Boekenarchief B

Niek Bremen

Wat ons raakt
Niek Bremen


Een verhalenbundel, met als langste en voornaamste verhaal dat over Dini Wolff - zie omslagfoto -.
Het is lastig om het verhaal te vertellen van een joods meisje, dat net als haar beroemde tijdgenoot Anne Frank door de oorlog niet het leven kon leiden zoals ze dat voor zich zag. Waar Anne Frank, Helga Deen en misschien nog anderen een dagboek nalieten waarmee achteraf hun verhaal gereconstrueerd kon worden, was dat bij het joodse meisje Dini Wolff niet het geval.


Niek Bremen was stadsgids in Sittard. In die hoedanigheid zag hij de Stolpersteine, de stenen die neergelegd zijn voor de huizen van wie de bewoners door de Duitsers weggevoerd zijn. Kleine monumentjes zijn het, die de passant er even bij laten stilstaan hoe levens op brute wijze afgebroken werden. Voor het huis in de Putstraat in Sittard liggen drie stenen met de namen van het gezin Wolff: het echtpaar Max en Carolina en hun dochter Dini.


Bremen probeerde er achter te komen wie zij waren, en richt zich daarbij met name op Dini. Het verhaal dat hij vertelt gaat over haar dromen en haar toekomstverwachtingen, en hoe zij kansloos was ten opzichte van de Duitse gruwel. Haar wanhoop groeit naarmate ze meer en meer moet accepteren dat medemenselijkheid ver te zoeken is. En God? Ze twijfelde al, maar nu begrijpt ze helemaal niet meer dat haar vader haast hartstochtelijk blijft geloven.
Dini is de ik-figuur. Ze zou zeker blij verrast zijn geweest als ze had geweten hoe zij jaren na haar dood toch nog een stem krijgt. Het verhaal is overtuigend, de tijdsgeest is goed weergegeven.


In zijn debuutroman voerde Bremen een jonge man op, die na een moeizame jeugd er maar niet in lijkt te slagen om een eigen leven te leiden, laat staan een succesvol leven. De overige verhalen in deze bundel laten ons opnieuw adolescenten zien die daar moeite mee hebben. Zoals François die zijn best doet een relatie te onderhouden met Heleen.
Maar op de dag dat hij haar geliefde kat naar de dierenkliniek heeft gebracht, komt hij thuis in een leeg huis. Heleen is weg, maar waar is ze dan? Terwijl hij op haar wacht en allerlei mogelijkheden afgaat – haar moeder, de politie – laat hij zijn gedachten gaan. Voor de lezer wordt al snel duidelijk dat er een heleboel mis was tussen hen.


Ook de personages van de overige verhalen, die soms heel kort zijn, soms wat langer, zijn nogal sneue personen.
Er is die jongen die niet weet wat hij moet na de middelbare school. Hij probeert wel een studie, maar met het geld dat zijn dierbare zus zo ruimhartig voorschiet zet hij alleen maar de bloemetjes buiten.  Natuurlijk kan dat niet zo blijven. Op een wonderlijke manier kan hij zich ineens afdelingschef noemen op de mijn. Maar ook hier presteert hij niets.
Je zou hem een schop onder zijn achterste geven, er kan niets terecht komen van deze jongen.


Er is ook een verhaal dat positiever eindigt. De losers in het verhaal ‘De Kunstaankoop’ zijn nog erger dan de hoofdpersoon. En ‘Le Jardin des Roses’ is weer een totaal ander verhaal. Dat gaat over een haast magische ontmoeting met Toon Hermans. Een zonnestraaltje tussen de overige verhalen.


Een zeer diverse bundel. Ook al zijn de personages meestentijds ‘mislukte’ jonge mannen, door het verhaal over Dini Wolffs – niet vrolijk stemmend natuurlijk, maar deze geschiedenis kennen we, is minder deprimerend – en een enkel ander kort verhaal is het geen somber makende bundel geworden.


Niek Bremen (1947) publiceerde in meerdere verhalenbundels, zoals 24 verhalen (2013), Onveranderd Anders (2015), Wilde flora (2016), Uit & Thuis In Sittard (2018) en in het literair tijdschrift Extaze (2018). Na zijn romandebuut Bang voor de liefde is er nu deze verhalenbundel.


ISBN 9789493214538 | Paperback | 246 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | november 2021

© Marjo, 10 februari 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER

 

Bang voor de liefde
Niek Bremen

‘Ik vraag mij af,’ zei ik, ‘waarom ik de plank missla in de ogen van mijn ouders. Waarom treitert en pest mijn vader mij voortdurend zonder enige aanleiding?’


Andreas van Hechtel, de zevenenveertigjarige ik-verteller van dit boek, is naar Texel gegaan om op advies van een psychiater op papier te zetten wat hem dwars zit. ‘vertrouw de narigheid aan papier toe en steek het in de fik.’ zei die.


Andreas' jeugd heeft hem opgezadeld met het onvermogen zich te uiten, iets waar zijn vriendinnen op afknappen. Dit is waar de titel vandaan komt natuurlijk, maar dat is enigszins misleidend. Als Andreas zijn ‘memoires’ op gaat schrijven, wordt het verhaal veel meer om een zoektocht naar identiteit. Een deel van wie je bent is natuurlijk wel bepalend voor de mate waarin je kunt liefhebben, of aanvaarden dat men je liefheeft, maar het is niet alles. Dus ook niet in deze roman.


Andreas groeide op als zoon van een Duits echtpaar. Dat dacht hij tenminste. Bij hen opgroeien deed hij wel, maar hun zoon was hij niet, ontdekte hij toen zijn ouders overleden waren. Zijn vader was een sadist, en zijn moeder, die als een huisslaaf behandeld werd door haar man, reageerde zich af op de jongen. Ook de huishoudster was niet aardig tegen hem.
Als het hem eenmaal gelukt is uit de invloedssfeer van zijn ouders weg te komen, probeert hij zijn eigen leven op te bouwen. Maar waarom lukt het hem niet, een leven te leiden zoals de meeste mensen dat lijken te doen?


Andreas wil weten wie hij is, nadat hij de ontdekking heeft gedaan dat zijn jeugd een leugen was. Iemand die niet goed met zijn ouders overweg kan, wil graag denken dat hij een koekoekskind is. Als blijkt dat Andreas dat ook echt is, staat hij voor de keuze: de schier onmogelijke zoektocht naar wat zijn echte wortels dan zijn, of zich erbij neerleggen, accepteren dat hij ‘gewoon’ Andreas is, gevormd door zijn jeugd. Daar heeft hij hulp bij nodig. Hij begeeft zich naar het FIOM (instelling die zich bezig houdt met afstammingsvragen).


‘Theehuis rook naar sigaretten.
In de spreekkamer trok hij een elastiekje van mijn verborgen verleden. Met zijn dikke vingers testte hij de trekkracht van de gummi.
‘Heeft u nog informatie kunnen achterhalen?’
>‘Neen, ik ben onterfd en mijn tante is in een verpleeghuis opgenomen.’
Het elastiekje knapte.
‘Het onderzoek heeft geen nieuwe gegevens aan het licht gebracht. Waarschijnlijk een illegale adoptie. Het is afschuwelijk om niet te weten waar je vandaan komt en bij wie je hoort. Wilt u psychische hulp?’
Ik heb mijn streepjespak al uitgetrokken,’ zei ik, ‘en dat voelde als een bevrijding.’


Wat misschien beter werkt dan het opschrijven van zijn herinneringen, is het leven dat hem op Texel wacht. Zijn huisbaas en diens broer, met ieder een absurde levensstijl, de uitbaatsters van het plaatselijk café, Andreas ondergaat het allemaal, zoals hij altijd alles onderging. Als dan ook nog Maurits, zijn jeugdvriend, naar Texel komt met zijn eigen sores, en het leven een andere wending neemt, moet Andreas een besluit nemen.
En hij schrijft het allemaal op.


Het is wat wij lezen. Absoluut geen zware kost, Bremen schrijft in een frisse stijl met lichte ironie. Er is een afwisseling van heden en verleden, flashbacks en het enigszins bizarre leven op Texel door elkaar, met humor op zijn tijd en een vraag voor wie dat wil. Want wie zijn wij nu eigenlijk?


Niek Bremen (1947) publiceerde in meerdere verhalenbundels, zoals 24 verhalen (2013), Onveranderd Anders (2015), Wilde flora (2016), Uit & Thuis In Sittard (2018) en in het literair tijdschrift Extaze (2018).
Bang voor de liefde is zijn veelbelovende debuutroman.


ISBN 9789062657490 | Paperback | 264 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | april 2019

© Marjo, 29 juli 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER