Boekenarchief B

Anne Borsboom

Arend en Sofie
Anne Borsboom

 

Flaptekst:
Olga groeit op als oudste dochter van een groot katholiek gezin in de jaren vijftig en zestig. De relatie van haar ouders Arend en Sofie komt door het hectische gezinsleven, maar ook door bemoeienissen van buitenaf, steeds meer onder druk te staan. Wanneer alle kinderen de deur uit zijn en Arend en Sofie alleen overblijven, ontwikkelt hun situatie zich op dramatische wijze en rijst de vraag in hoeverre het geloof, een benepen dorpsleven en hun bewogen verleden daarop van invloed zijn geweest.

De afwisseling tussen de jeugdherinneringen van Olga en het verhaal rond haar ouders geven deze zowel met humor als ironie geschreven roman een bijzondere spanning.

---

Na het lezen van dit boek ga je op internet zoeken naar een biografie van Anne Borsboom. In hoeverre vertelt zij vanuit haar eigen beleving? Is zij een tweede Siebelink of Heijmerikx, is haar verhaal ook autobiografisch?
Voorin het boek staat namelijk:

Voor mijn grootvader
Je vroeg me om bloemen
ik geef je een boek

Die biografie is niet te vinden maar gezien haar eerdere roman Otto, over een man met Alzheimer, heb ik het vermoeden dat wat hier in Arend en Sofie beschreven wordt wel de interesse heeft van de schrijfster. Het gaat gedeeltelijk over de invloed van het katholieke geloof maar voornamelijk over twee oude mensen die na een lang en druk leven hun oude dag gezamenlijk zouden moeten kunnen slijten tot het  onafwendbare einde. Helaas kan en gebeurt dit niet. Sofie raakt hoe langer hoe meer vergeetachtig. Arend is niet de vriendelijkste, geduldigste man die er bestaat, eerder het tegenovergestelde, het is een man met een kort lontje, hij ontploft snel en zijn handen zitten ook behoorlijk los.
De kinderen grijpen in en de twee mensen worden van elkaar gescheiden. Moeder gaat het verzorgingshuis in, vader blijft alleen achter in het grote huis.  De kinderen zijn opgedeeld in twee kampen, 'voor vader' en 'tegen vader'.



Een triest gegeven, vooral als de twee toch elk op hun manier geprobeerd hebben om te doen wat zij dachten dat goed was. Arend en Sofie hebben heel wat stormen moeten doorstaan.
Sofie was zwaar katholiek waardoor ze, zoals de pastoor haar op het hart drukte, nooit haar man mocht weigeren. Elk jaar kwam er een kind bij, tot het laatste, doodgeboren, kindje. Arend is veel minder gelovig en erg op zijn rust gesteld, hij wordt af en toe daas van al die drukte in huis. Hij wilde wel aan de anticonceptie maar dat was geen punt van discussie, dát zou nooit gebruikt worden. Sofie was met elk kind blij, elk kind was van harte welkom. Vader Arend zag er meer een extra te voeden mond in.
De kinderen gingen op last van moeder voor schooltijd naar de kerk en op zondag soms drie keer naar de kerk. Olga herinnert zich de zeldzame keer dat ze alléén met haar moeder ging fietsen. Moeder Sofie was geliefd, ze was zachtaardig en blijmoedig. Arend is de nurkse man, gek op zijn donkere kamer, waarin buiten de foto's meer dingen ontwikkelend werden die het daglicht niet konden verdragen. Maar in zijn nurksheid is hij ook weer veel meer een karaktermens dan Sofie, die zelden een eigen mening heeft. Ze doet gewoon wat ze moet doen als moeder en als gelovige.

 

Olga is de oudste en zij ligt ook het meeste dwars. Het verhaal wordt vanuit haar visie vertelt.
Zij hoort bij het 'voor vader' kamp. Ze heeft medelijden met de oude, eenzame man maar kan hem af en toe ook gewoon een vervelende zeurpiet vinden. Met humor, mededogen maar ook met ergenis vertelt ze over haar leven met deze mensen en de kinderen die zij voortgebracht hebben. Hoe moeizaam was de gang van moeder naar de pastoor toen haar zoon homofiel bleek te zijn, wat moest ze nu? Ze was stapelgek op dat kind, ze had heel veel voor dat kind gedaan.
Olga vraagt zich wel af of moeder te ver gegaan is in haar geloof? Had ze meer naar vader moeten luisteren? Was vader  daarom wel eens zo agressief? Was diezelfde agressie later de uiting van onmacht van Arend die zijn vrouw ziet wegglijden en er niets aan kan doen om dat te verhinderen? Het zijn vragen die wellicht ieder kind zich stelt bij het ouder worden van de ouders.


Toch is geen zwaarmoedig boek geworden eerder redelijk realistisch. Met veel mededogen en inlevingsvermogen heeft Anne Borsboom  het ouderdomsproces beschreven tot het eind van beide mensen aan toe. Omdat ik persoonlijk van kort en krachtige tekst houd vond ik het boek op het laatst een beetje teveel uitweiden over de omstandigheden, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed geschreven is. Integendeel, het proces van overlijden van moeder met enkele van haar kinderen om haar heen en de nurkse, opstandige, toch ook kwetsbare Arend die het allemaal ook goed bedoeld had blijven je lang bij.
Het is een mooi, boeiend verhaal over twee mensen die in hun omstandigheden en hun tijd proberen het leven te aanvaarden zoals het komt. De een kon dat makkelijker dan de andere.

"Met een snik pakte hij de videofilm die hij maakte op haar zevenstige verjaarag. Met de afstandsbediening spoelde hij terug naar betere tijden."


Anne Borsboom (1948) debuteerde in 2001 met de roman Otto. Daarna verschenen drie dichtbundels van haar hand, waaronder Brussels kant.

 

ISBN 9789078905318 Paperback 292 pagina's, Uitgeverij De Brouwerij november 2009

© Dettie, november 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER