De wereldreis van Arvid Silber
Zelden zo'n wonderlijk boek gelezen als De wereldreis van Arvid Silber van de Estlandse schrijver Arvo Valton. Het bestaat uit tien verhalen, gedroomde reizen waarin, zoals het in dromen betaamt, de onmogelijkste dingen gebeuren. Logica zul je er niet in aantreffen.
Arvid reist door de wereld om onduidelijke redenen en soms zelfs zonder doel. Op alle reizen komt hij op een zeker ogenblik in aanraking met Ilma. De naam Ilma kan worden geassocieerd met de Estische woorden "ilm" (wereld) en "ilma" (zonder). Bestaat ze echt of slechts in zijn geest? Zijn eerste reis onderneemt hij tegen zijn zin, het wordt hem min of meer opgedragen door zijn vriend Karl Beuve ( zijn alter-ego?). Onderweg naar Riga overnacht hij in een herberg, waar een boer op een tafel een ei legt. Hij reist verder met het ei, waaruit later de eerste Ilma wordt geboren. Op zijn volgende reizen bevrijdt hij Ilma uit een huis waar zij vastgeketend ligt, stelt hij haar samen uit losse delen van verschillende vrouwen, door deze vrouwen vrijwillig aan hem afgestaan (geen nood: de armen en benen groeien gewoon weer aan), creëert hij haar uit een boomstam en komt hij met haar in contact als zij door een muur zijn kamer binnenstapt.
Op laatstgenoemde reis is zij jonger dan hijzelf, maar tevens zijn moeder.
In elk verhaal komt hij haar in een of meerdere gedaanten tegen. In de eerste verhalen is zij nog gedwee en volgzaam, hij moet haar van alles leren, soms zelfs praten. Samen beleven ze tal van avonturen, ook angstige, waarna ze weer onbekommerd verder gaan. Op de latere reizen is Ilma zelfstandiger en neemt vaker de touwtjes in handen. Langzaamaan wordt zijn liefde voor Ilma zo groot, dat hij er voor op de vlucht slaat en op een volgende reis wil hij haar zelfs doden. Uiteindelijk reist hij alleen nog in zijn herinneringen. Ilma wordt een deel van hemzelf. Op zijn laatste reis verdwijnt hij ìn haar.
Er zit een duidelijke structuur in al die tochten van Arvid. Het lijkt in feite een reis door het leven zelf. Altijd op weg, avonturen belevend, zonder ander doel dan almaar verder gaan, leren, wijzer worden.
Onbevangen in het begin, later wat zorglijker, verdere grenzen opzoekend (hij reist op zeker moment ook in de tijd) en vol heimwee op het eind.
De humor ontbreekt niet. Zo belandt hij op zijn derde reis in Boedapest, na een lange tocht over verbrande aarde. Hij is zo lang onderweg geweest dat hij niet meer weet hoe hij heet. Zonder naam mag hij niet over de grens. Samen met de grenswachter, die hij niet kan verstaan, gaat hij op zoek naar zijn naam. Op een gegeven ogenblik komt de naam Arvid in hem op, maar of het de zijne is of die van een vriend weet hij niet.: " 'Als er niets beters is, noteren we Arvid', mompelde de grenswachter en zette in de hoek van een vergeeld tijdschrift drie kruisjes. Blijkbaar was hij analfabeet."
In Tallinn is Arvid op zoek naar Ilma: "Toen besloot Arvid dat hij beter naar Antsla kon gaan om Ilma te zoeken, in Tallinn waren er te veel mensen, hij kon haar daar onmogelijk vinden...."
Haast luchtig worden diverse problemen aan de orde gesteld. Ze naderen een stad, te merken aan de grote hopen vuilnis. Ilma heeft nog nooit een stad gezien: "Elke stad wil haar afval uitspuwen, ze gooit het buiten haar grenzen, maar dan groeit ze in haar oneindige gulzigheid achter haar eigen vuil aan en zuigt het weer naar binnen".
Het communistische regime wordt hier en daar op de hak genomen: een zwarte geblindeerde auto die hen een tijdje meeneemt, naar een onbekende bestemming met een onbekende reden. Er wordt hen een onbegrijpelijk interview afgenomen, waarvan niemand de reden of het doel kent.
Het boek verscheen in 1984, nog voor de perestrojka. Dat dit mogelijk was komt volgens de vertalers Marianne Vogel en Iris Réthy, omdat het Estisch voor de Russen onbegrijpelijk is. Het valt in een andere taal-familie.
Verder was, door de ligging aan de westrand van het sovjetrijk, de invloed van Finland en Zweden niet helemaal uit te bannen. Het boek voldeed eigenlijk helemaal niet aan de officiële literaire eisen. Er wordt volop in gereisd, ook naar het buitenland, een onmogelijkheid voor een sovjetburger.
En de vertelwijze is volstrekt onrealistisch. Reizen en fantasie, het zijn ontsnappingsmogelijkheden uit de sovjetrealiteit.
Dit bizarre boek leest als een lang sprookje. Je krijgt geen binding met de hoofdpersonen, ze zijn nagenoeg karakterloos. De humor maakt echter veel goed en ik heb het toch met plezier gelezen.
Uitgeverij De Geus, Breda, 1991, gebonden, 320 blz., ISBN 90 5226 059 1
© Berdine, juli 2007
Reageren? Klik hier!