Boekenarchief B

Het oog van de kraanvogel
Peter W.J. Brouwer


‘De nacht had hij met een vrouw doorgebracht. Ze reikte tot aan zijn schouder en had een litteken dat haar hele wang bedekte. Hij had gedacht dat ze alleen waren. En dat waren ze ook, maar de werkelijkheid had bewogen. Iets was verschoven en misschien was dat al eerder gebeurd.’


Het is 2013, en hij, dat is Marcus, een man die niet weet wie hij is, al denkt hij te weten van wel. Hij moet vaststellen dat hij nooit echt keuzes heeft gemaakt, zich heeft laten meenemen door wat het leven bood zonder daarin actief te zijn.
Hij is 43 en voor zaken in Tokio. Hij moet daar zijn als jurist voor een zaak die met een fluitiste te maken heeft.


Muziek, ooit was het ook zijn doel. Vijfentwintig jaar eerder studeerde hij op het conservatorium in Amsterdam. Het leven verliep normaal: hij studeerde en had een relatie met Carlijn. Tot hij Arthur ontmoette.
Hij was een vriend, maar vanaf het begin was het wat ongemakkelijk: later zal Marcus het wurgzorg noemen, maar toen in Amsterdam (h)erkende hij niet wie of wat Arthur was. Dat zijn vriend hem iedere dag kwam halen, met iets lekkers. Een ontbijtje maakte, muziek opzette en ongevraagd hielp met zijn studie: Marcus bleef op afstand. Met opzet? Of was het naïviteit? Maar er was dan ook Carlijn, en zij wist wél wat ze wilde.


En die avond als Arthur hem vertelt wat hem drijft, is er Carlijn. In de ogen van Marcus ‘redt’ zij hem, zijn ongemak leidt niet tot daadkracht. En zonder Arthur gaat het leven verder; Marcus stopt met het conservatorium, gaat rechten studeren. Trouwt met Carlijn, krijgt een dochter. Een scheiding en een nieuwe vlam.
Huisje, boompje, beestje, een normaal leven.


Nu is hij in Tokio, waar hij Arthur opnieuw ontmoet. Dat is overigens geen toeval. Maar waarom Arthur juist hem gevraagd heeft toen er bemiddeld moest worden in de zaak van de fluitiste?
Er ligt een waas over het verblijf in de Japanse stad. Marcus voelt zich niet lekker, hij is koortsig, heeft pijn op de borst. Is zijn fysieke toestand mede debet aan het feit dat er in het hernieuwde contact met Arthur eindelijk openheid komt? De muur die hij in het verleden nog had weten in stand te houden, brokkelt af. Het is het uur van de waarheid.


Hoe blind kun je zijn voor jezelf en je behoeften? Is het de tijdsgeest die Marcus er van weerhoudt eerlijk te zijn voor zichzelf?
In een prachtige stijl schrijft Brouwer over een coming-out - hoewel, erkent Marcus eigenlijk wel wie hij is? In ieder geval is het een zoektocht naar een eigenheid. Verdeeld in drie hoofdstukken, Tokio – Amsterdam - Tokio, wordt een man geconfronteerd met zijn leven en alles wat hij meegemaakt heeft. En wordt een vriendschap ontleed.
Dit levert een mooie psychologische roman op vol introspectie, die je als lezer aan het denken zet. Zijn we eigenlijk wel eerlijk in onze relaties  met een ander? En ten opzichte van onszelf?


Zie ook het interview bij De Epiloog 18 mei 2021


Peter WJ Brouwer (1965) is schrijver, vertaler en theatermaker. Hij publiceerde drie dichtbundels. ‘Het oog van de kraanvogel’ is zijn tweede roman na ‘Het Siamees moment’ uit 2017.


ISBN 9789493214224  | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | februari 2021

© Marjo, 19 mei 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER