Boekenarchief T-U-V

Dolores Thijs

http://www.doloresthijs.nl

 

altRetour Berlin Ostbahnhof
Dolores Thijs


De plek waar je je eerste liefde beleeft, die vergeet je niet. Zeker niet als dat Oost-Berlijn is, in de na-oorlogse jaren. Een bijzondere - maar misschien niet ideale - plek om volwassen te worden.


Dolores Thijs zal de meest bepalende jaren van een mensenleven doorbrengen in Oost-Berlijn. Als kind van 12 gaat ze met haar ouders mee naar de Duitse stad, waar de puinhopen nog roken. Maarten Thijs krijgt het aanbod om daar correspondent te worden, hetgeen hij als aanhanger van het communisme, met twee handen aangrijpt. Het is maar voor drie jaar, probeert hij de schok voor zijn vrouw te verzachten. Maar Julia, gewend aan het flamboyante Brusselse leven, zal niet wennen. Niet in de kale en sombere woonruimte waar ze de eerste periode bivakkeren, maar ook niet in het luxere huis net buiten de stad, met tuin en balkon. De Berlijnse Muur is er nog niet, maar vrij verkeer is er ook niet. Er is strenge controle. Als ze ontdekt dat ze met haar speciale persoonsbewijs naar het Westen kan reizen, is Frau Thijs de koning te rijk. Al keurt haar man het af, het is ‘staatsvijandig.’


In Brussel heerste er al spanning tussen de twee echtelieden, hun overtuigingen staan lijnrecht tegenover elkaar en deze verhuizing maakt het erger. Maarten heeft zijn werk en hij drinkt zijn borrel met de collega’s. Hij wuift het gemopper van zijn vrouw weg, negeert de problemen die ze heeft met de karige aanwezigheid van voedsel of kleding. Ze schrikt als hij met bonnen aan komt zetten: daar had hij niets over gezegd! Uren moet ze in de rij staan, en dan nog vaak voor niets.


‘De rij schoof  maar langzaam op, de buitenthermometer stond op tien graden onder nul. Eenmaal aan de beurt bleek er niet veel meer verkrijgbaar dan wat wortelen en koolrapen, rimpelige appeltjes en aardappelen waar de aarde nog aan hing. In een bijna laag krat lag ook nog een stapeltje krakkemikkige komkommers. Mijn moeder lustte geen komkommers, ze wilde tomaten, sinaasappels en bananen. ‘Tja,’ grijnsde de winkelier, ’die zouden ze allemaal wel willen.’


Haar enige lichtpuntje is de vrouw die twee keer in de week komt helpen in het huishouden, zodat zij zich kan wijden aan de literatuur en het theater waar ze zo van houdt. Frau Kirschnick is ook voor de jonge Dolores een aanwinst. Van deze vrouw krijgt ze de zorg en aandacht die ze graag van haar moeder kreeg. Later zal ze zich aansluiten bij een bende, ‘de Pasedag Gang’. Haar moeder merkt dat nauwelijks op en Frau Kirschnick weet maar zwijgt. Voor Dolores is het eindelijk een plek waar ze zich thuis voelt. Op school is het namelijk ook vreselijk. Ze kent de taal niet maar ook als ze die snel oppikt, wordt ze gepest op de school waar meer jongens dan meisjes zitten, en de sfeer hard is.


Dolores Thijs heeft haar verhaal over die korte periode opgeschreven, zodat wij een idee krijgen van hoe het leven in die tijd in die plaats was. Toch is het vooral een Bildungsroman, het meisje groeit op zoals zovele andere jonge mensen op welke plaats dan ook opgroeien, het zijn de jaren van bewustwording van haar omgeving, eerst de ouders en school, later steeds meer de wereld en er is de eerste liefde.


Als twaalfjarige meisje is haar interesse in de politiek ook vrijwel nihil, we lezen over de gevolgen er van. Pas later beseft Dolores dat ze in Berlijn was in de tijd dat de Stasi hoogtij vierde. Zou ook zij een dossier hebben? Dat is de vraag waarmee ze deze roman begint. Het antwoord komt aan het einde, als de lezer op de hoogte is van wat een vrij onschuldig meisje meemaakt. Ze is getuige van de ‘verdwijningen’, maar heeft geen besef van wat het betekent als mensen besluiten te vluchten naar het Westen. Ze observeert hoe de woorden van haar vader over de droom van een communistische samenleving in de praktijk niet echt kloppen, maar daar blijft het bij. Ze accepteert, haar schooljaren, de jeugdkampen, maar laat de pogingen tot indoctrinatie van zich af glijden. Met de constatering dat zij dat als buitenlandse misschien wel kan, maar haar leeftijdsgenoten niet.
En toch: als het einde van de drie jaar nadert, twijfelt ze: wil ze nog wel terug naar Brussel?


Dolores Thijs (1945) is journalist en schrijver. Ze debuteerde begin jaren tachtig met de roman De Vrouwval, waarmee ze de Prijs van het Beste Literair Debuut in België won. In de periode die volgde publiceerde ze een aantal romans.


ISBN 9789460682117 | Hardcover | 314 pagina's | Uitgeverij Marmer | oktober 2014

© Marjo, 10 september 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER