Sint-Jansnacht
In 1995 realiseerde de Amerikaanse kunstenaar Christo zijn grootste, al uit 1971 daterende, project: het inpakken van de Rijksdag in Berlijn met zilverkleurige stof. Hij beschouwt de complexe organisatie die nodig is om zijn projecten te realiseren, zoals het overleggen met de autoriteiten, het werken met tientallen vrijwilligers en de verkoop van souvenirs achteraf, als een belangrijk onderdeel van het kunstwerk. In de St. Jansnacht, die valt op 24 juni, werd de laatste hand aan het project gelegd.
Deze gevonden informatie voegt voor mij weinig toe aan de leeservaring. Het project wordt genoemd, en er wordt een analoog verhaal verteld over een Italiaan die een nepleren jas voor veel geld weet te slijten aan de hoofdpersoon, maar dat is het dan.
De hoofdpersoon is een schrijver. Hij accepteert de opdracht om een verhaal te schrijven over de aardappel, omdat hij zich zijn oom herinnert die van iedere aardappel, of die nu gebakken, gekookt of gepureerd was, foutloos kon zeggen welk ras het was. De laatste woorden van oom Heinz voor hij stierf waren "Rode Boom". Wat betekende het? Was het een aardappelras?
De hoofdpersoon gaat op reis naar Berlijn, ontmoet allerlei rare figuren, waarvan de een wel, en de ander duidelijk niets met aardappelen te maken heeft. Hierbij wordt het verschil tussen Oost en West aangestipt, misschien was dat het doel van dit boek?
Ergens achter in het boek vat de hoofdpersoon zelf het boek (ongewild?) samen:
"Ik wilde wat research doen over de aardappel en heb intussen allerlei idiote dingen meegemaakt. Je begint met de aardappel en je komt heel ergens anders uit en het eind van het liedje is dat je zelf ook iemand anders bent geworden, kijkt u maar naar mijn hoofd (opm: de man is geknipt).
Hij lachte. Goede verhalen zijn als doolhoven.
Ja, zei ik, maar ik ben de draad ervan intussen kwijt geraakt. Het enige wat ik nog graag zou willen weten is wat Rode Boom betekent. Kent u een aardappelsoort die zo heet?"
Uwe Timm is bekend om het verhaal van de curryworst, een boek dat me wel aansprak. Deze niet zo.
Uitgever : Aristos Formaat : 228 pag. 21 cm Uitvoering : gebonden Editie : 1e druk Publ. jaar : 1997 : ISBN10 9069350092
ISBN13 9789069350097
© Marjo, 8 mei 2006
Reageren? Klik hier!
Mijn broer bijvoorbeeld
Uwe Timm is pas een jaar of vier als zijn oudere broer Carl-Heinz zich aanmeldt bij de SS. Carl-Heinz is dan 19. Uwe probeert in dit boek te achterhalen waarom hij zich aangemeld heeft, hoe hij het gevonden heeft bij de SS. Heeft hij moeten doden, en hoe vond hij dat? Wat vond hij van de 'endlosung'? Al meteen wordt verteld dat de soldaat de dood heeft gevonden, hoe was zijn einde?
Uwe heeft een dagboek, waar wat summiere gegevens in staan (een dagboek was verboden!) en hij leest verslagen van soldaten die teruggekomen zijn. Carl-Heinz is (gelukkig, stelt Uwe!) naar het Oostfront gestuurd, zijn compagnie werd niet ingezet bij de bewaking van de kampen.
Zijn vader was trots op hem, het Duitse leger was nog aan de winnende hand. Zijn moeder was misschien wel trots, maar ze was meer bevreesd om de risico's. Het einde van de oorlog beschrijft Uwe Timm zo:
"Het was de bevrijding. Een bevrijding van de naar leer ruikende soldaten, van de spijkerlaarzen, van het 'jawohl', van het afgemetene, van die stampende marcherende, bespijkerde soldatenlaarzen die je al van verre in de straten hoorde dreunen. De overwinnaars kwamen op rubberzolen, bijna geruisloos. De doelmatigheid van een jeep met zijn jerrycan en spade achterop. De voorruit kon naar voor worden geklapt. De geur van benzine, die anders rook dan de Duitse, zoetiger. En ons, de kinderen, kauwgom, koekjes toewierpen. Onbekende geneugten."
Ook de Duitsers werden 'bevrijd', stelt Timm. De Duitse burgers hadden de oorlog evenmin gewenst. Of toch? Als hij schrijft over zijn vader, lijkt hij diens gedrag toch wat afkeurend te bezien. De vader was toch trots. Had zijn vader schuld? Heeft de jongere generatie, waaronder hijzelf, schuld aan het 'gewoon doorleven' van de ouderen die immers geweten moeten hebben wat er gebeurde? De jongere generatie omarmt de Amerikanen, waar de ouderen (Timm senior) nog altijd tegen zijn. Amerika is nog steeds de verpersoonlijking van het kapitalisme. Maar de jeugd is blij met de jeans, met de nieuwe muziek, met de hamburgers.. Uwe is bang dat hij zal moeten constateren dat zijn broer daadwerkelijk heeft meegeholpen aan de 'endlosung'. Carl-Heinz is niet teruggekomen, hij is begraven in de buurt van Kiev. Zijn moeder had als grootste wens ooit het graf te bezoeken, maar het is haar niet gelukt. Uwe probeert haar wens alsnog te vervullen. Als hij over zijn moeder schrijft is hij liefdevoller, haar neemt hij niets kwalijk.
"heb je altijd op die jongen gepast, telkens als hij koorts had ben je opgebleven, hoeveel liefde, zorg, werk heeft het opvoeden niet gekost-en dan wordt hij gewoon op pad gestuurd, hij wordt verminkt en sterft."
"Mijn broer bijvoorbeeld" is geen roman, het is een ego-document. Over de oudere broer, de soldaat. Over schuld, over goed en fout. Over de invloed die de oorlog ook op de na-oorlogse generatie had. Het doet goed om ook over deze kant van de oorlog eens te lezen.
Oorspronkelijke titel: Am Beispel meines Bruders Vertaler: Gerrit Bussink
ISBN 9057593211 Ingenaaid, 152 pagina's Verschenen: april 2004 Podium b.v. Uitgeverij
© Marjo
Reageren? Klik hier!
Mijn broer bijvoorbeeld...
Mijn broer bijvoorbeeld, wat dacht hij, wat heeft hij gedaan in de oorlog, heeft hij meegedaan aan de Endlösung? Dat is wat Uwe Timm zich onder andere afvraagt in dit boek. Uwe was vier jaar oud toen zijn 16 jaar oudere broer zich aanmeldde bij de SS. De broer overlijdt in 1943 en heeft summiere notities gemaakt over het verloop van de strijd wat eigenlijk streng verboden was.
Dit boek is het weergeven van de pijnlijke worsteling van Timm zelf om te begrijpen. Ik had af en toe moeite met verder lezen omdat ik het gevoel had iets heel erg privé te lezen. Het hele boek straalt de onmacht van Timm uit.
Feitelijk gaat het verhaal niet eens expliciet over de broer, de aantekingen zijn het uitgangspunt van de vele vragen die Timm zich stelt. Natuurlijk vraagt hij zich af wat zijn broer wel en niet gedaan heeft. Hoopt hij vooral dat zijn broer dingen nietgedaan heeft, maar door de notities is er wel twijfel. Hij heeft moeite met de bezorgheid enerzijds in de brieven van zijn broer om zijn familie omdat daar de boel platgebombardeerd wordt terwijl hij zelf in feite hetzelfde veroorzaakt bij andere gezinnen.
Wat is de maatstaf? Waarom het ene gezin wel en het andere niet?
Uwe Timm vertelt vooral over zijn ouders en met name zijn vader. Een charmante, graag geziene man die fatsoen hoog in het vaandel had staan. Nooit en schuine mop zou vertellen, nooit vreemd zou gaan. Hij waakte ervoor een goede naam te houden.
Hoe kan het dat dezelfde man na de oorlog met vrienden de strategie van Hitler besprak, de fouten van Hitler onder de loep nam en heftig discussieerden over wat Hitler had moeten doen om wél te winnen.
Vader die eveneens een enorme hekel had aan alles wat Amerikaans was? Zijn vader die wist van de Endlösung hoe bestond het dat zulke gesprekken mogelijk waren? De vader die altijd vol trots over de gestorven zoon sprak en hem altijd als hét gedroomde kind, dé zoon zag, daardoor Uwe altijd het gevoel gaf dat hij tekort schoot, niet genoeg was, dat hij moest zijn zoals zijn broer. Hadden zijn ouders geen vragen over die zoon? Dachten zij niet aan de gruwelijke dingen die Duitse soldaten aangericht hadden? Vroegen zij zich niet af in hoeverre hun zoon daaraan meegedaan had?
Moest hij, Uwe, zich onttrekken aan het gedrag van zijn ouders? Het leven ging door, de eerste jeans kwamen er, Amerikaans! Amerika werd voor velen het land van melk en honing, daar lag niet alles in puin, daar gingen mensen niet gebukt onder een schuldgevoel, daar was alles ruim en fris en vooral optimistisch.
Wat moest Uwe met de opmerking: "Had ik het maar gedaan." van zijn vader die voor de oorlog de mogelijkheid had naar Amerika te emigreren. Zei hij dat omdat dan misschien zijn zoon nog geleefd had? Of omdat hij dan niet die gemeenschappelijke Duitse schuld hoefde te dragen?
Zo rijst vraag na vraag op en voel je de enorme worsteling die de erfenis van de oorlog op de volgende generatie teweegbrengt.
Uwe Timm heeft dit boek pas na de dood van zijn familieleden willen en kunnen schrijven, heeft met veel moeite de notities van zijn broer gelezen omdat hij bang was voor wat hij te lezen zou krijgen. Bang voor het onomstotelijke bewijs dat zijn broer vreselijke dingen had gehad. Timm heeft het verhaal met een bewonderenswaardige integriteit geschreven. Aangrijpend, indrukwekkend, mooi!
ISBN 9057593211 Ingenaaid, 152 pagina's Verschenen: april 2004 Podium b.v. Uitgeverij Oorspronkelijke titel: Am Beispel meines Bruders Vertaler: Gerrit Bussink
© Dettie
Reageren? Klik hier!
De ontdekking van de curryworst
Lena Brücker uit Hamburg is volgens de verteller de ontdekker van de curryworst. Hij kent mevrouw Brücker uit zijn kinderjaren en bezoekt de inmiddels blinde en bejaarde vrouw in het verzorgingstehuis omdat hij wil weten hoe zij tot de ontdekking kwam. Het is een lang verhaal, dat Lena wel wil vertellen onder de voorwaarde dat de verteller voor taart zorgt. In zeven middagen met koffie en taart vertelt zij het verhaal over de oorlog, liefde en curryworst....
Eind april 1945
Lena (40) staat In de rij voor de bioscoop en ontmoet daar de 16 jaar jongere marinesoldaat Hermann Bremer. Na de film gaat hij met haar mee naar huis en de volgende ochtend besluit hij bij Lena te blijven. (Hij moet als marineman zich melden bij een antitankeenheid en weet dat hij dat vrijwel zeker niet overleeft.) Als deserteur loopt hij het risico doodgeschoten te worden dus kan hij zich niet op straat vertonen. Op zijn sokken loopt hij door het huis zodat ook de buren niet merken dat er iemand is.
Lena gaat gewoon naar haar werk en geniet van Herman's aanwezigheid. Hij maakt dat zij het ouder worden kan vergeten.
Maar dan kapituleert Duitsland en Hitler pleegt zelfmoord. Dit zou betekenen dat Herman weggaat en Lena besluit hem nog even niet te vertellen dat de oorlog afgelopen is. Wel vertelt ze over de foto's van de concentratiekampen, wat Bremer niet gelooft. Ze vertelt over de Engelsen die in Hamburg zijn waardoor Herman denkt dat Duitsland samen met Engeland tegen Rusland verder zal vechten...
Natuurlijk komt Bremer het op een dag te weten en hij verdwijnt in het pak van Lena's man. Zijn marinekleding heeft hij bij haar achtergelaten met daarop een ruitersinsigne....Deze insigne zal nog een grote rol spelen in de ontdekking van de curryworst.
Lena vertelt het verhaal in haar tempo en laat zich niet opjutten. Het is een markante vrouw die ondanks haar vergevordere leeftijd nog zeer aanwezig is. Het is ook een bijzonder verhaal omdat vanuit Duitse kant over de oorlog wordt verteld. Over het verraad maar ook de saamhorigheid. Lena zelf vind de oorlog vreselijk en wil ook van Herman geen verhalen horen. Zij heeft het druk met zorgen voor voedsel en is daar erg vindingrijk in. Lena wordt als persoon zeer beeldend neergezet. De curryworst speelt eigenlijk nauwelijks een rol in het verhaal maar het geeft een leuke aanleiding om Lena haar verhaal te kunnen laten vertellen
Uitgeverij Podium; 171 pagina’s; ISBN 90 5759 286 7
Vertaald uit het Duits door Gerrit Bussink
© Dettie, augustus 2005
Reageren? Klik hier!
De ontdekking van de curryworst
De grootste verrassing voor mij was dat er achter deze titel een heel ander boek zit dan ik dacht. Ik was in de veronderstelling dat er een of ander komisch (of toch er tegen aan) verhaal zat, maar het is een vrij serieus boek met een vrij serieus thema: ok, het gaat over de curryworst, maar eigenlijk is het het verhaal van een Duitse vrouw die zich staande moet zien te houden in en na de oorlog, en tegelijk over het verdwijnen van het verleden.
De verteller is geboren en getogen in Hamburg. Waar hij op het moment van vertellen is, weet ik niet, maar hij komt eens per jaar terug in zijn geboorteplaats en gaat dan altijd even langs de straat waar hij gewoond heeft, en langs de kraam van Mevrouw Bruckner. De kraam waar de curryworst volgens hem zijn oorsprong heeft. Voor hem is mevrouw Bruckner de verpersoonlijking van zijn jeugd. Ieder jaar kondigt ze aan dat ze er volgend jaar niet meer zal zijn, maar als het dan werkelijk zo is, schrikt hij toch. Gelukkig vindt hij haar in een verzorgingshuis, en omdat hij beseft dat het zijn laatste kans is, wil hij nu het verhaal van de curryworst van haar horen.
Hij krijgt meer dan dat: hij krijgt het verhaal van een eenzame, maar sterke Duitse vrouw: hoe ze alleen de touwtjes aan elkaar weet te knopen, in afwezigheid van zoon, dochter en echtgenoot. Hoe ze een marinier in huis opneemt die eigenlijk naar de laatste resten van de oorlog moest om te vechten, maar daarvoor terugschrok. Hoe ze na de oorlog niet vertelt dat het voorbij is, zodat hij blijft.. En hoe ze na haar ontslag het idee kreeg om een kraam te beginnen, om worst te verkopen. Haar ruilhandel om de nodige spullen bij elkaar te krijgen vind ik prachtig! Het ontstaan van de curryworst is bijzaak...
Mooi boek. Natuurlijk weten we wel dat ook Duitse burgers niet altijd nazi's waren, dat is wat er nog eens uit dit boek te voorschijn komt. De gewone Duitser moest ook maar zien hoe hij/zij het rooide.
Vertaald uit het Duits door Gerrit Bussink. Podium; 171 pagina’s; ISBN 90 5759 286 7
© Marjo, 5 september 2005
Reageren? Klik hier!
De ontdekking van de curryworst
Opnieuw een heerlijke titel, gelukkig was het boek vrij snel uit want je krijgt wel erg vlug zin in een pak friet bij het horen ervan.. Het is eigenlijk een schitterende dekmantel voor een oorlogsverhaal.
De verteller gaat op zoek naar de dame uit zijn jeugd, die de curryworst uitvond. Hij doet dit om een einde te maken aan al die discussies omtrent de herkomst ervan.
Op die manier belandt hij bij mevrouw Brückner, die inmiddels blind is geworden, in het bejaardentehuis en die hem met plezier het verhaal wil vertellen. Mevrouw Brückner kan erg goed vertellen, alleen heeft ze het helemaal niet over de curryworst. Terwijl ze een prachtige trui bij elkaar breit, met een heel ingewikkeld patroon en haar verhaal af en toe onderbreekt om steken te tellen, luistert de verteller van het verhaal geboeid en toch regelmatig ook ongeduldig toe. Mevrouw laat zich echter niet op stang jagen en vertelt wat zij vertellen wil.
Over haar man, die wel héél graag bij de vrouwen was, over hoe zij zich redde in de oorlog, als haar man ver weg was en hoe zij, aan het einde van de oorlog, een jonge Duitse soldaat ontmoet. Zij en Bremer brengen samen de nacht door en meer dan de nacht, waardoor Bremer een deserteur wordt die verstopt moet worden. Het is in deze moeilijke omstandigheden dat zij plezier krijgt in koken, in het toveren met de schaarste en in de schotels die zij toch nog op tafel weet te krijgen. Het is Bremer die haar over de smaak van curry vertelt, maar verder heeft hij niet veel met de ontdekking van de fameuze worst te maken. De stad capituleert, maar Lena Brückner heeft de moed niet om dit aan haar minnaar te vertellen, want dat betekent zonder enige twijfel het einde van hun tijd samen. Ze heeft immers ontdekt dat hij nog ergens een vrouw en kind heeft, wat hij haar niet vertelt. Ze houdt hem weken aan het lijntje en als de waarheid dan toch uitkomt, gaat hij er zonder een woord van afscheid vandoor.
Het verhaal is bijna afgelopen als we alsnog ontdekken hoe het nu precies zit met die curryworst. Het komt erachteraan als een weetje, even langs de neus weg, en er is maar één moment waarop de twee verhalen echt samenkomen. Dat maakt het boek licht verteerbaar, ook al gaat het opnieuw om de oorlog, om de harde omstandigheden waarin mensen moesten overleven, om de angst voor verraad en ook wel om liefde. Klassieke thema’s dus, maar die curryworst is zo’n originele rode draad, dat het geheel een wonderlijk tintje krijgt…
Vertaald uit het Duits door Gerrit Bussink. Podium; 171 pagina’s; ISBN 90 5759 286 7
© Elvira, 15 juli 2006
Reageren? Klik hier!