz. maar niets mag baten, toch zegt ze altijd dat Ashirwad later rijk zal zijn en zal studeren en, en, en. Triest natuurlijk maar Ernest van der Kwast vertelt het met het nodige mededogen maar ook met humor.
Na Ashirwad volgen nog twee zoons, Johan en Ernest, ondanks dat zij wel geestelijk gezond zijn, zullen zij ook niet aan de hoge eisen en verwachtingen van hun moeder voldoen.
Het grootste 'gebrek' van Mama Tandoori is, dat ze geen humor heeft. Niets wordt weggelachen, alles is even serieus, veel maakt haar kwaad en regelmatig vliegt haar pantoffel door de lucht of mept ze met de deegroller, maar dat gebrek aan humor maakt het verhaal zelf juist vaak komisch. Mama Tandoori leeft bij het motto 'Gratis is goed'. Aanbiedingen zijn haar lust en haar leven. Alles, alles, alles moet goedkoper gekocht worden, ze is een ster in afpingelen tot wanhoop van iedereen die maar iets te verkopen heeft. Zij vloekt en tiert en dreigt net zo lang tot ze haar zin krijgt. Zo komen ze aan hun mooie huizen maar ook aan een huis vol spullen die nooit gebruikt worden, of aan dozen kattenvoer, terwijl ze geen kat hebben, want ja... een aanbieding is een aanbieding, die kun je niet negeren...
Je wordt moe als je over haar onderhandelen leest, de vrouw stopt zo'n enorme hoeveelheid energie in het afdingen, als die tijd betaald zou moeten worden dan was ze nu multilmiljonair geweest.
Hilarisch is de reis naar Lourdes, Mama wringt zich in allerlei bochten om zo goedkoop mogelijk te kunnen reizen en dat lukt haar ook.... Daardoor komt ze wel in bizarre situaties terecht maar het uitsparen van geld geeft haar zo'n voldoening dat ze die rare toestanden voor lief neemt. Ontroerend zijn de momenten waarop Ernest ziet hoeveel verdriet de gesteldheid van haar zoon Ashirawad zijn moeder doet.
Vader is er wel maar hangt er een beetje bij, het is een lieve man die niet opgewassen is tegen zijn bijdehante, dominante vrouw.
Ernest van der Kwast vertelt in dit boek over zijn vader en moeder, over de verdere familie, de ooms en tantes die allemaal, zoals in elke familie, hun eigenaardigheden hebben. Over de oom die alles op alles zet om acteur te worden, de andere, bijzondere oom Herbie die een talent had om overal en altijd op de verkeerde tijd en op de verkeerde plaats te zijn. Hij vertelt over de tante die het evenbeeld van zijn moeder is maar erg eenzaam is, over de andere tante die de liefdevolle versie van zijn moeder is, en erg gelukkig is.
Voor het merendeel zijn de verhalen over de familie met met veel humor gebracht. Maar je vraagt je af of je Mama Tandoori zou willen kennen, of je met haar om zou willen gaan. Behalve haar liefde voor haar oudste zoon komt ze verder niet erg liefdevol of vriendelijk over. Toch zijn al haar daden niet bewust liefdeloos vermoed ik. Op het eind van het boek wordt er een tipje van de sluier opgelicht en komen de eigenaardigheden van Mama Tandoori in een ander daglicht te staan.
Je vraagt je af waarom dit boek geschreven is. Het lijkt alsof Ernest van der Kwast een hilarisch verhaal over zijn moeder vertelt maar in mijn ogen stelt hij zich ook kwetsbaar op. Een moeder die zo dominant is, een moeder die nauwelijks luistert, een moeder die 'instort' als haar zoon vertelt dat hij stopt met zijn studie en verder gaat als schrijver. Het gaat nooit om wat haar kinderen zélf willen, daar kijkt ze niet naar, het gaat alleen maar om wat zij wil. Niets is goed bij moeder, heeft Van der Kwast met dit boek zijn moeder willen laten zien hoe moeilijk ze is? Heeft hij een oorzaak voor haar manier van handelen willen vinden? Of heeft hij 'gewoon' een boek over zijn moeder willen schrijven omdat het zo'n markante vrouw is?
Het boek is niet te vergelijken met Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen dat in 2005 verscheen. Toch herken je weer de humor en de mooie stijl van Van der Kwast. Deze man schrijft op een bepaalde manier waardoor je geraakt wordt en steeds maar verder wilt lezen. Ik heb genoten van het boek en van Mama Tandoori, het is een vrouw die je niet snel zal vergeten!
'Een lieve maar onmogelijke vrouw' zegt Van der Kwast over zijn moeder in het programma De wereld draait door.
Mama Tandoori is een geromantiseerd verhaal volgens Ernest van der Kwast. Mama Tandoori zelf noemt het frictie...
Lees en oordeel zelf...
ISBN 9789038893204 Paperback 214 pagina's Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar april 2010
© Dettie, april 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mama Tandoori
Ernest van der Kwast
Als je eenmaal dit boek gelezen hebt, zelfs al moet je aannemen dat het deels fictie is, dan kun je toch de schrijver ervan niet meer serieus nemen? Als zijn afkomst, zijn familie ook maar gedeeltelijk klopt met wat hij vertelt dan is hij genetisch zwaar belast..
Is het juist daarom dat hij in plaats van die glansrijke carrière als econoom die zijn moeder voor hem wilde, een amusant boek heeft kunnen schrijven? ‘Je moet altijd naar je moeder luisteren.’ zegt hij, maar voegt de daad niet bij het woord en gaat zijn eigen weg.
In dit boek vertelt hij over zijn moeder, die als Indiaas meisje naar Nederland kwam en daar trouwde met een Nederlandse arts, die zijn leven wil wijden aan onderzoek naar prostaatkanker, maar daar niet echt toe komt vanwege zijn veeleisende vrouw. Wat hij ook doet, het is nooit genoeg. Hij krijgt regelmatig klappen met de deegroller, die ze overigens voor iedereen die iets doet wat haar niet zint, klaar heeft liggen. Ze is een slavendrijfster, een dominante ka, op het vrekkige af zuinig, en niemand durft haar tegen te spreken. Ook al bedoelt ze het goed - die indruk krijg je wel – ze slaat zo letterlijk de plank mis.
Haar huis staat vol met afgedankte en kapotte apparaten ‘waar ze in India nog blij mee zijn.’ Als er iemand naar India reist wordt hij overladen met spullen, en met de opdracht net zo overladen weer terug te komen. En als ze de wereld niet naar haar hand kan zetten, dan praat ze net zo lang tot ze zelf gelooft dat de toekomst vast nog veel goeds in petto heeft. En spreek haar niet tegen!
Haar oudste zoon Ashirwad bijvoorbeeld is geestelijk gehandicapt, maar ze blijft volhouden dat hij later nog zal gaan studeren en een groot arts zal worden.
Helaas, mama Tandoori kan nog zo graag willen en nog zo fluks met de deegroller klaarstaan, in haar zoons worden haar dromen niet waar. Niet een van hen krijgt de roemvolle carrière die ze voor hen weggelegd zag. En dus zet ze hen het huis uit, het contact wordt verbroken.
Het boek eindigt met een optimistische noot, die tegelijk neigt naar vals sentiment. Of is het valse hoop?
Het is geen chronologisch verhaal dat de schrijver biedt. Het zijn min of meer verhalen. En niet alleen over Mama Tandoori. De familie van der Kwast wordt eveneens onder de loep genomen. En ook die familie komt er niet goed van af.
Je kunt het slapstick noemen, maar de donkere kant overheerst.
ISBN 9789038893204 Paperback 214 pagina's Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar april 2010
© Marjo, oktober 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen
Een mooi boek dat zich moeilijk laat navertellen. Ik zal toch een poging wagen in de hoop dat ik de sfeer en stijl een beetje goed weer kan geven.
Het verhaal heeft een ijzersterk begin vind ik.
"Ik ben in een eierenwinkel ontstaan. Mijn ouders keken elkaar aan, en daar was ik. Niks bloot in bed, niks bevalling. Ik kwam uit een ei. Dat beweerden mijn ouders. Ik heb het zeker zestien jaar geloofd."
'De ouders' zijn Linn Starzynska en Simon Zoref. Hij was arm en student. Zij arm en mooi. Zij is een Poolse die naar Nederland was gekomen om als verpleegster in een ziekenhuis te werken, hij studeerde geneeskunde. Ze trouwen en uit dit huwelijk worden een zoon Ben en een dochter Petra geboren.
Linn heeft een tic voor water, is panish voor regen en is pas gerust als de kinderen hun zwemdiploma hebben. Voor Simon is Linn zijn grote liefde, hij accepteert al haar buien die naarmate ze ouder wordt steeds meer toenemen.
Het verhaal draait om Ben en zijn moeder. Voor Ben is zijn moeder met haar levenslange heimwee naar Polen de enige die waarschijnlijk begrijpt wat er in hem omgaat. Ben heeft 'alles' in de ogen van buitenstaanders, is schathemelrijk geworden vanwege goede investeringen. Heeft een beeldschone vrouw, een garage vol auto's, laat een kasteel verbouwen, kortom hij is de man die het 'gemaakt' heeft. Langzamerhand kom je er achter dat dit alles Ben weinig doet. Hij ziet alles meer als tijdverdrijf. Hij jaagt de architect de stuipen op zijn lijf, geeft bizarre opdrachten aan de tuinman, begint een verhouding met een kunstenares maar niets raakt hem. Door allerlei kleine toespelingen ga je beseffen dat hij eigenlijk behoorlijk ongelukkig is. Hij zoekt en zoekt, en kan het niet vinden. Heel langzaam zie je dat Ben in een soort vacuum zit en steeds wanhopiger wordt. Het waarom van deze toestand wordt langzaam ontvouwd en komt tot een climax in een prachtig ontroerend slot.
Tot zover de inhoud van het verhaal.
Het gekke is dat dit boek enorm makkelijk leest. Serieuze zaken worden afgwisseld met soms hilarisch aandoende verhalen. Als Ben met de kinderen van zijn zus een dagje weggaat naar een pretpark gaan ze naar de wens van de kinderen niet naar macDonalds maar écht uit eten. Ben geeft op niet mis te verstane manier degene die het eten serveert les over kaas. Als een neefje in zijn broek geplast heeft en Ben een nieuwe broek gaat kopen wil het neefje dezelfde broek als oom Ben. De oplossing is schitterend. Zo zijn er meer verhalen maar ook de serieuze kant is erg mooi en vaak ontroerend
Ik vind het heel vreemd dat dit boek niet genomineerd is voor de debutantenprijs. Ik vond het een érg mooi boek, vooral het eind is adembenemend.
Nijgh & Van Ditmar 208 Pagina's ISBN 903884025X
© Dettie, juni 2005
Reageren? Klik hier!
Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen
Ben Zoref is de zoon van Simon, de dokter, en Linn, de Poolse verpleegster.
In flashbacks wordt het verhaal van hun liefde verteld, hoe Simon bleef volhouden tot Linn eindelijk ja zei, hoe Linn Nederland maar niks vond omdat het daar altijd regen (maar in Polen is niets meer voor haar). Linn was bezeten van geld, ze telde, en rekende en Simon werkte maar.
De kinderen mochten niets voor ze konden zwemmen, bang als ze was dat ze zouden verdrinken in het natte Nederland.
In het hoofdverhaal is Ben getrouwd met Sarah, die (nog) geen kinderen wil. Samen verbouwen ze een kasteel, Ben is stinkend rijk. Hoe hij aan dat geld komt is niet duidelijk, wel is er sprake van een adviseur die zijn geld belegt. Ben gedraagt zich als een verwende snoeshaan die van gekkigheid niet weet wat hij met zijn geld moet doen, er is geen doel in zijn leven.
"Misschien had ik mijn zwemdiploma nooit moeten halen, ik zou mijn leven niet in de zee mogen zwemmen, mijn moeder zou me eeuwig troosten" en "Soms denk ik dat mijn leven een kopie is"
Er is iets gebeurd in zijn verleden, maar wat dat weten we niet.
"Ik betwijfel of ze (=Sarah) weet wat het is om niet te kunnen vergeten, om elke dag aan iemand te denken,...,aan iemand die ze is kwijtgeraakt"
Dan ontmoet hij Egje en diens dochtertje Yelena. Als hij naar Yelena klijkt denkt hij: "zo had het kunnen zijn" Hij begint een verhouding met Egje, maar als ze hem onder druk zet, is duidelijk dat er van zijn kant geen sprake is van liefde. (Hij zegt eerder tegen zijn adviseur dat hij van Sarah houdt.)
Dan, aan het eind van het boek, wordt het raadsel opgelost...
Ik vind het een verward geheel, pas aan het einde weet je hoe het zit. Dat kan bij een thriller, maar dit moet een psychologische roman zijn neem ik aan. Als je dan al min of meer een hekel aan de hoofdpersoon hebt gekregen, dan komt dat niet meer goed..
Nijgh & Van Ditmar 208 Pagina's ISBN 903884025X
© Marjo
Reageren? Klik hier!