Boekenarchief B

Chrétien Breukers

https://chretienbreukers.wordpress.com

 

Voor de verre prinses

Chrétien Breukers


Poëzie formuleert wat je wel wist en wat je niet onder woorden kan brengen. Poëzie legt vast wat je ontgaat en wat je, na lezing van een gedicht, nog niet kunt bevatten.


Voor de verre prinses
is een wonderlijke en wonderschone bloemlezing.
Wonderlijk omdat het geen bloemlezing op zich is, maar een reeks brieven die Chrétien Breukers aan zijn geliefde schrijft. Zij vroeg hem naar zijn meest geliefde gedichten en zo ontstond er een brievenreeks en uiteindelijk deze bundel.
Wonderschoon omdat het je op het spoor brengt van bekende en minder bekende dichters en gedichten die je misschien nog niet zo vaak las, of wel las en uit het oog verloren bent, én omdat het vol staat met prachtige bespiegelingen over de liefde, maar ook over de poëzie op zich…


Heel goede gedichten vervullen me altijd met een lichte huivering. Ik kan het niet precies verklaren, maar ze is er altijd, ook bij herlezing. Het is alsof het luikje naar de eeuwigheid heel even wordt opengezet. Je mag vervolgens heel even kijken, dan gaat het luikje weer dicht. Het is een fysieke ervaring, die wortelt in het niet-begrijpen, in het begrijpen dat ik iets lees waarvan ik weet dat het bijzonder is, zonder dat ik het helemaal kan doorgronden.


En voor degene die nog steeds denken dat poëzie voor hen te zwaar of te moeilijk is…


Het is niet moeilijk om gedichten te begrijpen, ook al is het soms het moeilijkste wat er is. Je hoeft er maar één ding voor te doen. Lees wat er staat en laat er vervolgens je eigen capaciteiten als lezer op los. Die capaciteiten worden steeds groter. Ze groeien met je mee, zonder je in de weg te zitten. En op een bepaald moment merk je dat de gedichten waarvan je houdt bij je horen; je hebt er betekenis aan gegeven en ze zijn onderdeel van je lichaam geworden, sterker, ze zijn je lichaam geworden”.


De bundel begint met de oudste dichtregels van de Nederlandse taal…


“Hebban olla, uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

(annoniem)


Oftewel; “Hebben alle vogels nesten, behalve ik en jij, wat wachten we nu”.


Veel mooier en poëtischer kon de Nederlandse taal niet beginnen, en Breukers kiest dit gedicht dan ook uit voor de openingsbrief aan zijn verre prinses.


De poëzie heeft mij uitgenodigd om mijn eigen nest te maken; ik heb dat gedaan en hoewel ik jarenlang dacht dat ik daarmee voor veel mensen een interessante uitkijkpost had betrokken, bleek dat ik vooral een nest voor mezelf had gemaakt.


De aanspreektitel van zijn geliefde verandert per gedicht. De titel van het boek is ontleend aan het bekende en prachtige gedicht van Slauerhoff, maar in andere gedichten wordt ze aangesproken als lieve blooskoningin, bezitster van het mooiste sleutelbeen ter wereld, mooiste maandagaangekleedste, en bij het wat mij betreft mooiste gedicht uit de bundel Zij draagt een glas water de trap op, wordt zij aangesproken als Allerliefste Trapoploopster.


De lof op de gedichten breidt zich iedere brief uit tot een lof op haar, waardoor je als lezer onontkoombaar denkt “schreef iemand voor mij maar zulke brieven”. Maar wij gewone stervelingen zullen het met deze bundel moeten doen. Eentje om naast je bed te leggen om zo nu en dan gedichten of brieven te herlezen. Het is een bundel geworden waarvan je zin krijgt om weer meer poëzie te lezen. Of brieven te schrijven. Of lief te hebben. Of allemaal tegelijk.


Een aanrader dus, al was het alleen al om deze wonderschone eindregels…


We moeten nog van alles in het leven. Woorden morsen. Daden stellen. Besluiten nemen die het universum even scheef zetten. Opleven en ten onder gaan. Willen. De wil om wat dan ook te doen met hoofd en hart ten uitvoer brengen. Toezien dat het mislukt en lukt. Jij pakt daartoe jouw buik met mooie rondingen op en ik, ik neem een iets grotere koffer voor de mijne. Kijk, daar lopen we. Twee mensen in het begin van de eenentwintigste eeuw. Kleine mensen in een wereld die zo groot is dat we geen idee hebben hoe groot. Zelfbewust. Vervuld.

Bij Laurenz Jz Coster zijn alle gedichten te lezen die besproken worden in dit boek


ISBN 9789492395139 | Paperback | 81 pagina's | Uitgeverij Prominent |maart 2017

© Willeke, 10 mei 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altFresh Up
Chrétien Breukers


In een novelle dat net iets meer is dan een kort verhaal, moet je schrappen. Een goede schrijver kan dat. In deze novelle Fresh Up is op een goede manier geschrapt, er wordt gelukkig geen overbodige uitleg gegeven. En de lezer vult in...


Er is sprake van een man, vijftiger, schrijver van beroep, die alleen woont na een wat onfrisse scheiding, waarna hij ook zijn kinderen niet meer ziet. In zijn eentje zit hij te kniezen in een armoedig huurappartement waar de gordijnen van een van de vorige bewoners nog hangen: ‘paarse lappen’. Het ontbreekt hem aan het geld maar duidelijk ook aan de moed om iets aan zijn omgeving te veranderen.


Op een dag wordt hij wakker in die flat en ziet op de rand van zijn bed iemand zitten. Het is zijn opa, de man die hem meer dan zijn ouders opgevoed heeft. Later wisselden ze van rol, verzorgde hij de oude man. Dat was niet altijd prettig, maar de kleinzoon deed het met liefde.


‘Mijn opa rook heel lekker, naar pijptabak, vermengd met een lichaamsgeur die door het dagelijkse douchen van tegenwoordig is uitgestorven, een geur die was opgebouwd uit talgachtige mengels en zweet, niet altijd op tijd geluchte of gestoomde kleding en een aftershave die eerder goedkoop dan effectief was, Fresh Up of Old Spice. Een opalucht waar zelfs de koffie die hij ’s ochtends zette, en die hij op een waakvlam liet indikken, een rol speelde.‘


De schrijver en zijn opa hebben een gesprek, daar in de slaapkamer, waarbij opa de rol van het geweten vervult. Hij confronteert zijn kleinzoon met zijn daden, of ook met wat hij juist achterwege liet. De schrijver overdenkt het verleden van zijn opa – hetgeen hij er van weet – en trekt daar zijn les uit.


‘Maak keuzes. Ik las je boeken en ik merk dat je altijd de neiging hebt om een verhaal op te bouwen, waarna je het weer afbreekt, of laat verbrokkelen.’


Mooie novelle, waarin de oudere lezer misschien wel de eigen opa herkent, de man van de oude stempel. Zo niet, dan nog is hij heel herkenbaar als iemand in wiens ogen de hoofdpersoon zijn leven spiegelt. Je kan stellen dat het leven vroeger zo veel eenvoudiger was, dat doet de opa, maar of dat waar is? In sommige opzichten misschien. Voor de hoofdpersoon is het verhelderend. Lijkt het.


Boekje in de serie Nova Novella. Ik las eerder 'Lot', en wil meer van deze schrijver!


Chrétien Breukers (1965), dichter, blogger, essayist, prozaïst, vertaler en bloemlezer, bezocht de Philips van Horne Scholengemeenschap te Weert. Hij studeerde twee jaar Nederlands en Algemene Literatuurwetenschap te Nijmegen. Na het afbreken van zijn studie bleef hij in Nijmegen wonen. In 1994 verhuisde hij naar Amsterdam. In 2014 verscheen autobiografisch proza onder de titel Een zoon van Limburg en in 2015 de roman Lot.


ISBN 9789460682940 | Paperback | 96 pagina's | Uitgeverij Marmer | mei 2016

© Marjo, 16 juni 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altLot
Chrétien Breukers


‘Incasseren en opmaken; pas als ik het geld helemaal had uitgegeven, weggemaakt, zou ik vrede hebben met deze bizarre winst, die als een komeet op me was neergekomen. Zolang ik dat geld had was ik eraan gebonden, als een slaaf aan een schandpaal, of als een hondje aan een lantaarnpaal voor de supermarkt.
Ik wilde het geld niet hebben, maar ik wilde er ook geen bezit mee verwerven. Ik wilde er, letterlijk, vanaf.’

De hoofdpersoon – de ik-verteller met dezelfde naam als de schrijver – koopt in een opwelling een lot en wint daarmee 26,6 miljoen euro. Iedereen zou een gat in de lucht springen, maar niet onze man.
Dan ontvouwt zich een boek waarin de lezer in eerste instantie het relaas verwacht van hoe hij al dat geld gaat uitgeven. En het verhaal van de inkeer. Want het kan wel bizar zijn dat hij dat geld gewonnen heeft, is het niet idioter als iemand er van af wil?
Een deel gaat inderdaad over het besteden van het geld, maar de kern van het verhaal is het niet. Want wat voor man is dit? Hoe komt het dat hij niet kan genieten van zijn geluk? Waar komt die angst om te leven vandaan? En wat kan hij er aan doen?


Onze hoofdpersoon is altijd gefascineerd geweest door schrijvers als Sartre en Camus. Hij zou willen leven zoals zij dat propageren: je bent zelf verantwoordelijk voor je leven. Je eigen daden bepalen de waarde er van. Je moet zelf je lot bepalen.
Hij is een schrijver, die de vijftig met rasse schreden ziet naderen. Vrijgezel gebleven na het overlijden van zijn vriendin, slijt hij zijn dagen. Deze onverwachte rijkdom zet hem aan het denken. Hij woont in een zeer luxe hotel, eet vijfsterrenmaaltijden, laat vrouwen overal vandaan komen, maar blij wordt hij er niet van. Waarom is hij zo’n sukkel. Nooit heeft hij geleefd, hij liet het allemaal maar gebeuren.


Na een half jaar rijkdom beseft hij dat hij iets moet ondernemen, deze luxe is saai. Het leven is dan wel compleet veranderd, een bevredigend leven heeft hij nog steeds niet. 
Hij komt op het idee om een fietstocht te gaan maken in het mooie Drenthe. Daar valt zijn oog op een landhuis dat te koop staat. Al snel woont hij daar. Hij voelt zich er thuis, maar alleen is maar alleen. Hij nodigt zijn vriend uit, zijn ‘spiegel’, die hem regelmatig tot de orde roept. Zelfs in een droom:


‘Geef het maar gewoon toe.’
’Wat moet ik toegeven.’
’Je weet niet wat je moet doen, en je verlangt ernaar gelukkig te zijn. Dat moet je gewoon toegeven. Dan gaat de rest vanzelf.’
‘Ach, hou toch op. Ik wil hier gewoon wonen, en schrijven. En verder niks. Dat kost me al genoeg moeite, zoals je weet.’
‘Je bent lui. Je hebt er nooit moeite voor gedaan. Je bent te lui om te leven.’


Zijn leven wordt bepaald door vier vrouwen: zijn moeder en verloofde, allebei overleden; de boekhandelaar uit het nabij gelegen dorp, met wie hij via e-mail een klik heeft, en de Duitse prostitué, die hij af en toe laat komen. En hij schrijft.


‘Ik schrijf boeken die er als een lappendeken uitzien. Verhalen die over elkaar heen buitelen en elkaar tegenspreken. De gemiddelde lezer wordt er een beetje zenuwachtig van, vrees ik. Ik ook.’


Lot is inderdaad een boek dat je zenuwachtig maakt. De lappendeken bestaat uit flarden die in het nu of in het verleden spelen, e-mails, verhaaltjes, gesprekken met een fictieve psychiater. Het is een boek dat je tot nadenken stemt. In hoeverre bepaal je je eigen lot, of word je gevormd door je verleden? En wat is dat lot dan wel? Wat moet je als mens op deze aardkloot? En specifiek: wat doet een schrijver met wat hem geboden wordt?
Dat blijft de grote vraag. In hoeverre is Chrétien Breukers de hoofdpersoon uit het boek? In welke mate zijn dit verzinsels, hersenspinsels, wensdromen, of feiten?
Een wonderlijke mengeling dat toch een geheel vormt. Een boeiend geheel, dat met gemak een tweede keer gelezen kan worden.


ISBN  9789460682308 | Paperback| 193 pagina's | Uitgeverij Marmer | maart 2015

© Marjo, 25 april 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER