Café Terminus
Robert Brouwer
De achtenvijftigjarige Martin Motte is een eenzaat. Zijn hele bestaan speelt zich af in zijn hoofd.
Bij alles wat hij ziet ontspint zich een verhaal. Met name rond vrouwen. Hij stelt zich onmiddellijk voor hoe prachtig hun liefdesrelatie zal worden, hoe gelukkig hij zal zijn. Hoe hij zal genieten als zij slapend naast hem ligt, want er is haast niets mooier dan een slapende vrouw.
Ooit is Martin getrouwd geweest maar helaas hield het huwelijk geen stand. In vlagen van weemoed verlangt hij naar de dagen met Helene. Maar dat kan zomaar omslaan in de volgende fantasie bij het denken aan zijn werkgeefster of bij het zien van de vrouw bij de balie van het verzorgingshuis waar zijn moeder woont.
In feite is Martin in zijn hoofd nooit op de plek waar hij zich werkelijk bevindt. Hij leeft in een andere wereld die mooi en liefdevol is.
De dagelijkse werkelijkheid stemt hem somber. Hij slaapt ook graag.
Martin vindt ook dat hijzelf niets voorstelt, snapt bijvoorbeeld niet dat hij de sleutel van het pand van zijn bazin kreeg.
Vreemd genoeg schaamde ik me toen ik de sleutel overhandigd kreeg.
Je bent het niet waard... als ze eenmaal je ware aard ontdekt... je bent lui... laat dingen kapotvallen... vergeet de voordeur af te sluiten... Ik wilde haar de sleutel teruggeven. [...]
Hij heeft één vriend Norbert, die in alles het tegenovergestelde van Martin is. Waar Martin moeilijk uit zijn woorden kan komen weet Norbert precies bij elke gelegenheid het juiste woord te vinden. Ze spreken vaak af in het restaurant van de Hema, praten even met elkaar en daar blijft het bij. Zelfs deze vriendschap is nauwelijks vriendschap te noemen.
Dingen veranderen als Martin Valerie ontmoet. Hij valt voor haar vrolijkheid en directheid. Ze is rond de dertig en in zijn ogen prachtig. Hij voelt een slaafse aanbidding voor haar maar zelfs als ze er is dan heeft hij prachtige gesprekken met haar in zijn hoofd. Hij ziet in gedachten hoe ze genieten ze van elkaars aanwezigheid. Het is voor Martin allemaal zo simpel. Als ze elkaar maar echt zien, als ze elkaar maar aanvullen en waarderen, dan is het al goed.
Maar hoe rijk zijn woordenschat is in zijn fantasie, in werkelijkheid zegt hij meestal niets. Hij kan zich overigens nauwelijks voorstellen dat Valerie iets in hem ziet.
Ondertussen bezoekt Martin elke zondag zijn moeder en hun verhouding is al net zo stilzwijgend als de rest van Martins leven.
Dit alles wordt verteld in een bijzonder stijl die regelmatig aan Gerard Reve doen denken. Vooral de fantasieën over de onderdanige Martin die een vrouw lief zal hebben, versterken die indruk. Maar dat is het niet het enige mooie aan dit boek. Het knappe is namelijk dat Robert Brouwer ondanks dat het verhaal van de ene fantasie in de andere rolt, toch een samenhangend en boeiend geheel heeft weten te maken. Of Martin nu als een regisseur zijn blik laat ronddwalen door de bus die hem naar zijn moeder brengt of over zijn vroeger zo mooie zussen fantaseert of zich voorstelt dat hij de eigenaar van het mooie pand waarin hij werkt is, het gaat allemaal naadloos in elkaar over. De subtiele humor maakt het verhaal nog aantrekkelijker.
Mooi en goed debuut. Men leze!
Het boek is genomineerd voor de Hans Vervoort Prijs, de prijs voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard.
ISBN 9789083344904 | Paperback met flappen | 156 pagina's | Uitgeverij Finisterre | 1 december 2023
© Dettie, 13 februari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER