Boekenarchief B

John Berger

Ten huwelijk
John Berger


Een blinde Griekse man verkoopt een koperen amata, een amulet voor genezing, aan een Franse spoorwegman op een motor. Hij vraagt voor wie het is en waar de kwaal zit. De spoorwegman antwoord dat het voor zijn dochter is en dat de kwaal overal zit. De blinde man vraagt hoe de dochter heet. “Ninon”, antwoordt de man, “mijn dochter heet Ninon”. In de verte op de markt hoort de blinde man Ninons stem. Hij luistert, snuift de stem op en hij weet dat hij die stem nooit meer zal vergeten. Weken daarna hoort hij de stem van de spoorwegman weer. Hij is op zijn motor op weg naar de bruiloft van zijn dochter.

In het hoofd van de blinde man ontvouwt zich het verhaal van Ninon en haar geliefde Gino. Ze laten hem niet meer los. Hij vreest dat de tamata van tin niet sterk genoeg is om het onheil af te wenden. Hij maakt een tweede tamata voor haar, niet van tin, maar van woorden, van gedachten in zijn hoofd;


“De tama van een tinnen hart was niet genoeg. Ik maakte me meteen al zorgen toen de seinwachter “overal” zei en ik begreep – of meende te begrijpen- wat dat betekende. Er was een tweede tama nodig, dit keer niet van tin, maar van stemmen. Hier is hij. Zet hem bij de kaars als je bidt…”


Met  woorden vormt hij in zijn hoofd het verhaal van de bruiloft van Ninon en Gino. Hij ziet in gedachten de spoorwegman bergen en dalen doortrekken, op weg naar zijn dochter, hij voelt de zwaarte van deze reis. Hij ziet ook haar moeder voor zich, de mooie Zdena, die ooit naar Praag is vertrokken toen de Praagse lente uitbrak, maar die nooit meer terug is gekeerd. Ook zij is onderweg, niet per motor, maar per trein. Ze bereidt zich minutieus voor op de bruiloft van haar dochter, die ze al zo lang niet gezien heeft. Ook haar hart is zwaar. Onderweg aan het einde van hun beider tocht ontmoeten de spoorwegman en Zdena elkaar. Samen steken ze het water over en ondanks de jaren zonder elkaar voelen ze zich meteen weer verbonden door het verdriet wat ze samen delen. Ninon bereidt zich ook voor. Ze wilde deze bruiloft eerst eigenlijk niet, ze wilde Gino niet meeslepen in haar verdriet, maar Gino wilde van geen wijken weten. Alles haalt hij uit de kast om deze dag de mooiste van hun leven te laten worden.


Berger beschrijft de voorbereidingen tot in detail de kapper, de jurk, en vooral het eten; paling op een zilveren schalen, besmukt met amandelen, korianderblaadjes en robijnrode paprika’s, met knoflook en tijm doortrokken lam, vispannetjes met witte wijn, peperkorrels uienringen en een citroenschilletje. Je waant je op deze Griekse bruiloft, je proeft en ruikt en ziet alles gebeuren. Je voelt de treurige melancholie.

Ninon en Gino dansen. Een dans zonder einde. De beelden ontvouwen zich in het hoofd van de blinde man;


“Er zullen zich steeds meer dorpelingen op de dansvloer gegaan. De muziek zal weer klinken. Oude vrouwen zullen met elkaar dansen om nog één keer de muziek in hun lichaam te voelen. Muziek is van oorsprong een jammerklacht om een verlies. De jammerklacht werd een gebed en bij de hoop in het gebed begon de muziek, die nooit haar herkomst vergeten kan. Hoop en verlies vormen daarin een koppel.”


Het is een dans die de dood zou moeten kunnen overwinnen, een dans om het noodlot af te wenden, maar dat niet kan.

Ten Huwelijk is een prachtig, lief, melancholiek mooi-treurig boek, wat je meevoert door landschappen en brengt in de hoofden van de betrokkenen. Het is een complex boek, de stemmen wisselen constant van plaats, tijd en eigenaar, maar als je even de moeite neemt en je mee laat voeren heb je een práchtig verhaal in handen over liefde hoop en verlies en dat al zonder kitsch en valse sentimentaliteit.


ISBN 978 90 5936 4356 6  paperback 186 pagina's Uitgeverij Cossee, 1e druk 1995, deze uitgave juni 2013
Vertaling Sjaak Commandeur

© Willeke, 20 augustus 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER