Egidius Donker Ra Ra Boem Boem
David Veldman
Een boek vol verhalen die zo uit een lijvige roman zouden kunnen komen. Alsof de schrijver hier en daar een scene uit dat boek gekozen heeft en er een verhaal van heeft gemaakt. Dat boek is vast het manuscript waar de schrijver Egidius Donker al sinds mensenheugenis aan werkt. Zijn verhaal, niet voor niets het titelverhaal, bevindt zich immers niet voor niets op een centrale plek in het boek. Zijn schrijverstentakels omvatten dan dit hele boek, met de verhalen waarin de lezer nogal eens dezelfde personages tegenkomt. Leopold, de schrijver, Frederik de politicus, en Sophie de vamp komen we geregeld tegen. Het is niet zeker, maar hij zou ook de ik-figuur kunnen zijn in andere verhalen. In het verhaal 'Macht' bijvoorbeeld, waar de schrijver een lezing houdt over zijn eerste verhaal en bij zichzelf denkt:
'In die eerste verhalen verdwaalden personages doelloos rond in posters, of ze woonden in een film. Wie die personages waren, wat ze daar deden, hoe ze daar terecht waren gekomen,- het kon me niet schelen. Laat de schrijver van gisteren die vragen maar beantwoorden, smaalde ik. De literatuur van morgen kan prima overleden zonder plot, zonder achtergrond. De literatuur van morgen heeft aan haar superieure stijl genoeg.
Helaas was ik de enige die er zo over dacht'
Er wordt gespeeld met vertelperspectieven, er is zelfs een verhaal waarin de verteller een onzichtbaar iemand of iets is, misschien is het de kamer waarin de personages zich bevinden. Dat geeft een bevreemdend effect. Maar daar houdt David Veldman wel van. Zijn verhalen doen soms denken aan Edgar A. Poe, met de raadselachtige en onverwachte wendingen, maar dan zonder de horror.
Maar wat niet bestaat kan wel geschreven worden en dat doet Veldman heel goed. Hij zet de lezer op het verkeerde been, zorgt voor spanning in zijn verhalen en de terugkeer van de personages in andere scènes maken je nieuwsgierig naar meer.
Er is bijvoorbeeld het verhaal over de oude moede god, die genoeg heeft van het gekrakeel daar beneden. Hij roept junior erbij, die een vrouw blijkt te zijn.
Ook in gods gezin slaat de generatiekloof toe:
'wat is er, pa,'zegt ze lusteloos.
De moede oude god hield zijn gebruikelijke commentaar over zijn dochters sjofele verschijning voor zich en kwam meteen ter zake: 'Wat had jij ze nou precies beloofd, die mensen beneden?'
Junior nam de sigaret uit haar mond en schoot hem door het open raam, rakelings langs een doezelende flamingo, in een door palmbomen omzoomde vijver.
'Jouw koninkrijk.'
De mond van de moede oude god viel open. 'Mijn koninkrijk?' bulderde hij. 'Ben je belazerd?'
De afloop van dit verhaal laat veel aan de verbeelding van de lezer over, en als ik de volgorde van de verhalen had mogen bepalen had ik dit het slotverhaal laten zijn. Nu is het laatste verhaal het enige minpunt. Niet dat het niet goed geschreven is, maar het verhaal over de man die denkt dat alles tegenzit verliest het bewustzijn op het moment dat juist het geluk 'toeslaat', is niet erg origineel. Het is een speels fantasietje, geen waardige afsluiting van een reeks verhalen die het talent van deze schrijver openbaren.
'ik vind het niet erg dat hij rookt, maar ik heb liever niet dat hij weggaat, ook niet voor een pakje sigaretten.'
'Sophie ging naar het toilet en toen ze terugkwam spatten haar ogen uit haar gezicht.'
ISBN 978 90 458 0081 3 Paperback 175 pagina's | Uitgeverij Mouria | oktober 2009
Marjo, maart 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER