Het boek der vaders
Ik hou van familiekronieken. Ik vind het altijd superboeiend, een verhaal dat je meezuigt in een persoonlijke geschiedenis. Vooral als er hier en daar nog wat van de tijdsgeest doorheen sijpelt. Heerlijk. “Het boek der vaders” was me dus op het lijf geschreven. En het heeft me niet teleurgesteld.
“Het boek der vaders” vertelt het verhaal van twaalf generaties mannen die hun wortels hebben in het nu eens idyllische, dan weer woelige Hongarije. Mannen die stuk voor stuk hun gedachten op papier zetten, voor wie schrijven een manier is om te reflecteren maar ook om door te geven. Mannen ook die allemaal een speciale gave hebben, al zijn ze zich daar niet steeds onmiddellijk van bewust. Ze hebben namelijk een soort collectief geheugen en dat niet alleen, ze kunnen er ook mee in de toekomst kijken. En dat heeft nogal wat gevolgen, positieve en negatieve.
“Het boek der vaders” slingert zich doorheen de geschiedenis van de Hongaarse opstand, de Hongaarse jodenvervolging, de stalinistische terreur en de typische grote trek naar Amerika. Tegen die geschiedenis tekent zich het verhaal af van mannen die zoeken, die liefhebben, die voorzichtig of net roekeloos zijn. Sommigen proberen hun noodlot te ontwijken met als enig resultaat dat ze het in de hand werken, maar steeds weer doen ze dat op een heel menselijke manier. Het gaat steeds over dezelfde familie, maar de mannen in de familie zijn allesbehalve kopieën van elkaar. Heel mooi vond ik hoe de auteur de karakters van al die mannen zo haarfijn geschetst heeft: de zorgzaamheid en het vakmanschap van grootvader Czuczor, het vertrouwen van Kornel, de vastberadenheid van István die zijn naam verandert om bij de familie van zijn geliefde te kunnen horen en zich om dezelfde reden tot het jodendom bekeert, … en steeds opnieuw de aanwezigheid van het boek der vaders, als een rots in de branding voor de moeilijke tijden en de dilemma’s die het leven van de Hongaarse mannen tekenen.
Het boek der vaders is een prachtig leidmotiv voor deze al even mooie roman. Het maakt dat je hetzelfde wil gaan doen, je ruikt de inkt haast en hoort het geritsel van papier. De afwisseling tussen de uitgekiende dagboekfragmenten (waarin de taalevolutie merkbaar is en waarin tegelijkertijd ook het karakter van elk personage duidelijk naar voren komt) en de meeslepend vertelde familiesaga maken van dit boek een echte aanrader. Bij momenten kabbelt het verhaal voort, maar vaak is het op een rustige manier razend spannend. Je blijft pagina’s draaien omdat je wil weten wat er van die of die persoon terecht komt. Elk hoofdstuk stelt een andere telg in de kijker en de overgangen zijn zo bruusk dat je steeds naarstig op zoek gaat naar connecties met de vorige mannen. Tegelijkertijd slaagt Vámos er ook in om zo beeldend te schrijven dat je af en toe pauzes inlast. Het boek blijft dan als een mooie achtergrondfilm in je hoofd spelen tot je klaar bent om weer verder te lezen. Heerlijk is dat!
Over het vakmanschap van Vamós valt niet te twijfelen, over dat van de vertaler misschien wel, want hier en daar valt een gebrekkige zinsstructuur of een krakkemikkige woordgroep toch wat uit de toon. Dat is jammer, maar verder geen grote hinderpaal om met volle teugen van deze familiekroniek te genieten!
Paperback Pagina's: 477 Oorspronkelijke titel: Apák könyve Vertaling: Frans van Nes ISBN: 978 90 254 2597 5 Uitgeverij Contact 2008
© Elvira, april 2008
Reageren? Klik hier!