Blauw zeil
Eline de Boo
Aan het begin van dit boek lijkt de ellende niet te
stoppen. In het openingshoofdstuk krijgt een jonge vrouw een miskraam en
komen we er meteen achter dat ze ook nog eens recentelijk de tsunami in
Japan heeft meegemaakt, waarbij ze haar opa heeft verloren en veel leed
heeft gezien. Wonderlijk genoeg zijn deze twee ingrijpende zaken niet de
hoofdthema’s van dit boek, al neemt de miskraam nog een prominentere
plaats in het verhaal in dan de tsunami. Het boek gaat vooral over
onderlinge relaties en over durven zijn wie je echt bent. Familiebanden
spelen dan ook een grote rol in het boek.
Marai heeft een Japanse vader
en een Nederlandse moeder. Het huwelijk van haar ouders was slecht, ze
leken weinig met elkaar te delen. Het enige wat hen bond, was hun
autoritaire achtergrond die merkwaardig genoeg overlap bleek te hebben.
Haar moeder ontvluchtte de gereformeerd Zeeuwse cultuur, haar vader de
strenge Japanse. In het ontvluchten van dat keurslijf moeten haar ouders
iets bij elkaar herkend hebben. Marai zelf heeft ironisch genoeg een
enorme hang naar regels, orde, netheid en veiligheid en heeft niets van
de vrijheidsdrang van haar ouders.
De moeder van Marai is
inmiddels overleden. De band tussen moeder en dochter was moeizaam.
Marai moest veel te vroeg in haar jeugd al zelfstandig zijn en had al
vroeg het gevoel dat haar doen en laten haar moeder niet interesseerde.
Al komt ze er pas veel later achter wat er aan die onverschilligheid
ten grondslag lag.
Haar vader heeft zijn draai in Nederland nooit
echt kunnen vinden. Hij is de taal ook nauwelijks machtig geworden.
Marai heet dan ook eigenlijk Maria, maar doordat het haar vader niet
lukte dat goed te spellen bij de burgerlijke stand is dat Marai
geworden.
Materieel zorgt hij goed voor zijn dochter, maar ook van
hem krijgt Marai weinig bevestiging. Hij noemt haar vaak ‘Jama’ wat
hinderlijke obstakel betekent. Geen dingen die goed zijn voor je
zelfvertrouwen.
Ook Oma in Zeeland kan niet goed uit de voeten met
haar Japanse kleindochter. Zij heeft in een Japans kamp gezeten en haat
alles wat Japans is. Ze vermoedt dat haar dochter haar kleindochter
verwekt heeft als een ultieme wraak op haar moeder en spreekt haar
kleindochter, ook in haar aanwezigheid, aan als ‘dat jappenspul’. Marai
is kortom, doordrongen van de wetenschap dat ze voor niemand goed genoeg
is. En nu blijkt dat voor haar gevoel voor haar ongeboren kindje ook
nog eens het geval. Terwijl ze haar hele leven juist zo haar best heeft
gedaan om aan ieders verwachtingen te voldoen.
Tegenover alle
negatieve oordelen staan twee tegenkrachten in het boek, twee sterkte
personages die haar onvoorwaardelijk nemen zoals ze is; haar goede
vriendin Joosje, die ook een Christelijke achtergrond heeft, maar niet
gelooft in een strenge veroordelende God en een onbekende marktvrouw,
die haar treft in het diepst van haar ellende en zonder enig oordeel
gewoon goed voor haar is.
Wat ik mooi vond in dit boek is symboliek. Om te beginnen is er het alsmaar terugkerende
blauwe zeil. Tijdens de tsunami zag ze hoe soldaten het lichaam van een
kind bedekten met een fel blauw zeil. Dat zeil blijft terug keren in
haar dromen. En in letterlijke zin vind ze er ook een in het keukenkastje van haar nieuwe huis.
Verder
zijn er de papieren kraamvogels die Marai vouwt voor haar overleden
kindje, haar overleden moeder en voor zichzelf, een van de ontroerendste
scènes in dit boek. En tot slot duikt er aan het eind van het boek een
beschadigde vaas op die ze, ondanks het aanbod van de verkoopster om een
onbeschadigd exemplaar mee te nemen, tóch koopt.
“Door zijn
zware onderkant zal hij niet zo snel omvallen. Zo zou ze zelf ook wel
willen zijn. Iemand met een stevige basis, die sterk is en weet wat ze
wil. Nog meer voor zichzelf dan voor haar omgeving. Maar ook zou
iedereen haar kunnen zien zoals ze echt is. Of dwars door haar heen
kunnen kijken, alsof ze er niet is. Ook dat is prima”
Dat de
perfectionistische Marai de vaas met barst tóch koopt is al een teken
van het veranderingsproces wat de afgelopen maanden in haar heeft plaats
gevonden, maar het staat symbool voor veel meer. Ze is zich los aan het
maken van de verwachtingen van anderen. Ze wil, met verdriet en al,
eindelijk zijn wie ze echt is. Wat heel voorzichtig en met horten en
stoten meteen ook al leidt tot een echte ontmoeting in al haar
kwetsbaarheid met haar grootouders en met haar vader.
Over dat groeiproces gaat dit boek, wat overigens een debuut is.
ISBN 978 90 239 944 2 Paperback 270 pagina's Uitgeverij Mozaïek, februari 2014
© Willeke, 3 maart 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER