De dwerg in het bordeel
Hercule en Henriëtte worden gelijktijdig geboren op een stormachtige winternacht in 1813. Hij is monsterlijk misvormd, zij is een prachtige baby. Ze groeien samen op in het bordeel waar ze ter wereld zijn gekomen en er ontwikkelt zich een diepe, alleroverschrijdende liefde tussen de twee kinderen, die zich verwant voelen als broer en zus, ook al hebben ze verschillende moeders. Hercule is doofstom, heeft geen oren en enkel een reusachtig gat als mond, maar hij kan communiceren met zijn gedachten. Haast niemand is daarvan op de hoogte, behalve natuurlijk Henriëtte, die het doodnormaal vindt dat hij in haar hoofd zit. Hercule houdt de gave ook angstvallig geheim.
Als Henriëtte tien is, wordt haar maagdelijkheid verkocht aan de hoogste bieder. Hercule vindt dit al erg genoeg, maar als hij de donkere, zwarte gedachten van de koper aanvoelt, gaan al zijn haren overeind staan. Hij herkent de gedachten als die van de man die een van de andere vrouwen zwaar verminkte. Uiteraard komt hij er tussen en daarmee tekent hij hun lot. De man blijkt immers erg invloedrijk te zijn: het bordeel wordt gesloten, waardoor Hercule en Henriëtte bruusk van elkaar worden gescheiden.
Zeven jaar lang leeft hij vastgeketend in de kerker van een gekkenhuis, waar hij zwaar mishandeld wordt, tot hij wordt gered door een jezuïet. Die neemt hem mee naar het klooster, waar hij werkjes doet en orgel leert spelen. Vooral dat laatste zorgt voor heel wat consternatie, want de jongen is niet alleen doof, maar heeft ook slechts kleine stompjes als armen, dus hij bespeelt het orgel met zijn tenen. Maar hij doet dat zó dat mensen die hem horen ten diepste toe ontroerd raken: het is alsof hij hun diepste ik bloot legt in de muziek. En dat is ook wat hij doet, zonder het misschien zelf te beseffen.
Dingen beginnen echter behoorlijk verkeerd te lopen in het klooster en uiteindelijk moeien Rome en de inquisitie zich met de misvormde dwerg. Ze willen immers proberen te bewijzen dat hij een duivelskind is en hem terechtstellen. Hercule kan vluchten, maar kan niet verhinderen dat Rome zich keert tegen de jezuïet die hem bevrijdde. Hij komt terecht bij een reizend rariteitenkabinet annex circus, en reist met hen mee ergens op de wereld een spoor van zijn geliefd Henriëtte op te pikken. Dat lukt hem niet echt, want opnieuw moet hij vluchten voor Rome. Zijn nieuwe vrienden raken betrokken en worden koelbloedig vermoord. Zelf zwerft hij rond en leidt een leven in de goot. Daar wordt hij opgepikt door niemand minder dan Henriëtte zelf. De twee zijn zielsgelukkig elkaar terug te vinden en dat maakt Hercule onvoorzichtig. Rome raakt hem opnieuw op het spoor en ditmaal wordt Henriëtte betrokken.
Maar daar heeft Rome een cruciale fout gemaakt: Hercule heeft immers niets meer om voor te leven, enkel nog wraak. En de manier waarop hij die ten uitvoer brengt, tart, dankzij zijn gave, alle verbeelding.
Knap geschreven boek, doet soms wat historisch aan qua stijl, als was het een kroniek, wat er naar mijn mening voor zorgt dat het verhaal in het midden wat inzakt. Maar op een gegeven moment pikt het je dan toch weer op en kan je het boek echt niet meer laten liggen. Interessant is ook dat het boek steeds wisselt van perspectief. Op het einde wordt het verhaal zelfs weergegeven in de vorm van correspondentie tussen een belangrijk kerkelijk figuur en zijn biechtvader. Het maakt het boek er alleen maar boeiender op.
ISBN: 9044503340 | Hardcover | 320 Pagina's | Uitgeverij De Geus | 2005
© Elvira, december 2006
Reageren? Klik hier!